Wilgbladige mispel

soort uit het geslacht Cotoneaster

De wilgbladige mispel (Cotoneaster salicifolius) is een meestal groenblijvende struik, die behoort tot de rozenfamilie. De soort komt van nature voor in het westen van China en is in Nederland verwilderd. De wilgbladige mispel heeft vele cultivars, variërend van kleine bodembedekkers tot grote struiken. Het aantal chromosomen is 2n = 34.

Wilgbladige mispel
Wilgbladige mispel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Magnoliophyta (Bloemplanten)
Klasse:Liliopsida
Clade:Bedektzadigen
Clade:'Nieuwe' tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Cotoneaster (Dwergmispel)
Soort
Cotoneaster salicifolius
Franch. (1885)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Wilgbladige mispel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De struik wordt 1-5 m hoog. De twijgen zijn roodbruin tot grijsbruin, aanvankelijk dicht viltig behaard, maar later kaal. De 4-5 mm lange bladsteel is vaak rood van kleur en viltig behaard. De 4-7 mm lange steunblaadjes zijn bruin, lineair of lineair-lancetvormig, licht viltig behaard en vallen vroeg af. Het 4-8,5 cm lange en 1,5-2,5 cm brede blad is gaafrandig, ovaal-langwerpig, ovaal-lancetvormig of lineair-lancetvormig met een wigvormige basis en een spitse of toegespitste top. Er worden 12 tot 16 bladnerven gevormd. De bovenzijde van het blad is kaal of fijn behaard, gerimpeld met verzonken bladnerven; de onderzijde is grijsviltig behaard met uitstekende bladnerven.

De wilgbladige mispel bloeit in juni met witte, 5-6 mm grote bloemen. De bloeiwijzen zijn 3,5-6 cm lang en 3-4 cm in diameter. Het zijn tuilachtige bloeiwijzen met veel bloemen met viltig behaarde stelen. De 3-5 mm lange schutbladen zijn lineair en vallen snel af. De 2-4 mm lange bloemsteeltjes zijn viltig behaard. De bloembeker is klokvormig en heeft aan de buitenkant grijze viltige haren. De 1,5-2,5 mm lange kelkbladen zijn driehoekig en puntig of toegespitst. De 2,5-4 mm lange en 3-4 mm brede bloembladen zijn ovaal of afgerond, kaal, met een stompe punt en een korte genagelde basis. De ongeveer 20 meeldraden zijn iets langer of ongeveer even lang als de bloembladen. De helmknoppen zijn roodachtig. De top van het vruchtbeginsel is fijn behaard. De twee tot drie (soms vier) vrijstaande stijlen zijn even lang of iets korter dan de meeldraden.

De vrucht is een steenvrucht. De scharlakenrode, ronde of omgekeerd eivormige vruchten hebben een diameter van 3-7 mm. Per vrucht worden twee of drie (soms vier) pitten gevormd.

Externe links bewerken

Zie de categorie Cotoneaster salicifolius van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Cotoneaster salicifolius.