Wikipedia:Educatieprogramma/ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalers/Medische Renaissance

De medische renaissance (1400-1700 na Christus) was een periode van vooruitgang op het gebied van medische kennis in Europa, en van hernieuwde belangstelling voor de ideeën uit de klassieke oudheid. Er wordt gezegd dat deze medische ontdekkingen de weg hebben gebaand voor de moderne medische wetenschap.

Achtergrond bewerken

De Re Anatomica door Realdo Colombo, 1572 De medische renaissance begon, net als de renaissance zelf, in de vroegen jaren 1400. Medische onderzoekers gingen door met hun renaissancistische praktijken tot laat in de zeventiende eeuw. Florence, een stad in Italië, werd door de meeste geschiedkundigen gezien als een invloedrijke plaats voor medisch onderzoek en een plaats waar bewezen vooruitgang op het gebied van de geneeskunde werd geboekt. Deze vooruitgang kwam tot stand door een aantal factoren. De boekdrukkunst waarbij losse letter werden gebruikt, raakte in Europa halverwege de vijftiende eeuw in gebruik. Hierdoor konden medische ideeën en anatomische diagrammen worden verspreid. Een aantal van de belangrijkste wetenschappers die de medische renaissance op gang brachten, waren Linacre, Erasmus, Leonicello en Sylvius. Adreas Vesalius maakte een belangrijke bijdrage met zijn boek De humani corporis fabrica. In zijn invloedrijke werk beschreef hij nieuwe manieren van opereren, die hem jaren hadden gekost om te ontdekken. Een beter begrip van originele werken (van vooral Galenus) kreeg de kans de vroegmoderne medische tradities te beïnvloeden doordat er meer openheid was voor het renaissancistische humanisme. Het gezag van de kerk over de leer van de medische wetenschap en universiteiten verdween, en ontleden werd vaker mogelijk.

Medische procedures bij overledenen bewerken

De autopsie werd ontwikkeld en raakte in gebruikt voor forensische en medische doeleinden. In het begin van de veertiende eeuw werd er een groep van dokters opgericht die assisteerden bij het onderzoeken van de doodsoorzaak in moordzaken. In 1302 werd het overlijden van Azzolino degli Onesti onderzocht, omdat men geloofde dat hij vergiftigd was. Uit autopsie bleek de doodsoorzaak een grote hoeveelheid bloed te zijn om de grote ader en de aderen van zijn lever.

Dokters begonnen met het verrichten van autopsie bij hun eigen patiënten tijdens de vijftiende eeuw. In 1486 werd er op eigen verzoek autopsie verricht op de Florentijnse aristocraat Bartolomea Rinieri, zodat haar dochter behandeld kon worden voor de aandoening die haar dood veroorzaakte. De chirurgen ontdekte dat haar baarmoeder was verhard. Mensen uit de hogere klassen waren rijk genoeg om hun eigen lijkschouwing regelen.

Ook het openen van de schedel werd gebruikt om de doodsoorzaak te onderzoeken. Dit gebruik stamde uit de dertiende eeuw. Leden van de Florentijnse familie de Medici, die veel macht hadden tijdens de renaissance, hadden schedels waaraan te zien was dat er autopsie en operaties op waren verricht. Deze procedures werden ook uitgevoerd op onwettige familieleden en op kinderen. Op elk skelet van de familie zijn sporten te vinden van balseming, wat alleen gedaan werd bij de elite. De chirurgen werden in deze periode ingedeeld in een klassensysteem. Ze werden erkend als meester-chirurgen (universitair opgeleide artsen) of als de lager in rank zijnde chirurgijn.

Belangrijke personen bewerken

Leonardo da Vinci bewerken

Hoofdartikel: Leonardo da Vinci Leonardo da Vinci heeft veel bijdragen geleverd op het gebied van wetenschap en technologie. Zijn onderzoek werd gedreven door zijn verlangen om meer te weten te komen over de manier waarop het menselijk brein visuele en sensorische informatie verwerkt en hoe deze functies in verbinding staan met de ziel. Hoewel zijn kunstwerken al eerder bekend werden, werden sommige van zijn onderzoeken pas gepubliceerd in de twintigste eeuw. Da Vinci verrichtte enkele onderzoeken naar het zicht. Hij geloofde dat visuele informatie het lichaam binnenkwam door het oog, die dan verder werd doorgegeven door impulsen door de optische zenuw, en dan uiteindelijk de ziel bereikte. Da Vinci hing het idee uit de klassieke oudheid aan dat de ziel zetelde in het brein. Hij deed onderzoek naar de ruggengraat bij mensen, door kikkers te bestuderen. Hij merkte op dat zo snel het ruggenmerg werd onderbroken, de kikker stierf. Hierdoor kwam hij tot de conclusie dat de ruggengraat de basis was voor sensorische prikkels en beweging, en de plaats waar zenuwen vandaan kwamen. Da Vinci deed ook onderzoek naar het reukzintuig. Hij wordt gezien als de eerste die de olfactorische zenuw benoemde als een van de hersenzenuwen. Op basis van 30 ontleedde kadavers maakte hij zijn anatomische schetsen. Zijn schetsen waren erg gedetailleerd en gaven organen en spieren weer van de bovenste extremiteiten, de hand en de schedel. Zijn driedimensionale tekeningen werden erg bekend. Zijn anatomische tekeningen werden pas 380 jaar na zijn dood gevonden.

Ambroise Paré (1510–1590) bewerken

Hoofdartikel: Ambroise Paré Paré was een Franse chirurg, anatomist en uitvinder van chirurgische instrumenten. Tussen 1533 en 1536, toen Frankrijk Italië binnenviel, was hij was een militair chirurg. Tijdens deze oorlog wendde hij het klassiek Romeinse remedie aan voor het behandelen van schotwonden: terpentijn, eidooier en rozenolie. Dit deed hij omdat de olie die gewoonlijk gebruikt werd, opraakte. Hij bracht het aan op de wonden en ontdekte dat het de pijn verlichtte en dat het de wond goed afsloot. Paré introduceerde ook het afbinden van slagaderen: zijden draden werden gebruikt om de slagaderen van geamputeerde ledematen af te binden om het bloeden te stoppen. Deze methode werd door medici afgeschaft, omdat deze leidde tot meer sterftegevallen doordat ontsmettingsmiddelen nog niet waren uitgevonden. Paré stichtte ook een school voor verloskundigen in Parijs en maakte protheses.

Deze tekening van Leonardo da Vinci van een foetus in de baarmoeder is een van zijn vele gedetailleerde anatomische tekeningen

Andreas Vesalius (1514–1564) bewerken

Hoofdartikel: Andreas Vesalius Vesalius was een Vlaamse anatoom die door middel van ontledingen van menselijke lichamen de misvattingen rechtzette die waren ontstaan in de oudheid, met name door Galenus, die (om religieuze redenen) alleen dieren zoals honden en apen had bestudeerd. Vesalius schreef vele boeken over anatomie aan de hand van zijn observaties: Zijn bekendste werk was De humani corporis fabrica, dat gepubliceerd werd in 1543, waarin gedetailleerde tekeningen stonden van het levende menselijk lichaam. Het bevat ook vele verschillende anatomische schetsen die hij maakte aan de hand van het bestuderen en ontleden van kadavers. De schetsen zijn gemaakt in een combinatie van een Italiaanse en gotische stijl. Vesalius identificeerde de anatomische fouten in Galenus' bevindingen en daagde de academische wereld uit. Hij veranderde de manier waarop er werd gedacht over menselijke anatomie en zijn werk wordt beschouwd als een nalatenschap voor de medische wereld.

William Harvey (1578–1657) bewerken

Hoofdartikel: William Harvey William Harvey was een Engelse arts en natuurkundige die bekend staat om zijn bijdragen over kennis van het hart en de bloedcirculatie. Harvey geloofde dat alle medische kennis universeel moest zijn en stelde dit als doel. Hij wordt door achtenswaardige historici geloofd om zijn moed, zijn experimentele werk en zijn voortdurende bereidheid om moderne methoden toe te passen. Hoewel hij niet de eerste was die longcirculatie opperde (Ibn al-Nafis, Michael Servetus en Realdo Colombo gingen hem voor), wordt hij gezien als de eerste persoon in de Westerse wereld die kwantitatieve argumenten aandroeg voor bloedcirculatie in het lichaam. Harvey's uitgebreide werk over deze circulatie is vastgelegd in zijn boek The Motu Cordis. Dit werk begint met een duidelijke definitie van anatomie en soorten anatomie die een duidelijk beeld gaven van de universele betekenis van deze woorden voor verschillende renaissancistische natuurkundigen. Zijn definitie van het woord ‘anatomie’ was: 'Door inspectie en ontleding de doelen en taken ontdekken van lichaamsdelen', ', in andere woorden: het vermogen om de taken van ieder deel van het lichaam te identificeren en van de rol die ze spelen in het algehele functioneren van het lichaam door het te ontleden en te bekijken. Dit was de basis voor verder onderzoek naar het hart en de bloedvaten.

Hieronymus Fabricius (1537-1619) bewerken

Hoofdartikel: Hieronymus Fabricius Hieronymus Fabricius was een anatoom en chirurg die een atlas maakte van de menselijke en dierlijke anatomie en deze afbeeldingen werden gebruikt in zijn werk Tabulae Pictae. In dit werk zijn illustraties te vinden van verschillende artiesten en Fabricius wordt gezien als degene die een keerpunt teweegbracht in anatomische illustraties. De illustraties van Fabricius zijn gemaakt in ware grootte en in natuurlijke kleuren. Na zijn dood verdween de Tabulae Pictae en werd pas in 1909 weer ontdekt. Fabricius richtte zich op het menselijk brein en de gleuven in het brein. In Tabulae Pictae beschreef hij de gleuf die de temporale lob van de frontale lob scheidt. Hij bestudeerde ook bloedvaten en ontdekte als eerste kleppen in bloedvaten.