Gebruiker:Duaseron/Slag bij Kautla

Tijdens de slag bij Kautla (Ests, Kautla lahing, Kautla veresaun of Kautla veretöö) stonden eind juli 1941 Sovjetvernietigingsbataljons van de NKVD, de Fins-Estse verkenningsgroep Erna en Estse Woudbroeders in Kautla, Harjumaa, Estland, tegenover elkaar. Tijdens de slag pleegden de vernietigingsbataljons een reeks moorden met twintig tot dertig burgerslachtoffers als gevolg.

Slag bij Kautla
Onderdeel van Tweede Wereldoorlog
Datum 24 juli 1941
Locatie Kautla, Estland
Resultaat Overwinning voor de Sovjet-Unie
Strijdende partijen
Sovjet-Unie Woudbroeders

Finland Estse vrijwilligers

Verliezen
Geen 20-30 vermoorde burgers

Op 10 juli 1941 landde de langeafstandsverkenningsgroep Erna, een Finse eenheid die uit Estse vrijwilligers bestond, in Salmistu (Harjumaa) waarna ze zich door de bossen richting Kautla begaf. Tegen midden juli voegden zich ook een vijftiental Estse deserteurs uit het Rode Leger bij de groep. Op 22 juli werden enkele leden van de Ernagroep per vliegtuig naar Estland gebracht. Al die activiteiten ontgingen de Sovjetautoriteiten echter niet en na analyse van de gegevens en hulp van informanten stuurden ze een vernietigingsbataljon[1].

Op 24 juli 1941 vermoordde een vernietigingsbataljon Gustav en Rosalie Viljamaa van de boerderij Simisalu en stak hun boerderij in brand. In de komende dagen bracht het vernietigingsbataljon verschillende plaatselijke burgers om en stak hun boerderijen in brand. De boerderij van Kautla werd door het Rode Leger platgebrand met het gezin en het personeel erin, met als slachtoffers Johannes Lindemann, Oskar Mallene, Ida Hallorava, Arnold Kivipõld, Alfred Kukk en Johannes Ummus. In totaal werden ruim twintig mensen, allemaal burgers, vermoord — velen van hen na marteling — en werden 38 boerderijen verwoest[2]. Op 31 juli 1941 trok een vernietigingsbataljon met een troepensterkte van 1000 man samen rond Kautla om de verkenningsgroep te verslaan. De verkenningsgroep slaagde er ondanks eigen verliezen wel in om de aftocht van burgers uit de streek te dekken.


Na de slag

In 1942 werd een eerste gedenksteen voor de slachtoffers van het bloedbad opgericht, maar na de terugkeer van de Sovjetautoriteiten in 1944 werd het gedenkteken verwijderd. In juli 1989 richtte het Estse Genootschap voor Monumentenbescherming (Eesti Muinsuskaitse Selts) in het kader van de Zingende Revolutie de gedenksteen opnieuw op, maar het gedenkteken werd pas in juli 1990 officieel ingewijd nadat het in 1989 was gevandaliseerd en in april 1990 Harald Meri, de drijvende kracht achter de herstelling, en zijn huishoudhulp Valve Klein waren vermoord.


Tussen 1996 en 2011 werd als herdenking aan de Ernagroep jaarlijks een militaire oefening gehouden.

Zie ook bewerken

Referenties bewerken

[[Categorie:Geschiedenis van Estland]] [[Categorie:Tweede Wereldoorlog in de Baltische staten]] [[Categorie:Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-Unie]]