Zweepthujamos
Zweepthujamos (Thuidium assimile) is een soort mos van het geslacht Thuidium (thujamossen).
Zweepthujamos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zweepthujamos | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Thuidium assimile (Mitt.) A.Jaeger (1878) | |||||||||||||
Zweepthujamos, habitus | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Zweepthujamos op Wikispecies | |||||||||||||
|
Het is een zeldzame maar wereldwijd verspreide soort van duinen en (kalk)graslanden.
Etymologie en naamgeving bewerken
- Synoniem: Thuidium philibertii Limpr.
- Engels: Philibert´s Tamarisk-moss
De botanische naam Thuidium is Oudgrieks voor thuja, naar de gelijkenis met de levensboom (Thuja occidentalis).
De soortaanduiding assimile komt van het Latijnse 'assimil' en betekent 'gelijkend', naar de sterke gelijkenis met het veel algemenere gewoon thujamos.
Kenmerken bewerken
Het zweepthujamos is een dubbelganger van het gewoon thujamos. Het vormt soms uitgestrekte ijle, dofgroene tot geelgroene matten. De plant is dubbel geveerd (het gewoon thujamos kan ook meervoudig geveerd zijn), waarbij alle vertakkingen in een plat vlak liggen. De stengel is bezet met parafyllia, sterk gereduceerde blaadjes. De stengelblaadjes zijn driehoekig met een lange punt en dofgroen. De takblaadjes zijn eirond tot lancetvormig. De bladnerf loopt door tot in de top van het blad. De bladcellen dragen elk een papil aan de rand, waardoor de bladrand fijn getand is.
Zweepthujamos is een tweehuizige plant.
Slechts zelden wordt een sporenkapsel of sporogoon gevormd. Ze staan op een 1,5 cm lange, rode steel en zijn gebogen cilindrisch.
Habitat bewerken
Zweepthujamos groeit voornamelijk op lichte tot licht beschaduwde plaatsen op kalkrijke leembodems en löss, zoals in kalkgraslanden, natte graslanden met kalkrijke kwel, kust- en rivierduinen en lichte bossen.
Verspreiding en voorkomen bewerken
Het zweepthujamos is vrij zeldzaam maar wereldwijd verspreid. In België wordt het gevonden in de Famenne, in Nederland komt het tegenwoordig enkel nog maar in Zuid-Limburg voor.
Bronnen, noten en/of referenties
|