Gebruiker:Joël Hooybergs/Kladblok

Joël Hooybergs/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van Joël Hooybergs.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.

Blasius Bremser-orgel Sint-Lambertuskerk Geel-Bel (B)

De huidige neogotische Sint-Lambertuskerk uit 1877-1878, ontworpen door provinciaal architect Pieter Jozef TAEYMANS (1842-1902), is de derde Belse kerk waarover bronnen bestaan. De kerktoren in Kempi-sche gotiek uit het einde van de 15de eeuw is het enige overblijfsel van de kerk die op 5 augustus 1703 (in volle successieoorlog), samen met het positief(orgel), volledig in vlammen opging. Ze werd in 1705 heropgebouwd, maar wegens verval op haar beurt opnieuw vervangen door het huidige kerkgebouw. ‘Enige tijd vóór 1787’ kocht pastoor STERCKX het orgel aan, voorzien van een kast met sierlijk hout-snijwerk (2de helft 17de eeuw – vóór 1679). Het auteurschap van Blasius BREMSER kan niet onweerlegbaar bewezen worden, maar heel wat stijlkenmerken maken die hypothese sterk aannemelijk. Het is niet geweten waar Sterckx het orgel destijds op de kop kon tikken. Vermoedelijk gaat het over een verbeurd verklaarde eigendom uit één van de kloosters die vanaf 1783 onder de Habsburgse Keizer-koster Jozef II tijdelijk of definitief ontheven werden. Een andere verklaring is te zoeken in de opheffing van de jezuïe-tenorde en sluiting van hun kloosters door paus Clemens XIV in 1773. Eigendommen en inboedel werden hierbij verbeurd verklaard en verkocht. Volgens een andere hypothese werd het orgel gewoon-weg als tweedehandsinstrument van de hand gedaan en opgekocht door de Belse pastoor. Het orgel stond al in de tweede kerk (1705-1877/78) vooraleer het zijn definitieve plaats kreeg op de huidige tribune. In de 19de eeuw ontsnapte het instrument niet aan de onstuitbare mode om orgels te ‘romantiseren’. Kerkrekeningen vermelden dat Theodoor SMET (1782-1853) in 1844 een nieuwe trompet plaatste en reparaties uitvoerde. Vanaf dan werd het orgel op regelmatige basis door hem en naderhand door zijn vennoot (1839), Henri VERMEERSCH (1815-1886), onderhouden. Deze laatste verving de (waar-schijnlijk) oorspronkelijke windlade en verwijderde grotendeels het originele pijpwerk. Vanaf 1853 tot 1869 vermelden de rekeningen regelmatig de Lierse orgelbouwer Willem Hendrik MONDT (1824-1868) (met vervanging van de vermoedelijk originele spaanbalgen) en later DAMEL uit Sint-Truiden voor onderhoud. Bij de verplaatsing naar de nieuwe kerk onderging het orgel opnieuw dispositiewijzigingen. Op 7 oktober 1981 werd het orgel bij Koninklijk Besluit geklasseerd als beschermd monument. Het bijzonder goed bewaarde orgel van vader Jan Bremser (° Duitsland, ca. 1600-1610 – † Mechelen, 1669) in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aarschot (1646) was voor deze restauratie/reconstructie richtinggevend. Het Belse instrument is na het orgel van de Elzenveldkapel (2007) in Antwerpen en dat van Aarschot (2013) ‘s lands derde gerestaureerde Bremser-orgel. Het belangrijkste 19de-eeuwse romantische pijpwerk werd zorgvuldig geïntegreerd in het nieuw ontworpen koororgel (7 registers; 392 pijpen).