Poldervaaggronden

Een poldervaaggrond is een bodemtype binnen het Nederlandse systeem van bodemclassificatie. Ze behoren tot de hydrokleivaaggronden: het zijn zavel- en kleigronden waarin periodieke hoge grondwaterstanden kunnen voorkomen. Ze hebben geen veen binnen 80 cm en geen donkere bovengrond. Het is de meest voorkomende subgroep in Nederland: zij omvat alle komgronden en vrijwel alle jonge zeekleigronden.[1]

Poldervaaggrond
Profiel met zware rivierklei
Orde Vaaggronden
Suborde Hydrovaaggronden
Groep Hydrokleivaaggronden
Subgroep Poldervaaggronden
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Poldervaaggronden kunnen zowel een zware als een lichte textuur hebben. In de ondergrond kunnen klei- en zandlagen voorkomen. Het stadium van ontkalking kan zowel beginnend als vergevorderd zijn. De gronden kunnen daardoor zowel kalkrijk als kalkloos zijn. In poldervaaggronden heeft reeds enige bodemvorming plaatsgevonden. De gronden zijn geheel gerijpt. Vergelijkbare kleigronden met een niet gerijpte ondergrond worden tot de nesvaaggronden gerekend. Gronden met veen in de ondergrond behoren tot de drechtvaaggronden.

Schematische profielbeschrijving van een poldervaaggrond
Horizont Diepte Omschrijving
Ap 0–22 cm donker grijsbruine, matig humusarme, kalkrijke, uiterst fijnzandige lichte klei met vrij kleine, matig ontwikkelde, afgerond blokkige, matig poreuze structuur
Ap2 22–30 cm als Ap1, maar met goed ontwikkelde, scherp-blokkige, structuur; ploegzool
Cg1 30–50 cm grijze, humusarme, zeer kalkrijke, uiterst fijnzandige zware zavel, roestvlekken, grote, zeer zwak ontwikkelde, samengestelde ruwe prismatische structuur opgebouwd uit kleine zwak ontwikkelde, poreuze, afgerond-blokkige elementjes, naar onderen overgaand in een sponsstructuur
Cg2 50–80 cm als Cg1, maar iets lichter van kleur, bevat schelpen en schelpgruis; sponsstructuur
Cg3 > 80 cm grijze, humusarme, zeer kalkrijke, uiterst fijnzandige zware zavel; minder roestvlekken dan in bovenliggende lagen, sterk gelaagd