Gebruiker:JoëlleMarieD/Kladblok

1) Woning Hartmann

Woning Hartmann

bewerken

De woning Hartmann is een villa met wintertuin aan het Henri Van Cleemputteplein 2 in Sint-Amandsberg. Het is een overblijfsel van de voormalige bloemisterij J.P.

Villa met wintertuin J.P. Hartmann
 
Villa van Johannes Palmer Hartmann (1870-1948) aan het huidige Henri Van Cleemputteplein
Locatie
Adres Henri Van Cleemputteplein 2, Sint-Amandsberg
Opening 1908
Verbouwing 1930: vergroting aan de zuidgevel
Bouwinfo
Architect Carl Brommer
Opdrachtgever Johannes Palmer Hartmann
Portaal      Civiele techniek en bouwkunde

(1897-1974). De villa werd gebouwd in 1908 en de wintertuin in 1928, in opdracht van bloemist Johannes Palmer Hartmann (1870-1948). De villa met wintertuin is erkend als onroerend erfgoed.[1][2][3]

Voorgeschiedenis

bewerken

Johannes Hartmann kocht in 1897 een terrein aan het Prins Albertplein in Sint-Amandsberg (het huidige Henri Van Cleemputteplein). In het noordwesten was het terrein begrensd door een zandweg die het ‘Slokkeboomke’ werd genoemd (de huidige Azaleastraat). Het aardappelveld reikte in het noorden tot de toenmalige spoorweg Gent-Antwerpen (de huidige Victor Braeckmanlaan). In het zuiden raakte het aan de landbouwgronden van de Sint-Baafskouter. Op dit terrein startte Hartmann zijn bloemisterij.[3]

Villa Hartmann

bewerken

Bloemist Johannes Hartmann liet de villa bouwen in 1908 naar een ontwerp van de Deense architect Carl Brommer. In 1930 werd de villa aan de zuidelijke kant vergroot, volgens een ontwerp van dezelfde architect.[1][2][3]

Wintertuin

bewerken

De wintertuin met polygonaal portaal is aangelegd in 1928. Johannes Hartmann liet de tuin bouwen naar voorbeeld van de wintertuin van Charles de Kerchove de Denterghem aan de Nieuwe Wandeling, die in 1875 werd aangelegd. De materialen die werden gebruikt bij de constructie van Hartmanns wintertuin zijn ijzer, glas en beton. De serre heeft een schilddak met een dubbele lichtkap waar een ijzeren windwijzer met een zeilbootsymbool op staat. Het dakspant is van ijzer en het initiaal H van Hartmann is erin verwerkt. Het ijzeren gebinte van de serre staat in 2021 nog overeind, maar het glas is verdwenen.[1][2][3]

Galerij

bewerken

Zie ook

bewerken

Bibliografie

bewerken
  1. a b c Chris Bogaert, Mieke Verbeeck, Kathleen Lanclus (1983). Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4ND, Brussel - Gent.. Brepols, pp. 306-7.
  2. a b c Villa en wintertuin van bloemisterij J.P. Hartmann. inventaris.onroerenderfgoed.be. Geraadpleegd op 30 november 2021.
  3. a b c d Maes, André (2007). Meer dan een naam: een laan voor Johannes Hartmann in Sint-Amandsberg. Heemkundig Nieuws, Contactblad Heemkundige Kring De Oost-Oudburg 33


2) Johannes Palmer Hartmann

Johannes Palmer Hartmann

bewerken
 
Johannes Palmer Hartmann (foto door Hélène Waelbroeck-Hartmann) (uit Terugblik op Sint-Amandsberg, Roger Poelman, p. 336)

Johannes Palmer Hartmann (Kopenhagen 18 januari 1870 - Gent 18 maart 1948) was een bloemist die vooral bekendheid verwierf met zijn bloemisterij in Sint-Amandsberg. Na zijn studies in Kopenhagen vertrok Hartmann op studiereis door Europa, waarna hij uiteindelijk in Sint-Amandsberg een bloemisterij begon. De bloemist bouwde het grootste tuinbouwbedrijf van Gent uit en viel meermaals in de prijzen op de Gentse Floraliën. Vandaag is zijn villa met wintertuin nog altijd te bezichtigen aan het Henri Van Cleemputteplein in Sint-Amandsberg.[1][2][3]

Jeugd in Denemarken

bewerken

Johannes Hartmann werd geboren in een Deense componistenfamilie. Hij was de zoon van de componist Emil Hartmann (1836-1898) en de kleinzoon van de componist Johan Peter Emilius Hartmann (1805-1900).[1][2]

Als jongere bracht Johannes zijn vakanties door bij zijn zus Bodil Hartmann (1867-1959) in het kasteel Fuglsang op het eiland Lolland. Ze was net zoals de rest van de familie heel muzikaal aangelegd en organiseerde veel huisconcerten en feesten. Johannes interesseerde zich echter meer voor de natuur en trok op met de tuinmannen die de uitgestrekte tuin met de gazons, bomen en struiken onderhielden, alsook de bloemen in de serres. Hij ging dan ook naar de tuinbouwhogeschool (Landbohöjskolen) in Kopenhagen, waar hij in 1894 zijn diploma behaalde.[2]

Europees avontuur

bewerken

Nadat Johannes op 24-jarige leeftijd afstudeerde van de Landbohöjskolen, vertrok hij op studiereis doorheen het Europese vasteland en Engeland. Daar bestudeerde hij de grote bloemisterijen en plantentuinen. Hij bezocht steden zoals Berlijn, Parijs, Sint-Petersburg en Londen, maar was vooral geïnspireerd door wat hij in Gent zag. De stad was op dat moment namelijk internationaal befaamd op vlak van het kweken van bloemen en planten. Johannes ging dan ook aan het werk bij bloemist Karel Petrick, die een bedrijf had in de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg.[1][2][3]

De uitbouw van een leven in Sint-Amandsberg

bewerken

In het bedrijf van Karel Petrick ondervond Hartmann dat de aardappelgrond in Sint-Amandsberg ideaal was om azalea’s te kweken. Hij kocht een klein huisje met aanpalend aardappelveld van 5000 vierkante meter aan het toenmalige Prins Albertplein (later het Henri Van Cleemputteplein) en startte er in januari 1897 een bescheiden tuinbouwbedrijf met zes kleine serres. "Etablissement d’Horticulture J.-P. Hartmann" was geboren.[1][2]

In 1898 trouwde hij met zijn nicht Ellen Hartmann. Het paar woonde eerst aan de Coupure en de Lousbergkaai, maar Ellen en Johannes verhuisden in 1908 naar de villa die werd opgetrokken bij de bloemisterij. In datzelfde jaar overleed Ellen. Ze werd begraven op het Campo Santo, maar werd later overgebracht naar Denemarken.[2]

Hartmann werd in het interbellum één van de voornaamste deelnemers op de vijfjaarlijkse Gentse floraliën. In de floraliën van 1923, 1928, 1933 en 1938 werd hij telkens met een 50-tal prijzen onderscheiden. Zo won hij in 1923 en 1938 ook de ereprijs van Hare Majesteit Koningin Elisabeth. In 1933 won hij de wisselbeker van de tentoonstelling die hem in 1938 blijvend werd toegekend.[2]

Door zijn bekendheid en verdienste kreeg Hartmann verschillende erefuncties. Zo werd hij in 1923 tot Consul van Denemarken benoemd te Gent. Ook was hij gedurende meerdere jaren voorzitter van de Liga van Belgische Tuinbouw-Exporteurs. Verder was Hartmann vertegenwoordiger van Dansk Samvirke in Gent: een organisatie die culturele band tussen België en Denemarken wilde bevorderen.[1][2]

In 1924 trouwde hij een tweede keer met Sigyn Kemp, afkomstig uit een zeer oude Deense familie. Met haar zou Hartmann vijf kinderen krijgen.[2]

Hartmanns impact op Sint-Amandsberg valt niet te overzien. Zo liet hij in 1927 aan de Port Arthurlaan een Deens Zeemanshuis bouwen dat dienst deed als luthers-protestantse kerk.[2]

WOII en het einde van Hartmanns leven

bewerken

De glorie van het tuinbouwbedrijf van Johannes Hartmann kwam tot een halt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Hartmann kreeg voedselpakketten van het Deense Rode Kruis omdat hij met zijn plantenbedrijf niet voor de Duitse bezetter kon werken. In een groot deel van de serres werden tomaten gekweekt in plaats van planten en bloemen. Op de velden buiten werden hier en daar aardappelen geteeld. Hartmann toonde ook zijn hart aan de inwoners van Sint-Amandsberg. De bewoners in de buurt konden bij bombardementen schuilen in de kelders onder de villa van Hartmann.[2]

Hoewel de Tweede Wereldoorlog en vooral de naoorlogse periode een moeilijke tijd werd voor Belgische tuinbouwers, loodste Johannes zijn bedrijf door de crisis. Sinds 1945 assisteerde Johannes' oudste zoon Oluf zijn vader ook in de bloemisterij.[2]

Johannes Palmer Hartmann overleed op 28 maart 1948 thuis na een korte ziekte. De kist werd rondgedragen in de wintertuin en er werd een kerkdienst gehouden in het Zeemanshuis aan de Port Arthurlaan. Daarna werd hij via Antwerpen per schip naar Kopenhagen gebracht, waar hij werd bijgezet in de familiekelder. Hierna leidde Oluf zijn bedrijf tot 1974.[1][2]


3) Bloemisterij J.P. Hartmann

Bloemisterij J.P. Hartmann

bewerken

Bloemisterij J.P. Hartmann of "Etablissement d’Horticulture J.-P. Hartmann" werd in januari 1897 gesticht te Sint-Amandsberg door de Deense Johannes Palmer Hartmann (1870-1948). Het bedrijf groeide in enkele jaren tijd uit tot het grootste tuinbouwbedrijf van Gent en was wereldwijd gekend voor het kweken van azalea’s, laurierbomen, palmen, camelia’s en knolbegonia’s. In 1948 nam Oluf Palmer Hartmann (1925-2008) het bedrijf van zijn vader over. Na een periode van crisis besliste Oluf in 1974 om te stoppen met de firma.[4][5][6]

Een bescheiden begin

bewerken

Na een opleiding in de tuinbouwschool van Kopenhagen en een aantal studiereizen doorheen Europa, werkte Johannes Hartmann mee in het tuinbouwbedrijf van Karel Petrick in Sint-Amandsberg. Daar zag hij dat de aardappelgronden in Sint-Amandsberg uiterst geschikt waren om azalea’s te kweken. Daarom kocht Hartmann een huisje met aanpalend aardappelveld van 5000 vierkante meter, aan het Prins Albertplein (het huidige Henri Van Cleemputteplein). Op dit terrein startte hij in januari 1897 een bescheiden tuinbouwbedrijfje. In het noordwesten was het terrein begrensd door een zandweg die het ‘Slokkeboomke’ werd genoemd (de huidige Azaleastraat). De bloemenvelden reikten in het noorden tot de toenmalige spoorweg Gent-Antwerpen (de huidige Victor Braeckmanlaan). In het zuiden raakten ze aan de landbouwgronden van de Sint-Baafskouter. Hartmann liet op zijn terrein zes kleine serres en een remise bouwen. Bij de start had het bedrijf één arbeider in dienst.[4][5][6]

In 1899 werd het bedrijf getroffen door tegenslag; de opslagplaats en een deel van de serres gingen in vlammen op. Toch bleef Johannes doorgaan met zijn jonge onderneming.[4][5]

Een bedrijf in bloei

bewerken

De tegenslag van 1899 leek in 1903 helemaal vergeten toen de firma Hartmann de aandacht trok op de Gentse floraliën. Hartmann pakte uit met de nieuwste azaleavariëteiten van het moment.[7]

Er gebeurde ook al een eerste uitbreiding van de infrastructuur in 1904, toen er een grote verzendingshal en een eerste watertoren gebouwd werden.[5]

Na de Eerste Wereldoorlog volgden de jaren van expansie voor het bedrijf. In 1924 stonden er 80 serres op het terrein. In 1928 wilde Hartmann een wintertuin, geïnspireerd op de wintertuin van Charles de Kerchove de Denterghem aan de Nieuwe Wandeling, die in 1875 werd aangelegd. In 1930 was de oppervlakte van het bedrijf al vergroot tot 10000 vierkante meter. Hartmann was in het bezit van een honderdtal serres en vier grote remises van elk 200 vierkante meter, die de helft van de bedrijfsoppervlakte innamen. In de serres overwinterden de planten en in de remises werden de planten ingepakt. Bloemisterij Hartmann had ook drie waterreservoirs van elk 200000 liter waarin het sproeiwater voor de planten werd opgeslagen. Om het water rond te pompen, de machines te laten draaien en de verlichting te laten branden, was de firma ook uitgerust met een elektrictiteitscentrale. Op dat moment had Hartmann 125 werknemers in dienst. De man was ook in het bezit van enkele andere bedrijven in de omgeving en samen met die andere bedrijven vormde bloemisterij Hartmann een geheel.[4][5][6]

De steeds groter wordende firma werd in het interbellum dan ook een publiekstrekker op de vijfjaarlijkse Gentse floraliën. Bloemisterij Hartmann stond er bekend om haar grote aanvoer van planten. In 1923 stelde het bedrijf Hartmann bijzondere palmen tentoon. In 1928 focuste hij dan weer op camelia’s en laurierbomen. In 1933 blonk de firma uit door overvloedig bloeiende rododendrons te exposeren, terwijl er dat jaar in het algemeen minder rododendrons werden aangevoerd op de Gentse Floraliën. Ook in de afdeling laurierbomen was de firma Hartmann goed vertegenwoordigd. In de floraliën van 1923, 1928, 1933 en 1938 werd hij telkens met een 50-tal prijzen onderscheiden. Hij kreeg ook tweemaal de ereprijs van Hare Majesteit Koningin Elisabeth in 1923 en 1938 voor de mooiste azalea. De firma Van Houtte senior was één van de grootste concurrenten van Hartmann op vlak van bloeiende planten, zoals azalea’s en rododendrons.[4][5][6][7]

In het bedrijf werden jaarlijks 2 miljoen knollen van gloxioma’s en begonia’s gekweekt. Ook azalea’s, araucaria’s, laurierplanten, palmen en rododendrons behoorden tot de afgeleverde planten. Zo kweekte bloemisterij Hartmann jaarlijks 200000 Indica azalea’s en 150000 araucaria's die in de herfst werden verkocht. Hartmann liet elk najaar 1 miljoen kokospalmzaden uit Brazilië en 45 miljoen Howea-zaden uit Australië importeren. Deze werden dan door siertelers in de omgeving van Gent gezaaid en werden later als planten geleverd aan bloemisterij Hartmann. Een bepaalde palmsoort, de Phoenix canariensis, werd gezaaid en opgekweekt in een bedrijf in Midden-Frankrijk en daarna, wanneer de planten drie tot vier jaar oud waren, naar Gent gebracht. Na een cultuur van nog eens zes maand werden ze verder verkocht. Gedurende de uitvoermaanden vertrokken er tot 80 wagens, wat neerkomt op een gemiddelde van één wagen per dag.[4][5]

Om de internationale handel te verzekeren had Hartmann 12 agenten in dienst in de rest van Europa, in Canada en in Zuid-Amerika. Het bedrijf leverde onder andere palmbomen, laurieren, azalea’s, araucaria’s en hortensia’s aan de sjah van Perzië, aan de oom van koning Farouk van Egypte en aan de koningshuizen van Roemenië en Bulgarije.[5]

Door de bekendheid van de bloemisterij, liepen er regelmatig Deense telers stage om hun kennis te verbeteren.[6]

 
Vervoer van planten in bloemisterij Hartmann. Uit het prentenkabinet van het DSMG.

WOII en de overname door Oluf

bewerken

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er in een groot deel van de serres plaatsgemaakt voor het kweken van tomaten in plaats van planten en bloemen. Ook op de bloemenvelden buiten werden hier en daar aardappelen geteeld. Verder was er ook beperkte schade door de bombardementen. Het glas van de serres in de wintertuin brak hierbij.[5]

Toch bleef het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog voortbestaan. Vanaf 1945 assisteerde Oluf, de oudste zoon van Johannes, zijn vader in het bedrijf. Toen Johannes in 1948 stierf nam Oluf het roer over.[5]

De bloemisterij had in 1949 een oppervlakte van 50000 vierkante meter. 12000 vierkante meter was daarvan ingenomen door 80 serres. 2000 vierkante meter was bebouwd met vier grote remises waar de planten verpakt werden en twee grote overdekte ruimtes om de araucaria’s te laten groeien. Het personeel schommelde tussen 50 en 75 werklui.[5]

De buitenlandse bloemen- en plantenexport nam echter stelselmatig af doordat buitenlandse klanten zelf met de auto naar de bloemisterijen trokken. Ook werd de firma Hartmann getroffen door de oliecrisis. Bovendien geraakten de 50-jaar oude serres versleten. Oluf Hartmann besliste in 1974 dan ook om definitief met bloemisterij Hartmann te stoppen.[5]

Bibliografie

bewerken
  1. a b c d e f Van de Maele, Romain John (2014). Emma Kraft, een Deense schrijfster op bezoek in Gent.. Ghendtsche Tydinghen 43
  2. a b c d e f g h i j k l m Maes, André (2007). Meer dan een naam: een laan voor Johannes Hartmann in Sint-Amandsberg. Heemkundig Nieuws, Contactblad Heemkundige Kring De Oost-Oudburg 33
  3. a b R. Viane, René de Herdt, Lucien Debersaques (2008). Flowers in history : Gentse Floraliën 1808-2008. Lannoo, Tielt. ISBN 978-90-209-7737-0.
  4. a b c d e f R. Viane, René de Herdt, Lucien Debersaques (2008). Flowers in history : Gentse Floraliën 1808-2008. Lannoo, Tielt. ISBN 978-90-209-7737-0.
  5. a b c d e f g h i j k l Maes, René (2007). Meer dan een naam: een laan voor Johannes Hartmann in Sint-Amandsberg.. Heemkundig Nieuws, Contactblad Heemkundige Kring De Oost-Oudburg 33
  6. a b c d e Van de Maele, Romain John (2014). Emma Kraft, een Deense schrijfster op bezoek in Gent.. Ghendtsche Tydinghen 43
  7. a b René De Herdt (1990). Gentse Floraliën : sierteelt in Vlaanderen. Stichting Mens en Kultuur, Gent. ISBN 90-72931-08-4.

--> Ik krijg mijn bibliografie niet mooi bij de twee laatste artikels geplaatst.