Burggraafschap Rheineck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
 
In de elfde eeuw is de burcht door de paltsgraven van de Rijn gebouwd. Otto van Salm noemt zich als eerste in de twaalfde eeuw graaf van Rheineck. De burcht werd in 1151 werd verwoest door een halfbroer van keizer Koenraad III, maar de aartsbisschop van Keulen nam het gebied in bezit en bouwde de burcht weer op. Sindsdien resideerde op Rheinneck een familie van burggraven in dienst van het keurvorstendom Keulen. Het ambt werd erfelijk en de familie noemde zich naar de burcht. In 1785 werd het slot door brand verwoest. Na 1832 liet de nieuwe eigenaar een nieuw slot bouwen.
De burgraven van Rheineck hadden een zetel op de Westfaalse gravenbank van de [[Rijksdag]]. Het burggraafschap behoorde tot de Keurrijnse[[Keur-Rijnse Kreis]].
 
Het burggraafschap werd in 1795 ingelijfd bij Frankrijk. In paragraaf 24 van de [[Reichsdeputationshauptschluss]] van 25 februari 1803 kregen de graven van Sinzendorf als schadeloosstelling voor het verlies van het burggraafschap Rheineck het dorp Winterrieden, dat tot dan toe deel uitmaakte van het gebied van de rijksabdij [[Ochsenhausen]]. Voortaan voerden de graven de titel burggraaf van [[Winterrieden]]. Lang hebben de graven geen plezier gehad van hun nieuwe burggraafschap, want in 1806 werd het het ingelijfd bij het koninkrijk Beieren.