Wereldkampioenschap wegrace 1949

sportseizoen van een motorfietssportcompetitie

Het wereldkampioenschap wegrace seizoen 1949 was het eerste FIM-wereldkampioenschap wegrace. Het seizoen bestond uit zes Grand Prix-wedstrijden in vijf klassen: 500 cc, 350 cc, 250 cc, 125 cc en zijspan 600 cc. Het seizoen begon op 17 juni met de TT van Man en eindigde met de Grand Prix der Naties op 4 september.

Wereldkampioenschap wegrace
seizoen 1949
Volgende: 1950
Vorige: Geen
Organisator FIM
Aantal races 6 voor 500 cc
5 voor 350 cc
4 voor 250 cc
3 voor 125 cc en de zijspanklasse
500 cc
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Les Graham
Tweede Vlag van Italië Nello Pagani
Derde Vlag van Italië Arciso Artesiani
Constructeurstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk AJS
350 cc
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Freddie Frith
Tweede Vlag van Ierland Reg Armstrong
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Foster
Constructeurstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Velocette
250 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Bruno Ruffo
Tweede Vlag van Italië Dario Ambrosini
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Ronald Mead
Constructeurstitel Vlag van Italië Moto Guzzi
125 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Nello Pagani
Tweede Vlag van Italië Renato Magi
Derde Vlag van Italië Umberto Masetti
Constructeurstitel Vlag van Italië Mondial
Zijspanklasse
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Oliver
Vlag van Verenigd Koninkrijk Denis Jenkinson
Tweede Vlag van Italië Ercole Frigerio
Vlag van Italië Lorenzo Dobelli
Derde Vlag van België Frans Vandenschrick
Vlag van Verenigd Koninkrijk Martin Whitney
Constructeurstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Norton

FIM bewerken

Na de Tweede Wereldoorlog duurde het nog enkele jaren voordat er op Europees niveau weer met motorfietsen geracet kon worden. De oorzaak lag in de schade die verschillende fabrieken hadden opgelopen en in de beperkte beschikbaarheid van rubber voor banden en bruikbare, klopvaste benzine. Permanente circuits waren nog zeldzaam. Ook het Circuit van Drenthe en het Circuit de Spa Francorchamps waren nog stratencircuits en het Autodromo Nazionale di Monza was het enige permanente circuit op de kalender. De Fédération Internationale des Clubs Motocyclistes (FICM) moest haar regels gaan aanpassen aan de wensen van nationale bonden. Vooral de Britse Auto-Cycle Union drong aan op een verbod op het gebruik van compressoren en het verbieden van deelname door Duitsland. In 1947 was het Europees kampioenschap wegrace weer opgestart.

Merken/teams bewerken

De Britse merken gebruikten veelal nog vooroorlogse racers en dat deden ook veel privérijders. De 500cc-klasse werd uitgevochten tussen Britse en Italiaanse merken, terwijl de 350cc-klasse Brits- en de lichtste klassen Italiaans gekleurd waren.

Coureurs bewerken

  • Maurice Cann reed slechts één Grand Prix, de Ulster Grand Prix, die hij ook won. Dat was opmerkelijk, want hij was in 1948 ook al Europees kampioen 250 cc geworden. Nu eindigde hij in het wereldkampioenschap slechts als vierde.
  • Freddie Frith was met zijn Velocette KTT Mk VIII niet te kloppen. Hij was in 1948 al Europees kampioen 350 cc geworden en won niet alleen alle races in 1949, maar reed ook overal de snelste ronde. Dat hij het maximum puntenaantal met een half punt miste kwam doordat hij in de GP van België precies even snel was als teamgenoot Bob Foster.
  • Les Graham had enorm veel geluk dat hij zijn AJS E90 in de TT van Man als tiende over de streep duwde. Daardoor werd hij geclassificeerd en telde zijn snelste ronde in die race. Het extra punt dat hij daarvoor kreeg leverde hem uiteindelijk de wereldtitel op.
  • Ronald Mead eindigde het wereldkampioenschap 250 cc als derde met een Norton. Deze "Mead-Norton" had hij waarschijnlijk zelf aangepast, want Norton had nog geen 250cc-modellen.
  • Eric Oliver en Denis Jenkinson hadden met hun Norton-Watsonian-combinatie geen enkele moeite met de concurrentie in de zijspanklasse. Oliver startte zelfs ook nog af en toe in een soloklasse. Journalist/schrijver Denis Jenkinson stapte in zijn zijspan omdat dat hem de mogelijkheid gaf te racen zonder financiële middelen.
  • Nello Pagani was zeker wereldkampioen geworden als hij vanaf het begin de beschikking had gehad over de Gilera 500 4C. Hij had echter ruzie met constructeur Piero Remor die hem de eerste wedstrijd op de kansloze eencilinder Gilera Saturno liet rijden. In de 125cc-klasse had hij geen moeite met teamperikelen. Daarin reed hij voor Mondial, won hij twee van de drie races en werd hij wereldkampioen.
  • Bruno Ruffo won maar één Grand Prix, maar scoorde ook nog een tweede en een vierde plaats en daarmee werd hij wereldkampioen 250 cc.

Overleden bewerken

Puntentelling bewerken

Punten werden vergeven aan de vijf best geklasseerde coureurs met een extra punt voor de finisher met de snelste ronde.

 1e   2e   3e   4e   5e   snelste ronde
Punten: 10 8 7 6 5 1

Aantal (tellende) wedstrijden bewerken

In de 500cc-klasse werden zes, in de 350cc-klasse vijf, in de 250cc-klasse vier, in de 125cc-klasse drie en in de zijspanklasse drie wedstrijden gepland. Bij de 350- en de 500cc-klasse telden de beste drie resultaten, in alle andere klassen telden alle resultaten mee.

Races Tellend
125 cc 3 3
250 cc 4 4
350 cc 5 3
500 cc 6 3
zijspan 3 3

Races bewerken

Isle of Man TT

Deze eerste WK-race werd bezocht door de hertog van Edinburgh, die het startsein voor de Senior TT gaf. De Italiaanse teams schitterden door afwezigheid. Hoewel er wel Britse en Ierse coureurs voor Moto Guzzi aantraden (zij kenden het circuit beter) bleven de Italianen Gianni Leoni, Claudio Mastellari, Bruno Ruffo en Bruno Bertacchini weg. Alleen Enrico Lorenzetti kwam naar Man. Gilera verscheen helemaal niet. Benelli stuurde Dario Ambrosini, maar Umberto Masetti bleef thuis. In de Clubman (amateur)-races debuteerden twee toekomstige kampioenen: Geoff Duke en Bill Lomas.

GP van Zwitserland

Omdat de Italiaanse teams het in de TT van Man grotendeels hadden laten afweten, was dit de eerste echte internationale ontmoeting van topteams en -coureurs sinds de wedstrijden om het Europees kampioenschap aan het einde van de jaren dertig. Er werd vooral veel verwacht van de viercilinder Gilera 500 4C, die sterker en lichter was dan de Britse Norton Manx. De Italianen hadden ook - meer dan de Britten - energie gestoken in de ontwikkeling van compressormotoren, maar die had de FICM verboden, waardoor dat werk waardeloos was geworden.

Dutch TT

De TT van Assen was pas de derde GP van 1949, maar leverde met Freddie Frith meteen de eerste wereldkampioen in de geschiedenis op.

GP van België

In de 350cc-klasse was Freddie Frith al wereldkampioen en de wereldtitel in de zijspanklasse werd hier beslist. Tijdens de zijspanrace verongelukten de Belgische coureur Edouard Bruylant en zijn Britse bakkenist Hurst.

Ulster Grand Prix

De Ulster Grand Prix week af van de overige GP's doordat alle klassen tegelijk reden. Daarom moest een aantal coureurs een keuze maken, omdat ze normaal in twee klassen reden. Het was ook de langste GP van de kalender, bijna 400 km voor de 500cc-klasse. In de 250cc-klasse kwam Maurice Cann voor het eerst aan de start. Dat was opmerkelijk, want hij was in 1948 Europees kampioen 250 cc geworden en was tweevoudig winnaar van de Lightweight TT. Freddie Frith won zijn vijfde WK-race op rij, maar eigenlijk zijn zesde GP op rij, want hij was in 1948 Europees kampioen 350 cc op het Clady Circuit geworden.

GP des Nations

In de GP des Nations werden de wereldtitels in de 250- en de 500cc-klasse beslist, maar ze eindigde in verwarring omdat de Italianen de reglementen niet goed vertaald hadden. Daardoor dachten ze dat Nello Pagani wereldkampioen 500 cc was geworden. Dan zou hij dubbelkampioen zijn geweest, want hij won ook de 125cc-klasse.

500cc-klasse bewerken

Isle of Man TT

In de 500cc-klasse werd veel verwacht van de Norton Manx, mede omdat Gilera helemaal niet afreisde naar het eiland Man. De Gilera 500 4C was op papier echter de beste met zijn 124 kg en 50 pk. In de Senior TT waren de Nortons van Harold Daniell en Johnny Lockett superieur, terwijl de derde plaats werd ingenomen door Ernie Lyons met een Velocette. Zij dankten hun resultaten echter vooral aan de pech van anderen. Aanvankelijk leidden AJS-rijders Les Graham en Ted Frend vóór Bob Foster met de Moto Guzzi Gambalunga. Frend viel in de vierde ronde bij Glen Helen en Foster's koppeling gaf even later de geest bij Sulby, waardoor Daniell opschoof naar de tweede plaats. Graham werd geconfronteerd met de nog steeds slechte betrouwbaarheid van de ontstekingsmagneet van zijn AJS E90 Porcupine, die kort voor de finish stil viel. Dat Graham zijn machine toch nog (als tiende) over de streep wist te duwen was achteraf zeer belangrijk, want daardoor telde het extra punt dat hij voor de snelste ronde kreeg mee in de eindstand van het WK. Die snelste ronde was feitelijk gereden door Foster, maar werd hem niet toegekend omdat hij de finish niet bereikte.

GP van Zwitserland

25 rijders startten in de 500cc-klasse, waarvan er slechts 14 de finish haalden. Ted Frend, die zich al als snelste had gekwalificeerd, reed ook de snelste ronde, wat hem een extra punt had opgeleverd als hij de finish had gehaald. Dat gebeurde echter niet en het punt ging nu naar winnaar Les Graham. Tweede werd Arciso Artesiani met de Gilera 500 4C, voor Harold Daniell en Nello Pagani, die ruzie had met constructeur Piero Remor en die daarom voor straf met de eencilinder Gilera Saturno moest aantreden.

Dutch TT

Artie Bell was in de trainingen de snelste geweest, maar in de race kwam hij niet verder dan de vierde plaats, ruim twee minuten achter winnaar Nello Pagani, die ook de 125cc-race al gewonnen had. Pagani was het seizoen begonnen op een eencilinder-Gilera Saturno omdat hij ruzie had met constructeur Piero Remor. Na zijn teleurstellende resultaat in de Grand Prix van Zwitserland greep directeur Giuseppe Gilera in. Hij gaf Pagani zijn viercilinder Gilera 500 4C terug en dat werkte. Dat moest ook wel, want Gilera was niet naar de TT van Man gereisd en daardoor hadden Harold Daniell en Les Graham al een behoorlijke voorsprong. Pagani reed ook de snelste ronde, wat hem een extra punt opleverde. Nu Daniell geen punten scoorde liep Pagani flink in en met nog twee races te gaan had hij met zijn Gilera, sneller en lichter dan de AJS Porcupine van Graham, goede kansen op de wereldtitel.

GP van België

De 500cc-race in België eindigde bijzonder spannend, met drie rijders binnen één seconde. Uiteindelijk bepaalde de finishfoto dat Bill Doran de winnaar was, 0,002 seconde voor Arciso Artesiani. De grootste winnaars waren echter de Gilera-coureurs, want omdat de WK-leiders Les Graham en Harold Daniell niet scoorden schoven Artesiani en Nello Pagani op naar de eerste twee plaatsen in het wereldkampioenschap. Artesiani kreeg ook nog het extra punt voor de snelste ronde. Enrico Lorenzetti, in zijn enige 500 cc WK-race van het jaar, werd derde met een Moto Guzzi. Van de 34 ingeschreven rijders haalden slechts 16 de finish.

Ulster Grand Prix

Nadat hij in de GP van België was uitgevallen, zette Les Graham in Ulster de zaken weer recht. Zijn AJS E90 was zo snel, dat Artie Bell ruim anderhalve minuut achterstand opliep. Nello Pagani werd derde en behield daardoor zijn tweede plaats in het kampioenschap, maar Arciso Artesiani viel uit en zakte naar de derde plaats. De Gilera-coureurs hadden nog steeds last van hun slecht sturende Gilera 500 4C's. Freddie Frith kon niet in de 500cc-klasse meedoen omdat hij in de 350cc-klasse moest rijden. Hij behield echter zijn (gedeelde) tiende plaats in het wereldkampioenschap.

GP des Nations

Na de overwinning van Nello Pagani in de 500cc-race en het uitvallen van Les Graham dacht men bij Gilera dat de wereldtitel binnen was. In totaal had Pagani nu 40 punten gescoord, waarvan er 11 moesten worden afgetrokken (de streepresultaten). Graham had slechts 31 punten gescoord, maar daar hoefde er maar 1 van afgetrokken te worden. Zo kwam Pagani op 29 punten en Graham op 30. De rekenfout van Gilera zat in de extra punten voor het rijden van de snelste ronde. Volgens hen (die het reglement niet goed hadden vertaald) waren die snelle ronden gereden door Bob Foster (TT van Man), Ted Frend (GP van Zwitserland), Nello Pagani (TT van Assen en GP des Nations), Arciso Artesiani (GP van België) en Les Graham (Ulster Grand Prix). Zo gerekend had Graham slechts 28 punten, Pagani 29. De snelste ronden op het eiland Man en in Zwitserland waren echter ook aan Graham toegekend omdat Foster en Frend de finish niet gehaald hadden. Dat gaf Graham twee punten extra. De race zelf eindigde met een fotofinish, want Pagani won maar net van teamgenoot Arciso Artesiani. Dat was best vreemd, want als men bij Gilera dacht dat Pagani wereldkampioen ging worden, had dat door toedoen van Artesiani nog kunnen mislukken. Mogelijk was dit het gevolg van het feit dat Gilera al uit twee kampen bestond: het kamp van directeur Giuseppe Gilera, constructeur Piero Taruffi en Nello Pagani enerzijds en het kamp van constructeur Piero Remor en Arciso Artesiani anderzijds.

Uitslagen 500cc-klasse bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 17 juni   Isle of Man TT Mountain Course Harold Daniell Johnny Lockett Ernie Lyons Les Graham
2 3 juli   GP van Zwitserland Bremgarten Les Graham Arciso Artesiani Harold Daniell Les Graham
3 9 juli   Dutch TT Assen Nello Pagani Les Graham Arciso Artesiani Nello Pagani
4 17 juli   GP van België Spa-Francorchamps Bill Doran Arciso Artesiani Enrico Lorenzetti Arciso Artesiani
5 20 augustus   Ulster Grand Prix Clady Les Graham Artie Bell Nello Pagani Les Graham
6 4 september   GP des Nations Monza Nello Pagani Arciso Artesiani Bill Doran Nello Pagani

Eindstand 500cc-klasse bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Les Graham AJS 30 (31)
2   Nello Pagani Gilera 29 (40)
3   Arciso Artesiani Gilera 25 (32)
4   Bill Doran AJS 23
5   Artie Bell Norton 20 (26)
6   Harold Daniell Norton 17
7   Johnny Lockett Norton 13
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
8   Enrico Lorenzetti Moto Guzzi 7
  Ernie Lyons Velocette
10   Guido Leoni Moto Guzzi 6
11   Bruno Bertacchini Moto Guzzi 5
  Freddie Frith Velocette
  Syd Jensen Triumph
  Jock West AJS

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 500cc-klasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   AJS 32 (48)
2   Gilera 31 (46)
3   Norton 25 (37)
4   Velocette 12
5   Moto Guzzi 6
6   Triumph 5

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

 
Velocette KTT Mk VIII

350cc-klasse bewerken

De 350cc-klasse was in 1949 nog een volledig Britse aangelegenheid, maar zelfs de Britten hadden eigenlijk maar één fabrieksracer voor deze klasse, de Velocette KTT Mk VIII. Die werd o.a. bereden door Freddie Frith, die er in 1948 al de Junior TT mee had gewonnen en Europees kampioen was geworden. De AJS 7R en de Norton 40M waren als productieracer bedoeld en minder snel dan de Velocette. Frith won dan ook alle WK-races en werd uiteraard wereldkampioen. Reg Armstrong werd tweede met een AJS 7R en Bob Foster werd met een Velocette derde.

Isle of Man TT

Hoewel de Velocettes favoriet waren gingen na de eerste ronde twee AJS-rijders aan kop, met Les Graham negentien seconden voor Bill Doran. In de tweede ronde ging Grahams koppeling stuk, waardoor de overwinning naar Doran leek te gaan. Dan zou AJS voor het eerst sinds 1930 een TT-race winnen, maar bij de Gooseneck ging Dorans versnellingsbak stuk en zo won Freddie Frith voor Ernie Lyons en waren de eerste twee plaatsen alsnog voor Velocette. Frith kreeg bovendien het extra punt voor de snelste ronde. Ben Drinkwater, een 39-jarige seinwachter uit Bacup, probeerde net voorbij Cronk Bane Farm een botsing met een andere deelnemer te vermijden en daardoor raakte hij een talud. Hij viel in de buurt van de 11e mijlpaal en was op slag dood.

GP van Zwitserland

Freddie Frith won zijn tweede Grand Prix op rij, maar hij had slechts vier seconden voorsprong op de AJS-rijders Les Graham en Bill Doran. Frith kreeg ook het extra punt voor de snelste ronde 20 coureurs haalden de finish.

Dutch TT

Nog steeds stond er geen maat op Freddie Frith en de Velocette KTT, die eigenlijk nog van voor de Tweede Wereldoorlog stamde. Naaste concurrent was Reg Armstrong, die met de nieuwe AJS 7R op de tweede plaats in het kampioenschap stond, maar alleen een vijfde en een vierde plaats had gescoord, terwijl Frith beide voorgaande races gewonnen had. In Assen bleef teamgenoot Bob Foster (wellicht opzettelijk) bijna twee seconden achter Frith, die daardoor de allereerste wereldkampioen in de geschiedenis werd. Nog steeds stond Armstrong - die in Assen niet scoorde - op de tweede plaats en hij kon theoretisch nog op hetzelfde puntenaantal komen, maar Frith had nu drie overwinningen en die kon Armstrong niet meer evenaren.

GP van België

Voor de vierde keer op rij won Freddie Frith met de snelste ronde een Grand Prix. Het hielp hem echter niet aan punten, want van de vijf races golden slechts drie resultaten en Frith had het maximale aantal punten al bereikt. Daarom deed Bob Foster met de tweede plaats goede zaken, want hij klom van de gedeelde derde plaats naar de tweede plaats in het wereldkampioenschap. Hij reed de snelste ronde in exact dezelfde tijd als Frith, 5 minuten en 36,7 seconden, waardoor het extra punt gedeeld werd. Achttien coureurs haalden de finish, waaronder zijspancoureur Eric Oliver, die zevende werd. Oliver was ook al in twee klassen van de TT van Man aan de start gekomen.

Ulster Grand Prix

De 350cc-race werd een groot succes voor Velocette, met vier rijders onder de eerste vijf. Freddie Frith won zijn vijfde Grand Prix, wat hem geen extra punten opleverde, want doordat hij twee resultaten moest doorstrepen kon hij niet meer scoren dan de 33 punten die hij al had. Reg Armstrong deed met zijn AJS 7R goede zaken. Door zijn derde plaats klom hij van de vijfde naar de tweede plaats in het wereldkampioenschap.

Uitslagen 350cc-klasse bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 12 juni   Isle of Man TT Mountain Course Freddie Frith Ernie Lyons Artie Bell Freddie Frith
2 3 juli   GP van Zwitserland Bremgarten Freddie Frith Les Graham Bill Doran Freddie Frith
3 9 juli   Dutch TT Assen Freddie Frith Bob Foster Johnny Lockett Freddie Frith
4 17 juli   GP van België Spa-Francorchamps Freddie Frith Bob Foster Johnny Lockett Freddie Frith en Bob Foster
5 20 augustus   Ulster Grand Prix Clady Freddie Frith Charlie Salt Reg Armstrong Freddie Frith

Eindstand 350cc-klasse bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Freddie Frith Velocette 33 (54,5)
2   Reg Armstrong AJS 18
3   Bob Foster Velocette 16,5
4   Eric McPherson AJS 16
5   Johnny Lockett Norton 14
6   David Whitworth Velocette 12
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
7   Les Graham AJS 8
  Ernie Lyons Velocette
  Charlie Salt Velocette
10   Bill Doran AJS 7
  Artie Bell Norton
12   Harold Daniell Norton 6
13   Tommy Wood Velocette 5
  Frank Fry Velocette

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 350cc-klasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Velocette 33 (55)
2   AJS 30
3   Norton 21

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

250cc-klasse bewerken

Isle of Man TT

In de Lightweight TT waren er geen verrassingen. Al jaren was de Moto Guzzi Albatros de te kloppen machine en dat was dit jaar weer zo. Manliff Barrington en Tommy Wood pakten de eerste twee plaatsen, wat nog makkelijker werd nadat Dario Ambrosini bij Governor's Bridge gevallen was. Het extra punt voor de snelste ronde ging naar Tommy Wood.

GP van Zwitserland

In de 250cc-race ontmoetten de Italianen en de Britten elkaar voor het eerst. Bruno Ruffo won met ruime voorsprong op Dario Ambrosini, maar Fergus Anderson reed de snelste ronde. Omdat Manliff Barrington (winnaar van de Lightweight TT) niet scoorde stond hij nu samen met Ruffo aan de leiding van het kampioenschap. 16 coureurs kwamen aan de start, waarvan er 12 de finish haalden.

Ulster Grand Prix

Maurice Cann kwam pas in de Ulster Grand Prix voor het eerst aan de start en hij won meteen mét de snaelste ronde. Het bracht hem meteen op de derde plaats in de kampioensstrijd, maar Bruno Ruffo bleef dankij de tweede plaats (twee minuten achter Cann) ruim aan de leiding.

GP des Nations

Dario Ambrosini won de 250cc-race met grote voorsprong, maar hij kon alleen nog wereldkampioen worden als Bruno Ruffo niet zou scoren. Ruffo werd echter vierde. Ronald Mead en Maurice Cann kwamen niet in de uitslagenlijst voor, waardoor Ambrosini wel op de tweede plaats in het kampioenschap eindigde.

Uitslagen 250cc-klasse bewerken

 
Dario Ambrosini (Benelli 250 cc) op weg naar de overwinning tijdens de GP des Nations op Monza
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 17 juni   Isle of Man TT Mountain Course Manliff Barrington Tommy Wood Roland Pike Tommy Wood
2 2 juli   GP van Zwitserland Bremgarten Bruno Ruffo Dario Ambrosini Fergus Anderson Fergus Anderson
3 20 augustus   Ulster Grand Prix Clady Maurice Cann Bruno Ruffo Ronald Mead Maurice Cann
4 4 september   GP des Nations Monza Dario Ambrosini Gianni Leoni Umberto Masetti Dario Ambrosini

Eindstand 250cc-klasse bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Bruno Ruffo Moto Guzzi 24
2   Dario Ambrosini Benelli 19
3   Ronald Mead Mead-Norton 13
4   Maurice Cann Moto Guzzi 11
5   Claudio Mastellari Moto Guzzi 11
6   Manliff Barrington Moto Guzzi 10
7   Tommy Wood Moto Guzzi 9
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
8   Fergus Anderson Moto Guzzi 8
  Gianni Leoni Moto Guzzi
10   Umberto Masetti Benelli 7
  Roland Pike Rudge
12   George Reeve Rudge 6
13   Doug Beasley Excelsior 5
  Benoît Musy Moto Guzzi
15   Svend-Aage Sørensen Excelsior 5

Constructeurstitel 250cc-klasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Moto Guzzi 33 (41)
2   Benelli 19
3   Rudge 13
  Norton
5   Excelsior 10

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

125cc-klasse bewerken

Ook in de 125cc-klasse gaven de Italiaanse racers nog de toon aan. Mondial had al in 1948 een viertaktracer ontwikkeld terwijl de rest van de wereld in deze klasse nog met tweetaktmotoren racete. Daarmee had men zich in de kaarten laten kijken, want in 1949 had ook de concurrentie van Morini een viertaktracer klaar. MV Agusta kwam niet verder dan het tot ca. 10 pk opvoeren van haar tweetaktracer. Op het Eiland Man werd nog niet met 125cc-machines gereden, waardoor deze klasse slechts drie wedstrijden kende. Nello Pagani stelde zijn wereldtitel meteen veilig door met zijn Mondial de eerste twee GP's (Zwitserland en Assen) te winnen. In Monza werd hij vijfde, maar met twee maal de snelste ronde had hij 27 punten. Tweede in het wereldkampioenschap werd Renato Magi met de Morini en derde werd Umberto Masetti, eveneens met een Morini.

GP van Zwitserland

De 125cc-klasse was een volledig Italiaanse aangelegenheid. Nello Pagani won met zijn Mondial en reed ook de snelste ronde. Carlo Ubbiali deed het met zijn MV Agusta-tweetakt niet slecht: hij werd vierde door Umberto Masetti nipt te verslaan. 17 coureurs kwamen aan de start, waarvan er 15 de finish haalden.

Dutch TT

Mondial had zich eigenlijk in de kaarten laten kijken door in 1948 al met een viertaktmotor (de Mondial 125 Bialbero) te komen, terwijl de rest van de wereld nog met tweetaktmotoren racete. Dat had Moto Morini de kans gegeven te reageren, maar Nello Pagani had de Grand Prix van Zwitserland al gewonnen met bijna twee minuten voorsprong op Renato Magi (Morini). Ook in Assen won hij, en met nog slechts een race te gaan was hij al vrijwel zeker van de wereldtitel. Als Magi de GP des Nations zou winnen én de snelste ronde zou rijden had Pagani aan de vijfde plaats genoeg. Nu was zijn overwinning echter weer zeer overtuigend, driekwart minuut voor teamgenoot Oscar Clemencigh en meer dan een minuut voor Carlo Ubbiali die nog met een MV Agusta-tweetakt reed.

GP des Nations

In de 125cc-klasse was er weinig spanning, want alleen Carlo Ubbiali had nog een kleine theoretische kans om de wereldtitel van Nello Pagani af te snoepen. Pagani won echter en werd wereldkampioen, maar Ubbiali werd derde en behield zijn tweede plaats in het wereldkampioenschap.

 
Nello Pagani werd wereldkampioen 125 cc en tweede in de 500cc-klasse.

Uitslagen 125cc-klasse bewerken

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 3 juli   GP van Zwitserland Bremgarten Nello Pagani Renato Magi Celeste Cavaciuti Nello Pagani
2 9 juli   Dutch TT Assen Nello Pagani Oscar Clemencigh Carlo Ubbiali Nello Pagani
3 4 september   GP des Nations Monza Gianni Leoni Umberto Masetti Umberto Braga Gianni Leoni

Eindstand 125cc-klasse bewerken

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Nello Pagani Mondial 27
2   Renato Magi Morini 14
3   Umberto Masetti Morini 13
  Carlo Ubbiali MV Agusta
5   Gianni Leoni Mondial 11
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
6   Oscar Clemencigh Mondial 8
7   Umberto Braga Mondial 7
  Celeste Cavaciuti Mondial
9   Franco Bertoni MV Agusta 6
10   Giuseppe Matucci MV Agusta 5

Constructeurstitel 125cc-klasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Mondial 33
2   Morini 16
3   MV Agusta 13

Zijspanklasse 600 cc bewerken

De zijspanklasse was tot het begin van het wereldkampioenschap soms wél en soms niet verreden tijdens het Europees kampioenschap. De Britten en de Italianen hadden er niet veel mee op. De Sidecar TT was in de jaren twintig enkele malen verreden, maar daarna weer afgeschaft. De eerste twee wedstrijden werden gewonnen door een gelegenheidsduo: Eric Oliver, die tot dan wel aan soloraces had deelgenomen, maar zonder succes, en Denis Jenkinson, een motorsportjournalist die geen geld had om zelf te racen maar als bakkenist kon meerijden én over de races kon schrijven. Zij reden met een Norton-Watsonian zijspancombinatie. De Italianen Ercole Frigerio en Lorenzo Dobelli werden met een Gilera tweede in het kampioenschap en de Belgisch-Britse combinatie Frans Vanderschrick/Martin Whitney werd dankzij twee tweede plaatsen derde in het WK.

GP van Zwitserland

Eric Oliver en Denis Jenkinson lieten er geen misverstand over bestaan wie de beste was. Ze wonnen zeer ruim voor Ercole Frigerio/Lorenzo Dobelli, die met een Gilera Saturno-blok reden en het met de tweede plaats nog verrassend goed deden. 16 combinaties haalden de finish.

GP van België

Eric Oliver en Denis Jenkinson wonnen hun tweede zijspanrace en omdat er maar drie races waren, kon niemand ze meer passeren in het wereldkampioenschap. Frans Vanderschrick werd in zijn thuisrace tweede. Bij Blanchimont verongelukte de combinatie Edouard Bruylant/Hurst. Hurst overleed ter plaatse, Bruylant enkele dagen later in het ziekenhuis.

GP des Nations

In de zijspanklasse reed men om des keizers baard, want Eric Oliver en Denis Jenkinson waren al wereldkampioen. Ercole Frigerio won de race en werd tweede in het kampioenschap, voor Frans Vanderschrick/Martin Whitney die voor de tweede keer tweede werden.

Uitslagen zijspanklasse bewerken

 
Norton-Watsonian van Pip Harris uit 1949
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 3 juli   GP van Zwitserland Bremgarten Eric Oliver /
Denis Jenkinson
Ercole Frigerio /
Lorenzo Dobelli
Hans Haldemann /
Herbert Läderach
Eric Oliver /
Denis Jenkinson
2 17 juli   GP van België Spa-Francorchamps Eric Oliver /
Denis Jenkinson
Frans Vanderschrick /
Martin Whitney
Ernesto Merlo /
Aldo Veglio
Hans Haldemann /
Herbert Läderach
3 4 september   GP des Nations Monza Ercole Frigerio /
Lorenzo Dobelli
Frans Vanderschrick /
Martin Whitney
Albino Milani /
Ezio Ricotti
Eric Oliver /
Denis Jenkinson

Eindstand zijspanklasse bewerken

Pos. Coureur Bakkenist Motorfiets Ptn.
1   Eric Oliver   Denis Jenkinson Norton 28
2   Ercole Frigerio   Lorenzo Dobelli Gilera 18
3   Frans Vanderschrick   Martin Whitney Norton 16
4   Ernesto Merlo   Aldo Veglio Gilera 13
5   Albino Milani   Ezio Ricotti Gilera 12
6   Hans Haldemann   Herbert Läderach Norton 7
7   Jakob Keller   Ernst Brutschi Gilera 6
  Roland Benz   Max Hirzel BMW
9   Pip Harris   Neil Smith Norton 5

Constructeurstitel zijspanklasse bewerken

Pos. Constructeur Ptn.
1   Norton 31
2   Gilera 25
3   BMW 6

Trivia bewerken

Les Graham bewerken

Les Graham werd wereldkampioen 500 cc toen hij 37 jaar en 341 dagen oud was. In 2018[2] was hij daarmee nog steeds de oudste wereldkampioen.