42.453
bewerkingen
k (→Escalatie) |
|||
De aanvankelijke steun sloeg in de zomer van 1785 echter om in een ontmoedigingsbeleid, toen steeds meer duidelijk werd dat de Republiek afstevende op een burgeroorlog. Begin augustus [[1786]] waren de exercitiegenootschappen verzameld in Utrecht om de slag bij Doggersbank te herdenken. Er liepen die dagen 20.000 man in de stad. Op die bijeenkomst werd een radicale beslissing genomen: zestien democratisch gekozen patriotten werden in de raad opgenomen. Dat was een unieke gebeurtenis in Europa. Enkele weken later liet [[H.W. Daendels]], kapitein van het plaatselijke exercitiegenootschap, zich inspireren tot actie in [[Hattem]], waarop in Friesland en Gelderland alle bijeenkomsten en onderlinge steun van exercitiegenootschappen werd verboden. De vrijheid van vergadering was beperkt.
In mei 1787 werd het hoogleraren en studenten in [[Franeker]] verboden aan de exercitiegenootschappen deel te nemen. Rondom Utrecht kwam het tot een treffen tussen de exercitiegenootschappen en het staatse leger. In juni [[1787]] hield het exercitiegenootschap van Gouda prinses [[Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen|Wilhelmina van Pruisen]]
==Bronnen==
|
bewerkingen