Resolutie 1247 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1247 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 18 juni 1999.

Resolutie 1247
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 18 juni 1999
Nr. vergadering 4014
Code S/RES/1247
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Bosnische Burgeroorlog
Beslissing Stemde in met een verlenging van SFOR met 12 maanden en verlengde de UNMIBH-vredesmissie in Bosnië en Herzegovina tot 21 juni 2000.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1999
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Canada Canada · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Namibië Namibië · Vlag van Nederland Nederland · Vlag van Slovenië Slovenië
Mostar in het zuiden van Bosnië en Herzegovina.

Achtergrond bewerken

  Zie Bosnische Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarden verschillende deelstaten zich onafhankelijk. Zo ook Bosnië en Herzegovina, waar in 1992 een burgeroorlog ontstond tussen de Bosniakken, Kroaten en Serviërs. Deze oorlog, waarbij etnische zuiveringen plaatsvonden, ging door tot in 1995 vrede werd gesloten. Hierop werd de NAVO-operatie IFOR gestuurd die de uitvoering ervan moest afdwingen. Die werd in 1996 vervangen door SFOR, die op zijn beurt in 2004 werd vervangen door de Europese operatie EUFOR Althea.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

Er was een politiek akkoord voor de conflicten in ex-Joegoslavië. De terugkeer van vluchtelingen was cruciaal voor de vrede.

Handelingen bewerken

I bewerken

De partijen werden gewezen op hun verantwoordelijkheid om de gesloten akkoorden uit te voeren. Ook werd veel belang gehecht aan medewerking aan Joegoslavië-tribunaal.

II bewerken

De Veiligheidsraad prees de landen de lidstaten die deelnamen aan de SFOR. Zij werden geautoriseerd SFOR nog 12 maanden voort te zetten en al het nodige te doen om de naleving van Annex 1-A van het vredesakkoord af te dwingen of SFOR zelf te verdedigen, de uitvoering van haar mandaat te verzekeren of de regels over het luchtverkeer boven Bosnië en Herzegovina te doen naleven.

III bewerken

Verder besloot de Veiligheidsraad het mandaat van de VN-missie UNMIBH, inclusief de politiemissie IPTF, te verlengen tot 21 juni 2000. De lidstaten werden gevraagd gekwalificeerd personeel te leveren aan die IPTF.

Verwante resoluties bewerken