Gebruiker:Leos1968/Kladblok

Cornelis Ebertus Maria (Cees) Struyker-Boudier (1937 Bandoeng (Indonesië) - 2015 Nijmegen) Nederlands filosoof, filosofiehistoricus en hoogleraar.

Levensloop. Het gezin groeide op in een Japans interneringskamp. Na het gymnasium studeerde Cees wijsbegeerte en psychologie in Nijmegen, waarna hij de militaire dienstplicht volbracht. Daarna werkte hij enige tijd als psychologisch adviseur voor maatschappelijke instellingen. Dan werd hij wetenschappelijk medewerker aan het Filosofisch Instituut van Nijmegen. In 1970 promoveerde hij (cfr. publicaties). Kort daarop werd hij hoogleraar voor wijsgerige antropologie aan de Faculteit van Psychologie.

In 1980 overleed zijn vrouw. Struyker-Boudier liet zich tot priester wijdden voor de parochie Malden. Hij was daarvoor al lekenpriester voor de Studentenkerk geweest. Hij had twee kinderen.

Zijn broer Henk Struyker-Boudier was neerlandicus met humanistische belangstelling en was eveneens verbonden aan de Universiteit Nijmegen.

De filosofie. Struyker-Boudier werd gefascineerd door de wijsgerige psychologie met inachtneming voor de fenomenologische methodes en de existentialistische insteek. Dit houdt in, met aandacht voor de menselijke persoon los van de wetenschap en de grote systemen, maar juist in samenhang met de leefwereld. De puur wetenschappelijke visie op de mens is een reductionisme, dat tekort doet aan zijn vrijheid, (zelf-)bewustzijn, creativiteit en, vooral, verantwoordelijkheid. Het existentialisme benadrukt dan nog de vrijheid. In het bijzonder moet hier Merleau-Ponty genoemd worden. Sartre wordt dan gezien als een radicaal van de vrijheid ("ultra-bolsjewiek"), maar Merleau-Ponty schreef veel over de weefsels waarin het subject reeds fundamenteel gesitueerd was -- een substantiëlere vrijheid.

Omdat al deze concepten gelijk ook een moraalfilosofische diepte bezitten, waren deze stromingen destijds ook in de mode in confessionele kringen. Het verbaast dan ook niet dat Struyker-Boudier belangstelling had voor, en kreeg van, katholieke dan wel anderszins christelijke contexten.

De publicaties. Selectie.

  • Jean-Paul Sartre : een inleiding tot zijn denken (Lannoo, 1967)
  • Fenomenologie en psychoanalyse. De problematiek van het bewustzijn en de psychoanalyse bij Maurice Merleau-Ponty (Nijmegen, 1970, dissertatie)
  • Vervreemding en bevrijding : bijdragen tot een moderne antropologie (Bilthoven, 1972)
  • Politieke dissidenten (Bilthoven, 1974)
  • Vragen staat vrij (Baarn, 1978)
  • Zelfverwerkelijking : vraagtekens bij enkele moderne idolen (Baarn, 1979)
  • Het lijkt nergens op : invallen en ideeën over lief en leed (Baarn, 1980)
  • Morgen is het zondag : verkenningen in hedendaags scheppingsdenken (Kampen, 1990)
  • Amor ergo sum : aanzetten tot een filosofie van de liefde (Kampen, 1992)
  • Een man van de geest : hoofdstukken over leven en werken van Ferdinand Sassen (Nijmegen, 1997)

Redes.

  • Moderne antropologie : een konfrontatie van prakties-kritiese en fenomenologies-existentiële antropologie (Inauguratie, 1971)
  • Bevrijd tot vreugde : contouren van een westerse bevrijdingstheologie (Diesrede, KTH Amsterdam, 1987)

De hoofdwerken. Geschiedschrijvingen van encyclopedische allure.

  • Een hoofdstuk uit de geschiedenis van fenomenologie en existentiefilosofie in Nederland en België, 3 dln. in 4 bdn. Nijmegen, 1982.
  • Wijsgerig leven in Nederland, België en Luxemburg, 1880-1980, in 8 dln., Nijmegen, 1985-1992.