Nederlands: Het naakte Christuskind zit met gekruiste beentjes op een kussentje. Het heeft de rechterhand zegenend opgeheven. In de linkerhand draagt het de wereldbol. Zijn glimlachende gezicht is omgeven door ronde, aan de zijkant uitstaande krullen. Het kussentje is versierd met kwastjes op iedere hoek en rust op een lage, zeshoekige sokkel.

Het incarnaat is roze, over een gelige laag, op een witte grond. Het haar en de wereldbol zijn verguld, op een geelbruine bolus. Het kussentje vertoont resten van lichtrood, over resten van vergulding op donkerrood en enkele sporen blauw.

Het beeldje is rondom bewerkt. Het vormt één geheel met de sokkel. In de zijkanten en bovenop het hoofd bevinden zich in totaal drie konische gaatjes. Achter het konische gaatje bovenop het hoofd bevinden zich twee onregelmatiger gaatjes met resten metaal en rechts naast het konische gaatje een onregematig, sleufvormig gat (houtworm?). In het midden van het standvlak een schroefgaatje, iets meer naar achteren een vrij diep gat, ca. 6 mm doorsnede, deels afgedekt door een modern, opgelijmd stukje karton.

Afgebroken zijn: het kruisje op de wereldbol, enkele krullen aan de rechterkant van het hoofd en één aan de linkerkant, alle franjes van de kwastjes en het bolletje van het kwastje aan de voorste rechterpunt van het kussentje. Een deel van de sokkel is afgezaagd.

De polychromie is over de gehele oppervlakte beschadigd. Een houtwormgaatje in de sokkel.