Jan Postma (CPN): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
uitgebreid m.b.v. http://www.iisg.nl/bwsa/bios/postma-j.html
→‎Levensloop: - openlijk, dat zal in 1942 niet mogelijk zijn geweest
Regel 6:
Postma werd lid van de [[Bond van Kommunistische Strijd- en Propagandaclubs]], die zich in 1925 zou aansluiten bij de [[Communistische Partij van Nederland]]. Hij werd lid van het bestuur van de CPN, waarbinnen hij zich afzette tegen een ultra-radicale koers. In een nieuw gevormd partijbestuur in 1930 werd Postma niet opgenomen, nadat hij kritiek had geuit op de partijleiding. De economische wereldcrisis en massale werkloosheid begin [[1930-1939|jaren 30]] zorgde er echter voor dat de kritische houding van Postma verdween en in 1932 kwam hij alsnog in het bestuur. Hij verbleef een jaar in [[Moskou]] als Nederlandse vertegenwoordiger bij de [[Comintern]]. Terug in Nederland kreeg hij de leiding over de Nederlandse sectie van de [[Internationale Roode Hulp]]. De organisatie probeerde onder andere asiel te regelen voor voor Hitler gevluchte Duitse communisten.
 
Aan het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] trok Postma zich op last van de partijleiding terug uit de CPN, om zich toe te leggen op zijn oude werk als chemigraaf. In die positie kon hij persoonsbewijsen vervalsen. Ook voerde hij af en toe geheime opdrachten uit voor de Comintern. Vanaf 1942 raakte hij weer openlijk betrokken bij de partij, toen hij geregeld de Amsterdamse leider [[Jan Janzen]] moest vervangen. Na diens arrestatie in 1943 kreeg Postma de leiding over de Amsterdamse afdeling. Toen enkele maanden later een deel van de partijleiding werd opgepakt en [[Paul de Groot]] onderdook, kreeg Postma de leiding in handen. Hij zocht meer aansluiting met onder andere sociaal-democratische groepen en pleitte voor een parlementair-democratische weg naar het socialisme in het Nederland na de oorlog. Postma had een actief aandeel in een poging het gewapende verzet te bundelen door de vorming van de [[Raad van Verzet]]. Op 11 november 1943 werd Postma echter samen met andere CPN-kopstukken door de [[Sicherheitsdienst]] opgepakt. Hij zat onder andere gevangen in het Huis van Bewaring in Amsterdam en in [[kamp Vught]]. Op 20 april 1944 werd Postma ter dood veroordeeld. Hij werd op 31 juli van dat jaar in Scheveningen terechtgesteld.
 
Ter nagedachtenis aan Postma werd op 22 februari 1975 in Amsterdam de hoek van het Jan Postmahof en de Burgemeester de Vlugtlaan een Jan Postmaplaquette onthuld.