ESG-criteria zijn milieu-, sociale en bestuurscriteria voor de activiteiten van een bedrijf die gevolgen kunnen hebben voor de samenleving of het milieu.[1] De ESG (Environmental, Social and Governance)-criteria vormen de drie belangrijkste criteria die gebruikt worden om de duurzaamheid en de ethische weerslag van een investering in een bedrijf of in een economisch veld te meten. Zo vormen ze een meetbare verantwoorde investering. De drie onderdelen hebben bovendien geen enkele onderlinge samenhang en moeten dus apart worden gevalideerd. Dat is ook opgenomen in de concept verordening van de Europese Raad en het Parlement van 14 februari 2024. ESG-ratingaanbieders staan voortaan onder toezicht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).[2]

Deze dimensies en de verschillende criteria die eraan verbonden zijn, helpen om de maatschappelijke bijdrage van een bedrijf op elk van deze aspecten te bepalen en maken het mede mogelijk om de analyse van de toekomstige financiële prestaties van bedrijven, winstgevendheid en risico's, te verbreden en te verrijken.

De drie ESG-criteria liggen aan de basis van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. De drie letters van het criterium kunnen per bedrijf erg verschillend uitvallen.

Investeerders kunnen hun investering vervolgens langs de ESG-meetlat leggen en op een drietal manieren invloed uitoefenen:

  • Uitsluiten (dus verkopen)[3][4]
  • Stemmen (meebeslissen als aandeelhouder)[5]
  • Engagement, ofwel de betrokkenheid bij het bedrijf verzwaren, in een open dialoog.(Ezelsbruggetje weer drie letters:USE)[6][7]

In Nederland stelde Bart Smals op 3 november 2021 10 Kamervragen aan staatssecretaris Dennis Wiersma na het plotselinge vertrek van de Stichting Pensioenfonds ABP uit fossiel.[8] Op 17 december 2021 volgden de antwoorden.[9] Pensioenfonds PFZW nam vervolgens een iets minder streng standpunt in.[10] Februari 2024 bleek dat PFZW toch 97% van zijn fossiele belangen had verkocht.[11]

Geschiedenis

bewerken

ESG-criteria hebben een geschiedenis die teruggaat tot de zeventiende eeuw en waarvan de vroegste vormen worden geassocieerd met de Quaker 'Religious Society of Friends'-beweging opgericht door George Fox. Op grond van religieuze morele criteria weigerde deze groep te investeren in bedrijven waarvan de activiteiten leiden tot menselijk lijden. Deze beweging van ethische investeringen heeft zich door de eeuwen heen verspreid en geëvolueerd, waarbij verschillende sociale kwesties worden aangepakt.

In de Verenigde Staten in de jaren vanaf 1920 werd deze beweging geïnstitutionaliseerd door de oprichting van de eerste zogenaamde ethische fondsen. Een dergelijk investeringsfonds onderscheidt zich van andere fondsen door elke sector en alle bedrijven uit te sluiten die actief zijn in activiteiten die als immoreel worden beschouwd. Pas in 1971 verscheen het eerste fonds dat ecologische, sociale en governance (ESG)-criteria integreerde in investeringsprocessen met de geboorte van het Pax World Fund.

In de jaren tachtig verschenen de eerste ethische fondsen in Europa. Deze laatste opereren altijd op basis van exclusiviteit en het waren vooral religieuze organisaties. Het duurde echter tot 1992, met de ondertekening van de Verklaring van Financiële Instellingen over het Milieu en Duurzame Ontwikkeling van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP). In de jaren negentig zagen de eerste fondsen het levenslicht die ESG-criteria en financiële prestaties volledig integreerden en actief aandeelhouderschap in de praktijk brachten.[12]

Exchange-traded fund

bewerken

Er zijn ook indextrackers ontwikkeld, om het makkelijker te maken ESG doelen na te streven. Dit zijn passief beheerde fondsen, die slechts het vastgestelde mandje van gekozen fondsen voortdurend aanpassen. De fondsen zijn in het geval van een ESG-indextracker vooraf gekozen. Tijdens het beheer kan de samenstelling ook wijzigen.[13] Euronext houdt zelfs een aparte index bij, de ESG-index. Daarin werd in mei 2022 Shell vervangen door PostNL.[14][15]

SFDR-kader door de Europese Commissie

bewerken

De SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) beoogt de informatieverstrekking aan eindbeleggers over de effecten op duurzaamheid door het beleggingsbeleid en de beleggingsbeslissingen door financiële marktpartijen, te verbeteren.[16] Het maakt onderdeel uit van de "Green Deal" van de EU. Het is een transparantieverordening.[17] In Nederland houdt de AFM toezicht op de verslaggeving.[18]

Controverses

bewerken

Bloomberg berichtte eind 2023 dat ESG-fondsen in stilte defensieaandelen hadden toegevoegd aan hun portefeuilles. In een ESG-fondsklasse met een waarde van $ 5 biljoen was het belang van defensieaandelen aanzienlijk gestegen. Die trend lokte controverse uit, met het hoofd van de NAVO die vond dat er “niets onethisch was aan zulke investeringen”, maar Sasja Beslik, een Japanse SDG-expert, was van oordeel dat investeringen in defensie niet in lijn zijn met de 16e Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling van de VN (vrede, rechtvaardigheid en sterke instellingen). De kwestie blijft ESG-beleggers verdelen, en uitmaken of beleggingen worden ingezet voor defensie, dan wel agressie, is "een zeer moeilijke due diligence oefening".[19]