Gebruiker:ArneUA25/Kladblok

Het garnizoen van generaal Chassé gaf zich kort voor het jaareinde van 1832 over, waarna de soldaten als krijgsgevangen werden overgeplaatst naar het noorden van Frankrijk in Saint-Omer. Uiteindelijk zorgde het diplomatiek overleg ervoor dat tegen het einde van mei 1833, net geen half jaar later, het ballingschap kon stopgezet worden. In Nederland kon generaal Chassé op veel lof rekenen voor het verdedigen van de citadel. Een bewijs hiervan is de uitnodiging die Willem I hem stuurde voor een ontvangst aan het hof, die Chassé uiteindelijk na enige aandrang accepteerde. Hij ging echter niet in op het verzoek tot een openbare huldiging in de Nederlandse steden Den Haag en Tiel. Hierover zou hij gezegd hebben: “Het is een bloot toeval, dat ik de nu voleindigde rol heb moeten spelen. Het volk roept nu: Papa Chassé! Maar ik heb te lang geleefd en te veel menschenkennis opgedaan, om dat alles niet op zijnen waren prijs te schatten”.