Gebruiker:ClaudiaSpaans/Kladblok

Deze regelgeving van de Europese Unie heeft tot doel de gevolgen van wereldwijde ontbossing en bosdegradatie aan te pakken en de EU-markt te vrijwaren van producten die bijdragen aan illegale ontbossing.

Achtergrond

Illegale houtkap vormt een bedreiging voor bossen, aangezien het bijdraagt aan ontbossing en bosdegradatie. Ontbossing en aantasting van bossen zijn belangrijke oorzaken van o.a. klimaatverandering en verlies van biodiversiteit.

Onderzoek van het Wereldnatuurfonds wijst uit dat aan het begin van de 21e eeuw ieder jaar 6,5 miljoen hectare natuurlijk bos verdween. Dit komt overeen met 17 voetbalvelden per minuut .

Van 1990 tot 2016 verloor de Aarde 1,3 miljoen km2 bosgebied, een oppervlakte, groter dan Zuid-Afrika. Het omkeren van ontbossing is essentieel voor het beschermen van de biodiversiteit, het creëren van koolstofopslag en het duurzaam ondersteunen van lokale gemeenschappen.

De EU is een grootverbruiker van producten en grondstoffen geassocieerd met ontbossing en bosdegradatie. De EUDR moet zowel ontbossing als bosdegradatie tegengaan.

Ingangsdatum

Op 22 oktober 2020 heeft het Europees Parlement een rapport aangenomen waarin de Commissie wordt opgeroepen een met een wetgeving te komen om de door de EU aangestuurde wereldwijde ontbossing een halt toe te roepen en om te keren.

Op 13 september 2022 stemt het Europees Parlement voor het Voorstel (453 voor, 57 tegen en 123 onthoudingen).

Op 29 juni 2023 is de EUDR verordening van kracht gegaan. Bedrijven die vallen onder de verordening hebben anderhalf jaar de tijd om aan de vereisten te voldoen.

Kmo’s die vallen onder de EUDR, maar niet aan de vereisten van de EUTR hoeven te voldoen, hebben twee jaar de tijd om aan de vereisten van de EUDR te voldoen.

Voorloper: EUTR

De voorloper van de EUDR is de EUTR (European Union Timber Regulation). Deze verordening verbiedt het op de markt brengen van illegaal gekapt hout en houtproducten in de EU. Het doel is om de illegale ontbossing wereldwijd te verminderen en bij te dragen aan duurzaam bosbeheer. De EUTR is van kracht vanaf 3 maart 2013.

De volledige EUTR verordening staat beschreven in REGULATION (EU) No 995/2010 OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL of 20 October 2010.

De EUTR is nog van toepassing tot 30 december 2024. De EUDR bepaalt dat hout en houtbijproducten (zoals vermeld in de EUTR) die vóór de zogenaamde "cut off date" van 31 december 2020 ozijn geoogst en na die datum zijn verkocht, worden geacht te voldoen aan de EUTR.

De EUTR richt zich alleen op hout en sommige houten bijproducten.

Waarom deze nieuwe verordening?

De EUTR richt zich alleen op hout en sommige houtbijproducten, maar er zijn veel meer producten en grondstoffen die voor ontbossing en bosdegradatie zorgen. De scope van de EUDR is nu veel breder dan alleen hout.

Producten en grondstoffen

De grote aanjager van wereldwijde ontbossing is de uitbreiding van landbouwgrond voor het verbouwen en houden van verschillende grondstoffen en producten. De groeiende vraag naar landbouwgrond voor bepaalde grondstoffen en producten zal alleen maar toenemen door de groeiende wereldbevolking.

Relevante grondstoffen die onder de scope van de EUDR vallen zijn:

• Runderen;
• Cacao;
• Koffie;
• Oliepalm;
• Rubber;
• Soja;
• Hout.

Aan deze lijst wil het Europees Parlement nog toevoegen: varkensvlees, schapen en geiten, gevogelte en maïs.

De lijst met de HS-codes van de producten en grondstoffen die vallen onder de EUDR vind je in bijlage 1 - Relevante grondstoffen en relevante producten als bedoeld in artikel 1 – van de Verordening (EU) Nr. 995/2010.

Due Diligence Systeem (DDS)

Het nieuwe due diligence-systeem vereist dat marktdeelnemers en handelaren, anders dan mko’s, die relevante grondstoffen of producten voor het eerst op de EU-markt brengen, de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat:

• die grondstoffen en producten niet zijn geproduceerd op land dat na 31 december 2020 is ontbost of aangetast;
• ze zijn geproduceerd in overeenstemming met de wetten van het land van productie.

Het due diligence-systeem bestaat o.a. uit het:

• verzamelen van informatie;
• uitvoeren van risicobeoordelingen;
• risicobeperkende maatregelen treffen.

De exploitant of handelaar die de grondstof of product voor het eerst op de Europese markt brengt voert de DDS uit. Deze informatie komt in een door de overheid ter beschikking gesteld digitaal informatiesysteem en wordt vervolgens gedeeld aan operatoren en handelaren in de toeleveringsketen.

Geolocatie

Exploitanten zullen de geografische coördinaten moeten verzamelen van de boerderij, plantage of bosareaal waar de grondstoffen en producten die ze op de Europese markt brengen, zijn geproduceerd.

Deze strikte traceerbaarheid op basis van geolocatie is bedoeld om ervoor te zorgen dat alleen ontbossingsvrije producten op de EU-markt komen - en dat handhavingsinstanties over de nodige middelen beschikken om te controleren of dit het geval is.

Referentiepunt van landenrisico's

Landen of delen ervan krijgen de status laag, standaard of hoog risico. De landen met een hoog risico dient meer inspanning te krijgen voor bosbescherming.

Hoewel een beoordeling met een hoog risico niet automatisch leidt tot een verbod op grondstoffen en producten uit deze landen, kunnen de aangescherpte due diligence criteria bedrijven ervan weerhouden producten of grondstoffen te importeren.

Daarom krijgen landen automatisch het referentiepunt laag risico, zodat producenten voor deze landen vereenvoudigde due diligence kunnen toepassen en andere landen kunnen stimuleren om zich in te spannen voor het beste referentiepunt.

Invordering

Hout en houten bijproducten die niet aan de vereisten van de EUTR voldoen, kunnen op verzoek van de bevoegde autoriteit worden vernietigd.

De EUDR biedt de mogelijkheid om producten en grondstoffen die niet aan de EUDR voldoen te worden gesanctioneerd met donatie van de grondstoffen en producten aan een goed doel of publiek belang. Indien donatie of recycling geen optie is, zal worden overgegaan tot vernietiging.