De Tweede Kamerverkiezingen 1887 waren Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 1 september 1887.[1][2]
Tweede Kamerverkiezingen 1887
|
---|
Datum
|
1 september 1887[1] |
---|
Land
|
Nederland
|
---|
Te verdelen zetels
|
86
|
---|
Opkomst
|
55,14%
|
---|
Resultaat
|
---|
Grootste partij
|
Liberale Unie
|
---|
Opvolging verkiezingen
|
---|
|
|
De verkiezingen werden gehouden als gevolg van de ontbinding van de Tweede Kamer. Eerder hadden beide Kamers van de Staten-Generaal in eerste lezing een wijziging van de Grondwet aangenomen. Om de grondwetswijziging definitief te maken was goedkeuring in tweede lezing vereist, na ontbinding van beide Kamers.[3]
Nederland was verdeeld in 43 kiesdistricten, waarin in totaal 86 leden van de Tweede Kamer gekozen werden.[4]
Bij deze verkiezingen werd gestemd voor alle 86 zetels in de Tweede Kamer. Om in een district gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]
|
1886
|
1887
|
---|
# stemmen
|
%
|
# stemmen
|
%
|
---|
Kiesgerechtigden
|
136.237
|
|
134.987
|
|
---|
Niet opgekomen
|
33.266
|
24,42[5] |
60.556
|
44,86[5] |
---|
Opkomst
|
102.971
|
75,58[5] |
74.431
|
55,14[5] |
---|
VerkiezingsuitslagBewerken
De zittingsperiode ging in op 19 september 1887. Nadat het voorstel tot grondwetswijziging in tweede lezing was aangenomen, werd de Tweede Kamer wederom ontbonden om verkiezingen te houden voor 100 leden conform het gewijzigde stelsel. De zittingsperiode van de Tweede Kamer eindigde op 27 maart 1888.
Het kabinet was vóór deze verkiezingen niet afgetreden, omdat het doel van de verkiezingen uitsluitend was de grondwetsherziening in tweede termijn aan een nieuw gekozen parlement voor te leggen. Gezien de uitslag van de verkiezingen kon het conservatief-liberale kabinet-Heemskerk aanblijven.
Bronnen
Noten
- ↑ a b In twee kiesdistricten was een tweede verkiezingsronde nodig vanwege het niet-behalen van de districtskiesdrempel. Deze tweede ronde werd gehouden op 14 september 1887.
- ↑ a b De kiesdrempel werd per district bepaald door de volgende formule: 50% van het aantal uitgebrachte geldige stemmen, gedeeld door het aantal in het district te verkiezen zetels.
- ↑ Een onderdeel van de vernieuwde Grondwet was de aanpassing van het aantal leden van de Tweede Kamer, dat na deze verkiezingen gebracht werd op 100.
- ↑ Acht districten kozen één lid en 32 districten twee leden. In drie districten werden resp. drie (Sneek), vier (Rotterdam) en zeven (Amsterdam) leden gekozen. De kiezer bracht evenveel stemmen uit als er in zijn district zetels te verdelen waren.
- ↑ a b c d % van het aantal kiesgerechtigden.
|