De Joodse Raad (televisieserie)

Nederlandse televisieserie uit 2024

De Joodse Raad is een Nederlandse televisieserie uit 2024. De serie werd geregisseerd door Paula van der Oest en geproduceerd door haar productiemaatschappij Levitate, in opdracht van de Evangelische Omroep (EO). Die omroep zond de serie uit in maart 2024. Het scenario, geschreven door Roos Ouwehand en Paul Jan Nelissen, is gebaseerd op het boek De Joodsche Raad (1983) van journalist Hans Knoop.[1][2]

De Joodse Raad
Genre Oorlogsdrama
Speelduur per afl. 45–51 minuten
Hoofdrollen Pierre Bokma
Claire Bender
Jack Wouterse
Malou Gorter
Regie Paula van der Oest
Scenario Paul Jan Nelissen
Roos Ouwehand
Land van oorsprong Nederland
Taal Nederlands
Uitzendingen
Start 10 maart 2024
Einde 7 april 2024
Afleveringen 5
Seizoenen 1
Netwerk of omroep EO
Zender NPO 1 / NPO Start
Officiële website
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Televisie

Achtergrond bewerken

De serie vertelt in vijf afleveringen het verhaal van de Joodse Raad, van de instelling ervan in 1941 tot en met de vervolging van de twee voorzitters na de oorlog, in 1947. De hoofdrollen zijn voor voorzitter David Cohen (gespeeld door Pierre Bokma) en zijn dochter Virrie Cohen (Claire Bender). Virrie is aanvankelijk verpleegster in een Amsterdams ziekenhuis; later werkt ze in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg. Daar is ze betrokken bij het wegsmokkelen van Joodse kinderen naar onderduikadressen. Centraal in de serie staan de morele dilemma's waar voorzitters en medewerkers van de Raad mee worden geconfronteerd, en de verwijdering tussen vader en dochter alsmede hun latere verzoening.

Rolverdeling[2][3] bewerken

De Duitse bezetter wordt in de serie vertegenwoordigd door 'Beauftragter' Hans Böhmcker, SD'er Klaus Barbie en Ferdinand aus der Fünten, de leider van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung, gespeeld door Jakob Diehl. Ook Walter Süskind, namens de Raad beheerder van de Hollandsche Schouwburg, speelt een (kleine) rol.

Afleveringen bewerken

  1. De burgemeesters van Joods Amsterdam
  2. De gele vlek
  3. De Jodendictator
  4. De langste nacht
  5. De kleine Shoah

Productie bewerken

Een deel van de scènes werd opgenomen in en voor het voormalige hoofdkantoor van de Raad, Nieuwe Keizersgracht 58 in Amsterdam. De buitenscènes bij de crèche en de Hollandsche Schouwburg werden niet bij de oorspronkelijke gebouwen gefilmd (de crèche is afgebroken) maar elders, voornamelijk in Haarlem. Ook voor de scènes waar de voorzitters op bezoek gaan bij de Duitse vertegenwoordiger Hans Böhmcker, die in werkelijkheid zetelde in een villa aan het Museumplein, werd een alternatieve locatie gebruikt. Het hofje Elisabeth Otter-Knoll Stichting aan het Amsterdamse Eikenplein figureerde als het ziekenhuis waar Virrie werkt. Voor de rechtbank van Amsterdam werd de hal van het Paleis-Raadhuis in Tilburg gebruikt.[4][5]

Claire Bender bewerken

Bender bereidde zich als niet gelovige uitgebreid voor op haar rol. Zo nam ze deel aan rondleidingen door de Joodse Buurt, luisterde naar podcasts van het Verzetsmuseum Amsterdam ingesproken door Job Cohen en bracht een bezoek aan de Hollandsche Schouwburg, toen net in verbouwing. Ook bezocht ze de Portugees-Israëlietische Synagoge en een sjabbat. Ook heeft ze gesproken met Rob Oudkerk (zoon van Virrie Cohen), waar ze bij hem thuis Virries dagboek kon inkijken/lezen. Het terugzien van de opnamen gaf haar achteraf een gevoel van plankenkoorts, het gevoel deelde ze haar collega Pierre Bokma. Na de opnamen nam ze een lange rustpauze om bij te komen. [6]

Ontvangst bewerken

De VPRO Gids sprak van een "sterke dramaserie" en loofde het spel van Bokma en Bender.[7] De recensent van Veronica Superguide schreef "De makers van De Joodse Raad schetsen met hun pakkende, ontroerende en soms verbijsterende drama het grote en kleine leed zoals dat zelden in Nederlandse films en tv-series is vertoond."[8] In de Volkskrant gaf Mark Moorman de serie vijf sterren: "complexe geschiedenis voortreffelijk in balans gehouden door het vader-dochterdrama in het hart van het verhaal".[9] Johannes Houwink ten Cate, emeritus-hoogleraar Holocauststudies, gaf veel kritiek op de in zijn ogen niet erg waarheidsgetrouwe serie. Hij vond dat de Joodse Raad veel te veel de schuld van de deportaties toebedeeld kreeg en dat vooral Asscher en Cohen er bekaaid af kwamen.[10]

De eerste aflevering trok 1,4 miljoen kijkers. De serie had een marktaandeel van 26 procent.[11]

Externe links bewerken