Szózat

(Doorverwezen vanaf Szozat)

Szózat (Oproep) is een gedicht van de Hongaarse dichter Mihály Vörösmarty. Het fungeert naast het Himnusz als een tweede volkslied. Bij feestelijkheden of ceremonies wordt ten beginne het volkslied gezongen en ter afsluiting Szózat. In 1840 is het op muziek gezet door Béni Egressy.

Tekst bewerken

Szózat
Hazádnak rendületlenűl
Légy híve, oh magyar;
Bölcsőd az s majdan sírod is,
Mely ápol s eltakar.
A nagy világon e kivűl
Nincsen számodra hely;
Áldjon vagy verjen sors keze:
Itt élned, halnod kell.
Ez a föld, melyen annyiszor
Apáid vére folyt;
Ez, melyhez minden szent nevet
Egy ezredév csatolt.
Itt küzdtenek honért a hős
Árpádnak hadai;
Itt törtek össze rabigát
Hunyadnak karjai.
Szabadság! itten hordozák
Véres zászlóidat,
S elhulltanak legjobbjaink
A hosszu harc alatt.
És annyi balszerencse közt,
Oly sok viszály után,
Megfogyva bár, de törve nem,
Él nemzet e hazán.
S népek hazája, nagy világ!
Hozzád bátran kiált:
"Egy ezredévi szenvedés
Kér éltet vagy halált!"
Az nem lehet hogy annyi szív
Hiában onta vért,
S keservben annyi hű kebel
Szakadt meg a honért.
Az nem lehet, hogy ész, erő,
És oly szent akarat
Hiába sorvadozzanak
Egy átoksúly alatt.
Még jőni kell, még jőni fog
Egy jobb kor, mely után
Buzgó imádság epedez
Százezrek ajakán.
Vagy jőni fog, ha jőni kell,
A nagyszerű halál,
Hol a temetkezés fölött
Egy ország vérben áll.
S a sírt, hol nemzet sűlyed el,
Népek veszik körűl,
S az ember millióinak
Szemében gyászköny űl.
Légy híve rendületlenűl
Hazádnak, oh magyar:
Ez éltetőd, s ha elbukál,
Hantjával ez takar.
A nagy világon e kivűl
Nincsen számodra hely;
Áldjon vagy verjen sors keze:
Itt élned, halnod kell.

Geschreven door Mihály Vörösmarty

Letterlijke vertaling
Tot jouw Vaderland zonder falen
Moge jij geroepen zijn, Oh Magyar!
Jouw wieg en ooit jouw graf
Welk jou verzorgen en toedekken zal.
In de grote wereld hierbuiten
Is voor jou geen plaats
Moge de hand van het lot je zegenen of slaan
Hier moet je leven en sterven!
Dit is de grond waar zo vaak
Het bloed van jouw voorvaderen vloeide
Dit, waaraan elke heilige naam
Een duizend jaar is gekoppeld
Hier vochten voor het Vaderland
Arpad's legers
Hier braken het juk
Hunyadi's armen
Vrijeid! Hier draagt men
Jouw bebloede vaandels
And sneuvelden onze besten
Gedurende de lange oorlog
En tussen zoveel ongeluk
Na zoveel conflicten
Uitgeput, maar niet gebroken
Leeft het volk in dit vaderland.
En thuis van volkeren, grote wereld!
Roept je dapper toe:
"Duizend jaar lijden
eist leven of dood!"
Het kan niet zijn dat zoveel harten
Voor niets hun bloed verspliden
En in klaagliederen werden zoveel trouwe boezems
Opengescheurd voor het vaderland.
Het kan niet zijn dat geest, kracht
En zulk een heilige wil
Voor niets wegkwijnen
Onder het gewicht van een vloek;
Er moet nog komen, er zal nog komen
Een beter tijd, waarvoor
Gretige gebeden hunkeren
Van honderdduizenden de lippen.
Of er komt, als er komen moet
De roemrijke dood
Waar boven de begrafenis
Een natie wentelt in bloed
En het graf, waar het volk in zinkt
Omsingelen volkeren
En in de ogen van miljoenen
Zitten tranen van rouw.
Moge jij geroepen zijn zonder falen
Tot jouw Vaderland, Oh Magyar
Welk jou moed geeft, en als jij faalt
Bedekt het jou met zijn graf
In de grote wereld hierbuiten
Is voor jou geen plaats
Moge de hand van het lot je zegenen of slaan
Hier moet je leven en sterven!

Vertaald door Levente Vervoort