Gebruiker:Lignomontanus/bedreigde-diersoorten

Bevat artikelen die bedreigd worden met verwijdering:

God van de Gaten

De term god van de gaten (Engels: god of the gaps) wordt gebruikt om het contrast aan te duiden tussen religieuze verklaringen van de natuur en verklaringen die gebaseerd zijn op de natuurwetenschappen. God als almachtige wordt volgens deze terminologie gebruikt door gelovigen ter verklaring van onbegrijpelijke verschijnselen. Wanneer een verschijnsel dan toch wetenschappelijk wordt verklaard, is er weer een gaatje gevuld, en wordt god alleen nog voor de resterende onbegrijpelijkheden gebruikt. Steeds meer zaken die vroeger met het ingrijpen van een goddelijk wezen verklaard werden, hebben tegenwoordig een duidelijke natuurwetenschappelijke verklaring gevonden.

Sinds Newton is er geen god meer nodig om de planeten in hun banen te houden, maar Newton meende dat alleen God de zon en de planeten had kunnen scheppen en in hun banen plaatsen. Sindsdien heeft de wetenschap daarvoor een natuurwetenschappelijke verklaring gevonden. Toen Napoleon omstreeks 1800 aan Laplace vroeg waarom hij in zijn boek over de astronomie geen enkele maal het woord "God" had genoemd, antwoordde de beroemde astronoom hem: "Je n'ai pas besoin de cette hypothèse" (vertaling: ik heb deze hypothese niet nodig).

Sinds Darwin de evolutietheorie formuleerde, is het idee van een god ook niet meer noodzakelijk om het ontstaan van de vele soorten levende wezens te verklaren.

Vaak hebben tegenstanders van het materialisme verklaard dat de evolutie onmogelijk bepaalde complexe structuren zou hebben kunnen creëren, en dat daarvoor zeker de interventie van een intelligente schepper vereist is (zie: Intelligent design). In veel gevallen zijn darwinisten erin geslaagd om voor de ontwikkeling van dergelijke ogenschijnlijk wonderbaarlijke structuren plausibele verklaringen te vinden in het kader van de evolutietheorie. Dikwijls werden er ook in het fossiel archief "ontbrekende schakels" gevonden, die getuigen van tevoren door velen voor onmogelijk gehouden evolutionaire sprongen (Australopithecus, Homo erectus, Archaeopteryx, Pakicetus, enz.).

Het aantal "gaten" in dat wat de wetenschap kan verklaren is dus afgenomen. Beoefenaars van de evolutionaire psychologie en de cognitieve wetenschap hebben al heel wat interessante hypothesen ontwikkeld voor de ontwikkeling van de dierlijke en menselijke intelligentie, maar deze wetenschappen staan nog in hun kinderschoenen. Ook is er voor de oorsprong van het heelal (zie Big bang) nog geen sluitende verklaring gevonden, en hetzelfde geldt voor het ontstaan van het leven. Het ontbreekt hier niet aan hypothesen maar het is een kwestie van geloof of wetenschappers er ooit in zullen slagen spijkerhard wetenschappelijk bewijsmateriaal te vinden dat deze hypothesen ondersteunt.

Aanhangers van het materialisme voeren daartegen aan dat de natuurwetenschappers voor het bewezen achten van een theorie veel hogere eisen aan zichzelf stellen dan de creationisten (en andere aanhangers van een schepper) die menen dat de rationaliteit van het bestaan van een schepper met behulp van logica en filosofie voldoende aannemelijk kan worden gemaakt.

Het argument van de "god van de gaten" gaat ervan uit dat het zoeken naar bovennatuurlijke verklaringen meer vragen oproept dan het beantwoordt (bijvoorbeeld: waar komt die almachtige schepper vandaan?) en daarom niet de test van het scheermes van Occam doorstaat.

De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett maakt het onderscheid tussen hemelhaken en kranen. Hij is van oordeel dat er eerst moet worden gezocht naar "kranen", verklaringen die in overeenstemming zijn met de natuurwetten, en dat "hemelhaken", bovennatuurlijke verklaringen, met groot wantrouwen moeten worden bekeken.

[bewerken] Bron Daniel Dennett - Darwins Dangerous Idea (1995) (Ned. vert.: Darwins gevaarlijke idee. [ISBN 978-90-467-0253-6]).

Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org/wiki/God_van_de_gaten"