Onder besomming wordt verstaan de opbrengst van een visreis of die van het totaal der opbrengsten van een visseizoen of teelt. Het begrip is inmiddels verouderd geraakt; het woord was vooral in gebruik ten tijde van de vleetvisserij op haring. De bemanning van een vissersschip - met name destijds de logger - kreeg van de opbrengst of besomming van de aangevoerde haring een vast percentage uitgekeerd.

Literatuur bewerken

  • Henk den Heijer - Scheveningse haringvissers, 1987
  • A. Hoogendijk Jz. - De grootvisserij op de Noordzee, 1895
  • A.C. Ligthart - De Vlaardingers en , 1966
  • Piet Spaans en Gijsbert van der Toorn - Vertel me wat van Scheveningen..., 1998
  • Piet Spaans - Bouweteelt, 2007
  • Dr. J.P. van de Voort - Vissers van de Noordzee, 1975