Lichtsterkte (fotografie): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
de drie SI-eenheden/grootheden rond lichtstrekte. |
k links verbeterd |
||
Regel 16:
Het [[SI]]-systeem kent drie [[grootheid|grootheden]]
om de "sterkte" van een lichtbundel te beschrijven.
Nemen wij voor het gemakt een kegelvormige ([[
uit een puntvormige (zeer kleine) lichtbron.
Dit is ook meteen één van de meest relevante voorbeelden.
*De uitwaaiering van de bundel beschrijf je met een [[openingshoek]], maar beter nog met de [[ruimtehoek]] (symbool: Ω, eenheid: [[steradiaal]]).
*De '''lichtstroom''' (symbool: S, eenheid: [[lumen (natuurkunde)]]) is de totale hoeveelheid licht in de bundel. Deze hangt af van het vermogen in de lichtbundel en de kleur van het licht.
*Deel je de (totale) lichtstroom door de ruimtehoek, dan krijg je de '''lichtsterkte''' (symbool: I, eenheid [[candela (eenheid)]]). De candela is een basiseenheid uit het SI.
*Zit je op een bol met straal R rond de bron dan kun je de lichtstroom ook delen door de oppervlakte (A = ΩR²) van het stuk binnen de kegel. Dan krijg je de '''verlichtingssterkte''' (symbool: E, eenheid: [[lux (natuurkunde)]]).
Dus, 1 lux is gelijk aan 1 lumen per vierkante meter (E = S/A).
|