Gebruiker:JJV93/Kladblok

Jansje Gretha Schuiringa bewerken

Jansje Gretha Schuiringa (Balmahuizen, 9 juli 1887 – Utrecht, 1 augustus 1975) was een Nederlands tandarts en lector in de prothetische tandheelkunde.

Jeugd en studie bewerken

Jans Schuiringa werd geboren in een welvarend boerengezin. Na de lagere school ging zij naar de HBS in Groningen. Na de HBS volgde Schuiringa een privéopleiding bij een Groningse tandarts, aangezien er in Groningen geen studie tandheelkunde was. In 1909 legde Schuiringa theoretisch examen af. Hierna vervolgde zij haar studie aan het Tandheelkundig Instituut in Utrecht. Op 27 juni 1913 behaalde zij haar tandartsdiploma. Schuiringa was de eerste in Nederland die de titel tandarts toegekend kreeg. Tot 28 april 1913 was de titel tandmeester van toepassing, maar door een wetswijziging veranderde dit in tandarts.[1]

Onderwijs en lector bewerken

Aan het Tandheelkundig Instituut werd zij op 1 oktober 1913 aangesteld als assistent van de toenmalige lector J.J.E. de Vries op de afdeling protheses. In 1914 werd zij eveneens assistent op de afdeling orthodontie, onder leiding van J.A.W. van Loon. Onder zijn invloed ontwikkelde Schuiringa een interesse voor gebitsprotheses, een vakgebied dat destijds nog in de kinderschoenen stond. Ook begon Schuiringa een particuliere praktijk in Utrecht.

Nadat J.J.E. de Vries in 1918 vertrekt als lector aan het Tandheelkundig Instituut werd Schuiringa belast met het onderwijs in de prothetische tandheelkunde. In 1920 werd zij officieel benoemd tot lector, destijds de hoogste functie binnen de tandheelkunde.

Tweede Wereldoorlog bewerken

Vanwege de dreiging van de Tweede Wereldoorlog wordt het Tandheelkundig Instituut om hulp gevraagd. In 1938 gaf Schuiringa les aan reserve-officier-tandartsen en in 1939 werd de centrale prothesedienst van het ministerie van Defensie ondergebracht in het Tandheelkundig Instituut en kwam deze onder leiding van Schuiringa te staan. In de meidagen van 1940 bevond Schuiringa zich in het Seminarium Hageveld in Heemstede, waar zij de leiding heeft over de afdeling chirurgische prothese. Tijdens de oorlog is Schuiringa van groot belang geweest voor het Tandheelkundig Instituut. Toen haar verteld werd het Tandheelkundig Instituut aan de Jutfaseweg te verlaten en haar werkzaamheden voort te zetten in het Stads- en Academisch Ziekenhuis Utrecht (SAZU) aan de Catharijnesingel weigerde Schuiringa het instituut te verlaten. Zij wilde niet het risico lopen dat de inventaris van het instituut geplunderd zou worden. Doordat Schuiringa in het instituut bleef werken, bleef de inventaris intact en kon het instituut in 1945 weer snel opgestart worden. Op 23 september 1945 werd Schuiringa gevraagd om waarnemend directeur van het Tandheelkundig Instituut te worden.

Literatuurlijst bewerken

  • M.I.C. Offereins, Vrouwenminiaturen: biografische schetsen uit de exacte vakken, (Utrecht 1996).
  1. De titel 'tandmeester' gewijzigd in dien van 'tandarts'. Geraadpleegd op 13 oktober 2016.