Cornelis Andriesz Boelens Loen
Cornelis Andriesz Boelens Loen (Amsterdam, 3 februari 1552 - Emden, 6 november 1584)[1] was een uit Amsterdam afkomstige bestuurder en militair uit de tijd van de opstand tegen Spanje.
Biografie
bewerkenBoelens stamde af van Cornelis Hendricksz Loen en van Andries Boelens, beiden burgemeester van Amsterdam. Zijn vader was Andries Cornelisz Boelens Loen (1517–1573), een Amsterdamse lakenhandelaar die de kant van de opstand tegen Spanje koos en in ballingschap stierf in Emden. Boelens werd geboren in Amsterdam in het jaar dat zijn vader daar schepen was. Hij trouwde in Emden op 14 juli 1577 met Wendela Luersma (†1584). De familie Boelens was nauw betrokken bij de geschiedenis van Amsterdam. Cornelis' zus, Alijd (1557–1630), trouwde met Gerrit Bicker. Zij werd de moeder van Jan, Andries, Cornelis en Jacob Bicker.[2] Na de Alteratie, waarbij het katholieke stadsbestuur van Amsterdam werd vervangen door een protestantse, was Cornelis Boelens van 1579 tot 1584 stadsraad en in 1581 schepen.
Boelens was student te Heidelberg en Doornik en woonde te Emden en Hamburg, en na zijn huwelijk in Groningen maar vestigde zich in 1578 weer in Amsterdam. Hij was een vriend van Diederik Jansz Graeff, die net als zijn vader naar Emden was gevlucht. Bij het verraad van Rennenberg in 1580 werd Cornelis in Groningen door de Spanjaarden vastgenomen. Zowel het stadsbestuur van Amsterdam als de Staten van Holland zetten zich in om hem vrij te krijgen.[3] Toen hij vrijkwam zocht hij zijn toevlucht tot de Willem van Oranje, en diende als een militair leider onder zijn bevel.[4]
Als gecommitteerde Raad (18 mei 1579 - 24 december 1580) vertegenwoordigde hij het gewest Holland en West-Friesland, en hij was van 8 oktober 1581 tot 4 maart 1583 gedeputeerde bij de Staten-Generaal en bij de Raad van State.
Boelens had uit zijn huwelijk drie dochters van wie er twee jong overleden. Een dochter, Aaltje Boelens Loen (1579–1630), trouwde met Jacob Dircksz de Graeff, een zoon van Diederik Jansz Graeff. Cornelis stierf tijdens een reis naar zijn bezittingen in Oost-Friesland en liet zijn grote vermogen na aan zijn dochter en haar man. Hij had ook nog een buitenechtelijke dochter, Sara Cornelisdr Boelen (ca. 1574 - 1633/1636).[5]
- ↑ S.A.C. Dudok van Heel, Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten. Hun geschiedenis en hun portretten. De Boelen-maagschap 1400-1800. 's-Gravenhage, 2024. Band V, p. 877.
- ↑ Tijdschrift Macht en Elite.Uitgegeven door de Stichting Macht en Elite. Redactie Joost van Steenis en Tom de Booij
- ↑ Veder, W.R. (1914) Het archief der familie De Graeff, inventaris en regesten. Depôt van het Oud-Archief van Amsterdam Stadsdrukkerij. zie item 103-104
- ↑ De werken van J. van den Vondel, Bände 19-20, p 85/86. Vondels gedicht over Boelens, korte biografie
- ↑ Cornelis Andriesz. Boelens in De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795, blz. 122