Strijkkwartet nr. 7 (Dvořák)
Het Strijkkwartet nr. 7 in a klein, opus 16, is een compositie van de Tsjechische componist Antonin Dvořák. Hij schreef het werk in september 1874.
Strijkkwartet Nr. 7 (Dvořák) | ||||
---|---|---|---|---|
Dvořák in 1868
| ||||
Componist | Antonin Dvořák | |||
Soort compositie | Strijkkwartet | |||
Toonsoort | a mineur | |||
Opusnummer | opus 16 | |||
Andere aanduiding | B.45 | |||
Compositiedatum | 14(?)-24 september 1874 | |||
Première | 29-12-1878 (Praag) | |||
Opgedragen aan | Ludevit Prochazka | |||
Duur | ca. 25 min. | |||
Oeuvre | Oeuvre van Antonin Dvořák | |||
|
Ontstaan bewerken
Dit zevende strijkkwartet werd binnen tien dagen gecomponeerd. Het zet de tendens voort die Dvořák bij de niet-voltooide derde versie van het zesde (opus 12; B40) had ingezet, namelijk wederom afstand nemen van de Neudeutsche Schule van Liszt en Wagner. Er is sprake van een oriëntatie op de klassieke componisten (vooral op Beethoven) en van een nationaal, i.c. Slavisch, georiënteerd idioom.
Delen bewerken
- I Allegro ma non troppo: Heldere sonatevorm met week hoofdthema en beweeglijk neventhema.
- II Andante cantabile: Koraalachtige middensectie.
- III Allegro scherzando: Snel menuet.
- IV Allegro ma non troppo: Relatief vrije vorm. De toonsoort a klein wordt bijna consequent vermeden ten faveure van majeurtoonsoorten.
Betekenis bewerken
Het zevende strijkkwartet is het eerste (kamermuziek)werk van Dvořák dat in druk verscheen, en wel al in 1875. De officiële première verzorgde het Bennewitz-kwartet, dat eerder het vijfde kwartet (opus 9; B37) had afgewezen.
Bronnen, noten en/of referenties
|