Gebruiker:Marcono4d/Kladblok

De werkelijkheid van relativiteit versus creativiteit

bewerken
  1. Uitgaande van Vierde dimensie [[1]]

Inleiding geciteerd: De vierde dimensie is een extra dimensie in de ruimte, die voor ons is op te vatten als een extra onafhankelijke verplaatsingsrichting. De vierde dimensie is voor driedimensionale wezens, zoals de mens, niet waarneembaar. Eventueel is de tijd te interpreteren als een vierde dimensie (zie ruimtetijd).

De tijd is echter niet een rechtstreeks gekoppelde vierde ruimte-as, maar is een afstand tussen opvolgende waarnemingen binnen 3D ruimte. Die verplaatsingsrichting wordt zichtbaar in ons tijd/ruimtestelsel als waarneembaar verschil van het heden ten opzichte van de waarneming vlak daarvoor.

De ruimtetijd is dus veranderlijk en relatief aan de waarneming. Bijvoorbeeld de 2D presentatie van de tesseract https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/55/8-cell-simple.gif is een veranderlijke projectie op een vlak, van hoekpunten en grenslijnen van een object. Dit is echter een 2D deelverzameling uit een 3D deelverzameling van een denkbeeldig 4D object. De presentatie op zich is dus al subjectief tot de derde macht. Het beeld is afhankelijk van de tijdsafhankelijke projectie op een vlak // aan de rotatie-as! Verder is ook de veranderlijke tijdruimte van verschillende waarnemers een oneindige variabele. De Speciale_relativiteitstheorie van Einstein heeft als postulaat dat de lichtsnelheid in vacuüm hetzelfde is voor alle waarnemers die met constante snelheid bewegen. Dat houdt dus in, dat al die waarnemers uitgaan van een tijdruimte met gelijke oorsprong en richting. Gaat dus voorbij aan alle andere variabelen, zoals de kans dat een absoluut tijdruimtepunt door verschillende waarnemers een onsamenhangend stelsel kunnen vormen van relatief verschillende tijdruimtes. Zie artikel Waarnemer Ook stelt het de massa van licht op nul, wat strijdig is met het verschijnsel, dat zwarte gaten het licht vasthouden.

Roterende schaduw van een tesseract, die rond een enkele as en een enkel vlak roteert.

We kunnen dus wetenschappelijk alleen maar concluderen, dat ons bewust waarnemen een oneindig klein deel van de realiteit is en ook nog eens afhankelijk van een subjectieve ruimtetijd, die enkel gedurende een oneindig klein punt in subjectieve tijd (nu) geldig is.

Daarin ligt volgens mij de verklaring, dat de meetopstelling bepaalt of licht een golf of fotonenstroom is. Omdat de ruimtetijd van meten oneindig beperkt is, zal in werkelijkheid het licht gelijktijdig uit oneindig veel meer onverklaarbare (voor ons tegenstrijdige) elementen bestaan.

Dat we eigenlijk nauwelijks iets weten, komt omdat we ons eigen logische bewustzijn centraal stellen. En zelfs als we van ons collectieve bewustzijn inclusief virtuele en historische kennis uitgaan hebben we niets meer als de ruimtetijd van het nu.

Van het verleden weten we alleen de projectie op het nu en over de toekomst kunnen we alleen fantaseren. De betrouwbaarheid daarvan is klein, omdat het nu altijd subjectief is aan de beleving van de werkelijkheid. Enige uitzondering is creatie van een werkelijkheid. Die is tijds onafhankelijk en absoluut geldig binnen het kader van die creatie.

Conclusie: In ons totale ruimtetijd-stelsel (heelal) bestaat de tijd alleen als een punt, waarop de werkelijkheid subjectief wordt geprojecteerd. Voortschrijden van de tijd wordt waargenomen aan de hand van veranderingen van die projectie. (uitgedrukt als snelheid) Die waarneming is niet alleen subjectief, maar ook nog afhankelijk van gemoedstoestand of slaap/waak cq psychische- of medische fitheid of ontwikkelingsgraad van de waarnemer.

De tijd is dus een ongrijpbare (hogere) dimensie, die onafhankelijk is van de ruimte. Er zijn net zoveel tijdschalen als waarnemers van de tijd. (Dus is ook de lichtsnelheid relatief.) Wat wij kalendertijd noemen is een doorsnede van alle bekende tijdwaarnemingen, die kris kras door elkaar lopen. Neem bijvoorbeeld het moment van overstromen van het bad van Archimedes. Die ruimtetijd is een stelsel van relatieve ruimtetijden van ongeveer tweeduizend jaar. Of tijdens de REM-slaap kan ook in een ogenblik 100 jaar waargenomen worden. Dat betekent, dat de tijdvectoren niet parallel lopen.

Dus verwacht ik dat de kans dat de tijd een meerdimensionaal stelsel is veel groter dan de kans dat dit een punt op een tijdlijn is.

En creatie is onafhankelijk van de tijd. De 5e van Beethoven bestaat onafhankelijk van de tijd. Dat betekent, dat alle wetenschap onzeker is, behalve de wetenschap dat creatie absoluut bestaat.

Ter discussie de volgende stellingen: