Pinus balfouriana
Pinus balfouriana of de vossenstaartden is een groenblijvende conifeer uit de dennenfamilie (Pinaceae). De gebruikelijke naam in het Engels is foxtail pine. Het is een zeldzame soort die endemisch is in de Amerikaanse staat Californië. Er zijn twee geïsoleerde populaties, die bij verschillende ondersoorten worden ingedeeld: de ondersoort balfouriana in de Klamath Mountains in het noorden van Californië en austrina in het zuiden van de Sierra Nevada. Hoewel de vossenstaartden zeldzaam is, zijn de populaties redelijk stabiel. Haar beschermingsstatus is 'gevoelig'. Buiten haar natuurlijke verspreidingsgebied komt de vossenstaartden amper voor. Ze is enkel aangeplant in enkele arboreta.
| Pinus balfouriana IUCN-status: Gevoelig[1] (2011) | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||
| Twee oude exemplaren van de zuidelijke populatie | |||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Pinus balfouriana Balf. (1853) | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Jongere bomen in de Trinity Alps, van de noordelijke populatie | |||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||
Pinus balfouriana op  Wikispecies
| |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Beschrijving bewerken
De soort is nauw verwant aan P. aristata en P. longaeva. P. balfouriana is een boom die 10 tot 20 meter hoog wordt, uitzonderlijk zelfs 35 meter. Ze groeit krachtiger dan P. aristata.
De boom draagt bladeren in bundels van vijf naalden. In de zuidelijke populatie kunnen dat er ook vier zijn. De naalden zijn 2 à 4 cm lang, diepgroen aan de buitenkant en wit aan de binnenkant. Het loof blijft 10 à 15 hangen en geurt naar marmelade.
De kegels zijn donkerpaars tot roodbruin en zijn 6 tot 11 cm lang. De schubben zijn zacht en flexibel, maar hebben kleine, dikke stekels.
Ecologie en verspreidingsgebied bewerken
P. balfouriana is een soort die in de buurt van de boomgrens voorkomt. Bomen van de noordelijke populatie van P. balfouriana groeien in subalpiene bossen in de Klamath Mountains, op een hoogte van 1950 à 2750 meter boven de zeespiegel. De zuidelijke populatie, in de Sierra Nevada, groeit van 2300 tot wel 3500 meter boven de zeespiegel. De zuidelijke ondersoort komt bijna uitsluitend voor in en nabij Sequoia National Park en Kings Canyon National Park.
Bronnen, noten en/of referenties
|