Udanoceratops

geslacht uit de familie Protoceratopidae

Udanoceratops tschizhovi is een plantenetende ornithischische dinosauriër, behorend tot de Ceratopia, die tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Mongolië.

Udanoceratops tschizhovi

Vondst en naamgeving bewerken

In 1992 benoemde en beschreef Sergej Michailowitsj Koerzanow de typesoort Udanoceratops tschizhovi. De geslachtsnaam combineerde de naam van de vindplaats, de Oedan Sajr, met een verwijzing naar de Ceratopia. De soortaanduiding eert de geoloog D.O. Tsjizjow (Tschizhov) die begin jaren tachtig het fossiel vond.

Het holotype, PIN No. 3907/11, is gevonden in een laag van de Djadochtaformatie die dateert uit het middelste Campanien, ongeveer vijfenzeventig miljoen jaar oud. Het bestaat uit een schedel met onderkaken. De schedel, die niet helemaal meer in verband lag, mist het schedeldak. In 1993 is een tweede schedel aan de soort toegewezen maar die is nog niet beschreven.

Beschrijving bewerken

 
Een vergelijking in grootte

Udanoceratops is de grootste bekende basale neoceratopiër. De schedel van het holotype was ongeveer zeventig centimeter lang en van het tweede exemplaar werd een lengte gemeld van een meter. In 2010 schatte Gregory S. Paul de lichaamslengte op vier meter, het gewicht op zevenhonderd kilogram. Het dier moet dus de kleinste Ceratopidae in grootte benaderd hebben. Hierbij moet echter bedacht worden dat alleen de kop bekend is en die bij Neoceratopia vaak een extreem groot deel van de lengte voor zijn rekening neemt.

 
Een schema van de kop

De schedel is zeer robuust. De snuit is erg hoog. Het voorste rostrale echter, de beenkern van de bovensnavel, is van voor naar achter kort en kromt ook niet ver naar beneden. Het heeft wel een hoge opgaande tak die een stompe snuitpunt vormt. De praemaxilla erachter heeft vermoedelijk geen tanden. Een hoge dunne opgaande tak hiervan begrenst de voorkant van een zeer hoog en groot ovaal neusgat; een bredere achterste opgaande tak vormt de achterkant van de naris. Beide takken lopen naar boven uit in een overdwars smal neusbeen. Het profiel daarvan toont aan de achterkant van de snuit een plotse knik naar achter; misschien lag daar een klein hoorntje. Het bovenkaaksbeen is hoog en draagt in de bol gekromde onderrand een twintigtal vrij kleine tanden. Het jukbeen is krachtig maar vormt geen echte hoorn. Het quadratum is hoog en smal.

 
Reconstructie van de beschreven delen van het holotype

Zeer opvallend is de onderkaak van Udanoceratops. De hoogte daarvan overtreft die van de schedel. Bij Neoceratopia is de onderkaak achteraan altijd hoog door een coronoïde uitsteeksel dat als een hefboom werkt. Bij Udanoceratops blijft de achterrand van de kaak steil dalen totdat een diepte bereikt is die de hoogte van de processus coronoides evenaart. De achterrand wordt hierdoor even lang als de onderrand. De enorme hoek die zo ontstaat wordt niet ingenomen door het angulare maar door een achterwaartse uitbreiding van het tanddragende dentarium, een haast zoogdierachtige toestand. Die indruk wordt nog versterkt doordat het surangulare erg kort is en nauwelijks lager dan het coronoïde uitsteeksel. Tussen surangulare en dentarium ligt, hoog op de achterrand, een klein driehoekige angulare; misschien had dit een dunne neergaande tak over de achterrand. De achterrand van de kaak gaat met een plotse knik over in de onderrand die schuin omhoog loopt. Een tweede knikmaakt de stijghoek nog steiler. Naar voren toe wordt de hoogte van de kaak daardoor snel minder. Op de voorkanten van de onderkaken zit een centraal predentarium, de beenkern van de ondersnavel. Daarvan is alleen de basis bewaardgebleven zodat de snavelvorm niet geheel bekend is. Het lijkt er echter op dat de ondersnavel veel hoger en krommer was dan de bovensnavel. In ieder geval is ook de tandrij van het dentarium krom, bezet door een zestiental tanden die groter zijn dan de maxillaire tanden van de bovenkaak. De kop als geheel lijkt zo op een gigantische tang.

Fylogenie bewerken

 
Een reconstructie van het levende dier

Koerzanow plaatste Udanoceratops in 1992 in de Protoceratopidae. In 2001 echter, had een analyse door Peter Makovicky tot uitkomst dat het een lid was van de Leptoceratopidae. Het zou in dat geval de eerst ontdekte Aziatische leptoceratopide zijn. In 2010 als tweede Aziatische vorm Zhuchengceratops beschreven.

Het volgende kladogram geeft een mogelijke positie van Udanoceratops in de evolutionaire stamboom aan.

Ceratopia 

Yinlong





Chaoyangsaurus



Xuanhuaceratops





Psittacosauridae


Neoceratopia 

Liaoceratops




Yamaceratops




Archaeoceratops




Koreaceratops



Coronosauria 









Coronosauria 
Leptoceratopidae 

Asiaceratops




Cerasinops




Montanoceratops




Prenoceratops




Leptoceratops



Udanoceratops




Zhuchengceratops




Gryphoceratops



Unescoceratops











Graciliceratops



Protoceratopidae 

Bagaceratops



Protoceratops





Zuniceratops



Ceratopidae






Levenswijze bewerken

In 2008 stelde Victor Teresjenko dat Udanoceratops een op het land levend dier was dat vrij snel kon lopen. Dat leidde hij af uit de hoge kop die vrij lange voorpoten vereiste om hem van de grond te houden wat weer een efficiënte coördinatie met de lange achterpoten mogelijk maakte. Het kan natuurlijk ook zijn dat de kop vlak boven de grond hing. In ieder geval werd daar het voedsel gezocht dat kennelijk met zeer krachtige kaakbewegingen verwerkt werd.

Literatuur bewerken

  • S.M. Kurzanov, 1992, "A gigantic protoceratopsid from the Upper Cretaceous of Mongolia", Paleontological Journal 26(3): 103-116