Een rooibrikgrond is een bodemtype binnen het Nederlandse systeem van bodemclassificatie en behorende tot de xerobrikgronden. Deze gronden komen plaatselijk voor in laat-pleistocene rivierkleiafzettingen van de oudere terrasniveaus van de Maas in Limburg. Het zijn oude gronden met een sterke bodemvorming, waarvan de bovengrond van nature een geringer lutumgehalte heeft dan de ondergrond.

Rooibrikgrond
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Orde Brikgronden
Suborde Xerobrikgronden
Groep Xerobrikgronden
Subgroep Rooibrikgronden
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Door de sterke bodemvorming is de bovengrond kleiig zand geworden. Het verschil in lutumgehalte tussen de E- en de Bt-horizont (briklaag) kan in sterk ontwikkelde profielen zeer groot zijn, wat samengaat met rode kleuren van de bodemlagen. Door voortgaande bodemvorming heeft zich in de lichte bovengrond (E) soms een zwakke moderpodzol ontwikkeld. In oudere literatuur wordt naar de rooibrikgronden gerefereerd als hoge bruine lichte rivierleemgronden.

Het toponiem rooi in de naam rooibrikgronden verwijst naar middeleeuwse bosontginningen.

Profielbeschrijving van een rooibrikgrond op een rivierterras in Midden-Limburg
Horizont Diepte Omschrijving
Ap 0–23 cm donker grijsbruin, matig humeus, kleiarm, zeer sterk lemig, matig fijn zand; kalkloos
E 23–50 cm donker geelbruin, zeer humusarm, kleiarm, zeer sterk lemig, matig fijn zand met veel grote wortelporiën; kalkloos
EB 50–65 cm donker geelbruin, uiterst humusarm, kleiig, zeer sterk lemig, matig fijn zand met veel wortelporiën; kalkloos
Btg 65–80 cm donkerbruine, uiterst humusarme, zeer lichte siltige zavel met veel wortelporiën; kalkloos
Cg/Btg 80–130 cm licht geelbruin, uiterst humusarm, kleiarm, zeer sterk lemig, matig fijn zand; de horizont bestaat uit een aantal banden met ingespoelde klei waartussen zich C-horizont materiaal bevindt (een banden-B)
Cu1 130–200 cm geelbruin, uiterst humusarm, kleiarm, sterk lemig matig fijn zand
Cu2 > 200 cm donkerbruin, uiterst humusarm, kleiarm, matig grof zand