Gebruiker:Haaftjlv/ISVW^hist

ISVW


Geschiedenis bewerken

Voorspel bewerken

De ‘Internationale School voor Wijsbegeerte’ is geboren uit idealisme. Terwijl de Eerste Wereldoorlog woedde, zocht een groep denkers in het neutraal gebleven Nederland naar manieren om het geweld te stoppen. Men wilde werken aan een nieuwe Europese cultuur, waarin persoonlijke ontwikkeling, emancipatie en politiek idealisme de boventoon zouden voeren. Verbetering van de verstandhouding tussen sociale groepen door middel van opschoning van de taal ( zie : significa ) werd door een aantal oprichters als een belangrijk middel gezien.

In het bijzonder de schrijver en psychiater Frederik van Eeden was hiertoe sterk gemotiveerd na het mislukken van zijn praktische hervormingprojecten ( o.a. de leefgemeenschap ‘Walden’). In 1910 was hij een correspondentie begonnen met vooraanstaande schrijvers en denkers in binnen- en buitenland. Dit had geleid tot oprichting van de Forte Kring (genoemd naar de plek van samenkomst, Forte dei Marmi bij Pisa). Deelnemers waren o.a. de Duitse schrijver Erich Gutkind, de filosoof Martin Buber, de Zweedse psychotherapeut en schrijver Poul C. Bjerre, schrijver en literatuurcriticus Gustav Landauer en Van Eedens oude vriend, de sinoloog, tolk en schrijver Henri Borel. Kort na het begin van WOI viel deze elitaire internationele kring echter al uit elkaar. Toch bleven Van Eeden en zijn geestverwanten aan het idee vast houden, hetgeen leidde tot plannen om een ‘Internationale Hoogeschool voor Wijsbegeerte’ op te richten.

Naast deze ontwikkelingen was er een andere groep, die in 1915 een congres wilde organiseren vanwege het door de oorlog aan de dag getreden gemis aan ‘geestelijk eenheidsbesef’. Betrokken bij dit initiatief waren o.a. Gravin van Randwijck - de Jonge en de theemakelaar en theosoof J.D. Reiman. Laatstgenoemde zou zich in de volgende jaren als een idealistisch bestuurder en - last but not least - als sponsor tot een van de belangrijkste 'founding fathers' van de school ontwikkelen. Een en ander mondde uit in de vorming van een ‘Voorlopig Comité’ tot stichting van een ‘Academie voor hoogere Wijsheid’, met als bestuursleden:

  • Prof. L.E.J. Brouwer, voorzitter, Amsterdam,
  • J.D. Reiman jr., secretaris, Amersfoort,
  • Baronesse M. van Asbeck, pennigmeester, Den Haag
  • Mevr. Dr. J. van den Bergh van Eysinga-Elias, lid, Santpoort,
  • H.P.J. Bloemers, lid, Amsterdam,
  • Ir. J.A. Blok, lid , Deventer,
  • Dr. Frederik van Eeden, lid, Bussum.

Brouwer was een Nederlandse wiskundige en mysticus, die wereldberoemd zou worden met zijn opvattingen over ‘intuïtionistische wiskunde’. Hij sympathiseerde ook met de denkbeelden van de significi. Diens betrokkenheid hadden Van Eeden na de ondergang van de Forte-kring weer warm doen lopen voor de oprichting van de School. Op 6 december 1915 werden de statuten van de nieuw op te richten stichting ‘Internationaal Instituut voor Wijsbegeerte te Amersfoort’ aangenomen. Het doel van de stichting was: vernieuwing van de waardebepaling der levenselementen van individu en gemeenschap, te bereiken door het stichten en instandhouden eener Internationale academie voor practische Wysbegeerte en Sociologie en het stichten en instandhouden van een internationale school voor wijsbegeerte en het daaraan verbinden van gelegenheid tot samenleving voor de studeerenden, en tenslotte het organiseeren van cursussen, ook buiten die school. Brouwers manier van doen en zijn ideeën stootten echter binnen het bestuur op onbegrip en weerstand. Hij wilde bijvoorbeeld een ascetische levenswijze op de School invoeren, waarvan volgens hem alles afhing. Uiteindelijk rees een conflict tussen Brouwer en Reiman, en verlieten Brouwer en Van Eeden het comité.

Van Brouwer was het plan geweest voor een internationale academie voor praktische wijsbegeerte en sociologie, maar de resterende bestuursleden lieten dit plan vallen en richtten op 13 februari de Internationale School voor Wijsbegeerte op, waarvan volgens de de stichtingsacte van 13 februari 1916 tot op heden de onveranderde doelstelling luidt: ‘het vormen van een centrum ter verdieping van levens- en wereldbeschouwing’.

Als uitgangspunt werd vastgesteld dat de school, die een internationaal karakter zou hebben en toegankelijk zou zijn voor allen die aan een dergelijke bezinning behoefte zouden hebben. De School mocht niet het domein zijn van één filosofische of religieuze richting. Integendeel, de School zou een vrij podium moeten zijn voor alle stromingen in de westerse en oosterse filosofie en voor alle stromingen op het gebied van religie, kunst, psychologie, enz. De docenten - ook de buitenlandse - zouden niet alleen vakgeleerden moeten zijn op hun speciale terrein, maar ook pedagogen, en wel in die zin dat zij de cursisten zouden aanmoedigen tot zelf-denken en zelf-doen en tot aan deelnemen aan de gedachtenwisseling, zowel met de cursusleider als onderling. Dit daadwerkelijk 'meedoen' van de cursisten werd, en wordt essentieel geacht: de School zou geenszins een instituut moeten zijn voor alleen maar kennisoverdracht, doch zou vooral het bewustwordingproces der toehoorders moeten bevorderen duur hun kritisch mededenken te stimuleren.

Bijna een eeuw cursussen en inleidingen bewerken

In de turbulente 20e eeuw verwierf de ISVW zich een unieke plaats in het Nederlands culturele leven. De filosofen Johannes Diderik Bierens de Haan en Clara Wichmann verzorgden de eerste colleges.

Een groot aantal Nederlandse prominente denkers en wetenschappers gaven cursussen en inleidingen aan de School, zoals onder anderen: Anton van der Horst,Wilhelmina Bladergroen, Fred Polak, Kees van Peursen, Kees Schuurman, Jan Sperna Weiland , en Gilles Quispel.

Prominente buitenlandse denkers als onder anderen Rabindranath Tagore, Martin Buber, Albert Schweitzer, Martin Heidegger,Carl Gustav Jung, Jean Piaget, Ernst Bloch, Karlfried Graf Dürckheim, Paul Tillich, Noam Chomsky, Karl Popper, Emmanuel Levinas, Rüdiger Safranski, Peter Sloterdijk en Martha Nussbaum, hebben de ISVW met een of meerdere bezoek(en) vereerd.

Zie ook bewerken

Johannes Diderik Bierens de Haan - Voorzitter Curatorium 1940 - 1946

Jacob Clay - Voorzitter van 1946 - 1951 ; directeur 1952 - 1953

Carl Mennicke - Directeur van 1934 - 1941 en 1945 - 1952

Kees Schuurman - Voorzitter van 1961 - 1970