Gebruiker:InaDewulf/Kladblok

Eerste kinderdagverblijf in België

bewerken

Aan de Brusselse Zuidlaan ging op Kerst 1845 het eerste kinderdagverblijf open, la crèche mère. Hun bereik was beperkt. In de stad Luik organiseerde de lokale overheid sinds 1879 kinderopvang.

In 1909 was de capaciteit van de Belgische kinderopvang 3.500 kinderen. De crèche was op dat ogenblik vooral een (medische) voorziening voor de preventie van kindersterfte, geen pedagogische dienstverlening aan werkende gezinnen.

Het is de periode van industrialisatie en verstedelijking. Ondanks de trek naar de fabrieken is er nog veel huisnijverheid en hoge kindersterfte. Schoolplicht bestond nog niet en kinderarbeid was normaal. De woonplaats was soms meer een werkplaats dan een veilige plek om op te groeien.

De overheid begon de diverse private initiatieven inzake kinderopvang op te volgen. Elise Plasky, inspectrice van het ministerie Industrie en Arbeid, publiceert in 1909 een eerste rapport. In 1919 kwam het rapport van Henri Velge. Beiden verschillen van mening omtrent kinderopvang. Elise Plasky ziet die als publiek domein en als een burgerrecht. Ze vond het een schande dat geen enkele gemeente het voorbeeld van Luik volgde, waar de lokale overheid sinds 1879 kinderopvang organiseerde en betaalde. Henri Velge ziet het als een noodvoorziening en gaat uit van een ideaalbeeld van kinderzorg door de moeder thuis.

Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK)

bewerken
 
Een verpleegster in opleiding leert de kinderen verzorgen in 1942.

Na de Eerste Wereldoorlog domineren de beelden van Henri Velge en wordt het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK) opgericht. Het actieterrein van NWK is ruim: consultatiebureaus voor zuigelingen, zelfstandige opvangouders, melkvoorzieningen, zorg voor moeders, schoolmaaltijden en de koloniën voor zwakke kinderen. Henri Velge was de eerste secretaris-generaal van het NWK. De organisatie van kinderopvang blijft in handen van private initiatieven, NWK observeert en ondersteund.

Bij de federalisering van België wordt het NWK opgesplitst en worden haar taken in Vlaanderen overgenomen door Kind & Gezin. Midden in de jaren tachtig steeg het gebruik van kinderopvang sterk. Kinderopvang werd ook steeds meer georganiseerd via opvanggezinnen en onthaalmoeders, ook werkgevers werden actief op dit terrein.