Vaststellingsovereenkomst

De vaststellingsovereenkomst is de bindende overeenkomst (contract) tussen twee of meer partijen, bedoeld om een geschil op te lossen, of in sommige gevallen om een geschil te voorkomen.

Onder de verschillende typen vaststellingsovereenkomst valt onder andere de dading.

Nederland bewerken

Wettelijke regeling bewerken

De vaststellingsovereenkomst wordt geregeld in titel 15 van Boek 7 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (artikelen 670b en 900-910).[1] Partijen kunnen gezamenlijk afspraken maken, maar zij kunnen de beslissing ook aan een derde opdragen. Het laten opstellen van de vaststellingsovereenkomst door een derde wordt meestal aangeduid met het laten opstellen van een bindend advies.

Artikel 900, lid 4, bepaalt dat titel 15 niet van toepassing is op de overeenkomst van arbitrage. Die wordt geregeld in Boek 4[2] van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.[3]

Vaststellingen (de beoogde resultaten van een vaststellingsovereenkomst) kunnen volgens de wet afwijken van het dwingend recht, voor zover niet in strijd met de openbare orde of de goede zeden. In artikel 902 staat hierover: Een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied is ook geldig als zij in strijd mocht blijken met dwingend recht, tenzij zij tevens naar inhoud of strekking in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde. De vaststellingsovereenkomst zelf wordt nog steeds door dwingend recht beheerst.

Ook als partijen in hun vaststellingsovereenkomst bepalingen opnemen die in strijd zijn met dwingend recht, zijn zij toch gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. Dat komt doordat de vaststellingsovereenkomst een zelfstandige titel (= rechtsgrond) oplevert. Een rechter kijkt, als hij een vaststellingsovereenkomst onder ogen krijgt, niet meer naar de historie of juridische achtergronden ervan, maar gaat uit van de nieuwe juridische situatie, de nieuwe rechtsverhouding, die door de vaststellingsovereenkomst is ontstaan. De overeenkomst kan hierdoor maar in beperkte mate vernietigd of ontbonden worden.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat partijen, bijvoorbeeld hangende een rechtsgeding, alsnog een minnelijke regeling treffen. Zij kunnen die regeling dan vastleggen in een vaststellingsovereenkomst. Vaak gebeurt dat in een proces-verbaal van de rechtszitting. Indien op dat proces-verbaal de woorden In naam des Konings worden geplaatst door de rechter, dan kan met dat proces-verbaal ook direct nakoming worden afgedwongen.

Arbeidsrecht bewerken

In het arbeidsrecht wordt de vaststellingsovereenkomst ingezet om zonder tussenkomst van het UWV of de kantonrechter een ontslag met wederzijds goedvinden te regelen. Het komt regelmatig voor dat een deugdelijke onderbouwd ontslagdossier ontbreekt, en er daardoor geen gegronde juridische ontslagreden is om het ontslag via het UWV of kantonrechter te laten verlopen. Een werkgever hoeft bij ontslag met wederzijds goedvinden geen ontslagvergunning aan te vragen bij het UWV of een verzoekschrift in te dienen bij de kantonrechter. Het komt veelal voor dat er hogere (beëindigings)vergoedingen worden afgesproken in de vaststellingsovereenkomst dan de wettelijke transitievergoeding.

Wanneer de werkgever en werknemer het ontslag samen overeenkomen, is het noodzakelijk om de afspraken schriftelijk vast te leggen. Dit gebeurt in de vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Hierbij geldt een herroepingstermijn van veertien dagen waarin het akkoord ingetrokken kan worden, tenzij de overeenkomst wordt aangegaan binnen zes maanden nadat een vorige overeenkomst is ontbonden op deze manier, volgens boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Onder voorwaarden is het mogelijk om recht te houden op een WW-uitkering. Dit is het geval als opgenomen is dat de werkgever het initiatief nam voor de beëindigingsovereenkomst, dat de medewerker geen verwijt treft en dat het ontslag niet in strijd met een opzegverbod, bijvoorbeeld wanneer de werknemer arbeidsongeschikt is.[4]

Collectieve actie bewerken

Sinds kort[(sinds) wanneer?] kent de wet ook een regeling voor het treffen van een vaststellingsovereenkomst tussen (de verzekeraars van) een aansprakelijke partij en een vereniging of stichting die optreedt ten behoeve van een grote groep slachtoffers. Het voordeel van een dergelijke regeling is vooral dat niet ieder individueel slachtoffer de strijd hoeft aan te gaan met de verzekeraar.

Ter bescherming van de slachtoffers moet een dergelijke vaststellingsovereenkomst door de rechter worden goedgekeurd om verbindend te kunnen worden. Zelfs als de rechter de vaststelling verbindend heeft verklaard kan een individueel slachtoffer nog middels een verklaring laten weten niet akkoord te gaan.

Of deze regeling een oplossing biedt voor de problemen van slachtoffers bij een grote ramp zal in de praktijk nog moeten blijken.

Tegenwoordig[(sinds) wanneer?] (sinds een wijziging van de Werkloosheidswet) worden vaststellingsovereenkomsten eveneens veelvuldig gebruikt ter beëindiging van een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden en om de voorwaarden daaromtrent vast te stellen.

Mediation bewerken

De vaststellingsovereenkomst is formeel, volgens de regeling van het voormalig NMI (Nederlands Mediation Instituut) thans MfN (Mediators federatie Nederland), de afsluiting van een geslaagd mediationproces. In de overeenkomst worden de door partijen gemaakte afspraken, die onder begeleiding van een professioneel mediator zijn gemaakt, vastgelegd.

Executoriale titel bewerken

Een vaststellingsovereenkomst levert geen directe executoriale titel op. Om die te verkrijgen moet de overeenkomst worden vastgelegd bij notariële akte, of worden bevestigd door een rechterlijk vonnis.

Zie ook bewerken