Gebruiker:Aernoutbakels/Kladblok

Reinier Sybrand Bakels, zoon van de doopsgezinde dominee Pieter Simon Bakels en Fokeltje Breugeman, werd in 1873 geboren in Den Hoorn op het eiland Texel. Na de lagere school, toen nog bestaande uit 6 leerjaren bezocht hij het gymnasium te Haarlem. Vervolgens studeerde hij rechten in Amsterdam en na het behalen van de meestertitel promoveerde hij in de rechtswetenschappen, waardoor hij beide titels mocht voeren: Mr. Dr.. Hij huwde de dochter van een twentse industrieel: Henriëtte van Wulfften Palthe, wier vader D.W. van Wulfften Palthe samen met broers oprichter en directeur was van de Palthe fabrieken, later beter bekend als de Palthe stomerijen Reinier begon een ambtelijke loopbaan. Als gemeentesecretaris In Amsterdam, op het gemeentehuis, verveelde hij zich stierlijk en verlangde hevig naar zijn geboorte-eiland Texel. Hij besloot daarom, inmiddels vader van 1 zoon, waarna nog twee dochters en een tweede zoon zouden volgen, op 30 jarige leeftijd in het jaar 1904 zijn ambtelijke avontuur eraan te geven en zich aan de schilderkunst te wijden. In die tijd was De Haagsche school in opkomt maar het schildersvak zelf betekende vrijwel automatisch "armoe lijden". Zijn Twentse schoonvader hielp het jonge gezin uit de brand gedurende meer dan 20 jaar, wat in die tijd voor welgestelde (schoon)families niet ongebruikelijk was. Na enige tijd werd Bakels bekend en een kon hij steeds meer en beter in het levensonderhoud van het gezin voorzien. Alhoewel een getalenteerd landschapsschilder, bleek zijn talent voor het portretschilderen nog groter, doch moeilijker. Vanuit welgestelde kringen kreeg hij daarom steeds meer en vaker opdrachten om industriëlen, zakenmensen en adellijke personen te schilderen. Deze schilderijen maken sindsdien deel uit van vele particuliere collecties in Nederland. Ook hangt er in het gebouw van het VNO-NCW een prachtstuk in de centrale hal te Den Haag. Het portretwerk van deze fervente katjesdropeter werd afgewisseld met natuurweergaven in o.a. havens maar ook heel bekend zijn zijn landschapsgezichten met daarop schapen en een enkele koe. Andere kenmerken van Bakels zijn zijn vissersscghepen, liggend op de rede van Scheveningen, die hij aan zijn kleinkinderen leerde als "bommen", zodat de kinderen er bang voor werden. Het begrip "Schevenings bommen" kenden ze toen nog niet.

Tentoonstellingen van Bakels' werk werden sinds het eind van de vorige eeuw in Assen, Laren (N-H), Scheveningen en Harderwijk gehouden. Margriet Knol schreef een uitgebreide kunsthistorische catalogus bij de tentoonstelling in Assen (Drents Museum). Ook Ir. G. Knuttel had reeds eerder een catalogus over hem ontworpen.

Tijdgenoten van De Haagsche School waren: H.B. Tholen - over wie hij een boek schreef -, Breitner en Weissenbruch. Door zijn steeds grotere bekendheid werd hij ook gevraagd om Voorzitter te worden van Pulchri Studio te Den Haag, hetgeen hem met trots vervulde.

Kinderen van Reinier en Henriëtte waren van oud naar jong: Hans A. Bakels, Dr., Mia Orobio de Castro-Bakels, René Dozy-Bakels en Mr. Floris B. Bakels. Zie voor de laatste: Floris Bakels. Geen van hen is in 2015 nog in leven.