Bewijs door gevalsonderscheiding

Een bewijs door gevalsonderscheiding of bewijs door uitputting is een manier om een wiskundig bewijs te leveren. Deze manier maakt er gebruik van de gevraagde stelling in verschillende gevallen te knippen en elk geval afzonderlijk te bewijzen. De gevallen waarin de stelling wordt opgeknipt moeten wel uitputtend zijn, het moet dus duidelijk zijn dat alle gevallen zijn te noemen en te onderscheiden. Wanneer dan is aangetoond dat de stelling voor alle gevallen geldt, is de stelling zelf daarmee bewezen.

Voorbeelden
  • De stelling dat voor ieder natuurlijk getal geldt dat even is. Om dit te bewijzen kan men onderscheid maken tussen het geval dat even of oneven is. Is even, dan is dat als veelvoud van ook. Is oneven dan is even en is dus als veelvoud van ook even.
  • Het eerste bewijs dat door Appel en Haken in 1976 werd gegeven van de vierkleurenstelling. Zij onderscheidden 1936 gevallen, waarvan zij met behulp van de computer de kleurbaarheid met 4 kleuren aantoonden.
  • Aangenomen wordt dat TC Hales het vermoeden van Kepler met behulp van gevalsonderscheiding heeft bewezen, dus dat er een dichtste bolstapeling is.[1]