Gebruiker:TheNk22/Psalm 52

Psalm 52 is de 52e psalm uit het boek Psalmen, geschreven door David. David geeft hierin kritiek op het gebruik van iemands talenten en gaven voor het slechte.

Psalm 52 in de Psalter van Claricia, met de 'Q' als initiaal

Tekst bewerken

Hieronder volgt de tekst van psalm 52 uit de Statenvertaling:

  1. Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester.
  2. Als Doeg, de Edomiet, gekomen was, en Saul te kennen gegeven, en tot hem gezegd had: David is gekomen ten huize van Achimelech.
  3. Wat beroemt gij u in het kwaad, o gij geweldige? Gods goedertierenheid duurt toch den gansen dag.
  4. Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.
  5. Gij hebt het kwade liever dan het goede, de leugen, dan gerechtigheid te spreken. Sela.
  6. Gij hebt lief alle woorden van verslinding, en een tong des bedrogs.
  7. God zal u ook afbreken in eeuwigheid; Hij zal u wegrapen en u uit de tent uitrukken; ja, Hij zal u uitwortelen uit het land der levenden. Sela.
  8. En de rechtvaardigen zullen het zien, en vrezen; en zij zullen over hem lachen, zeggende:
  9. Ziet den man, die God niet stelde tot Zijn Sterkte, maar vertrouwde op de veelheid zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door zijn beschadigen.
  10. Maar ik zal zijn als een groene olijfboom in Gods huis; ik vertrouw op Gods goedertierenheid eeuwiglijk en altoos.
  11. Ik zal U loven in eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten.

(kunstig lied)

Analyse bewerken

De psalm valt op te delen in vieren: vers 1 en 2 zijn de introductie op de psalm en omschrijven de reden van schrijven, vers 3 tot 6 (...), vers 7 tot 9 (...) en vers 10 en 11 (...).

Doëg was de opzichter van de herders en koning Saul. Hij wordt ook in psalm 51 genoemd, [1]

Gebruik bewerken

Externe links bewerken

  • (en) Psalm 52 op Biblija.net
  • Berijmde versie uit 1773
Zie de categorie Psalm 52 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.