Dwarsgestreept spierweefsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k microfoto dwarsgestreept spierweefsel toegevoegd
Regel 1:
'''Dwarsgestreept spierweefsel''' bestaat uit [[spiervezel]]s en die op hun beurt weer bestaan uit spierfibrilen. Elke spiervezel is ontstaan door versmelting van vele spiercellen. Een spiervezel bevat dan ook veel kernen. Met een [[microscoop]] is bij deze spiervezels een dwarse streping te zien. Veel dwarsgestreepte spieren zitten vast aan delen van het [[skelet]] (de [[skeletspier]]en). Sommige dwarsgestreepte spieren zitten met een of beide uiteinden vast aan de [[huid]] (de [[huidspier]]en). Voorbeelden van huidspieren zijn spieren in het [[gelaat]] en de [[spier (anatomie)|spieren]] in de [[tong (anatomie)|tong]].
 
 
[[Image:Dwarsgestreept_spierweefsel.jpg|thumb|150px|Dwarsgestreept spierweefsel in de tong van een konijn. Masson's trichrome, apochromaat 40x]]
== Werking ==
Op microscopisch niveau bestaat een dwarsgestreepte spier uit dikke (zware) en dunne (lichte) [[filamenten]], die je kunt zien als 'staafjes' die in elkaar geschoven moeten worden om de spier korter te maken en dus aan te spannen. Aan de [[zware filamenten]] zitten uitsteeksels, de myosine-koppen. In rustpositie zijn deze gekoppeld aan [[Adenosinetrifosfaat|ATP]]. Als de spier gaat samentrekken, wordt ATP gehydrolyseerd tot [[ADP]] en anorganisch [[fosfaat]]. Door de energie die hierbij vrijkomt bindt de myosinekop zich aan een bindingplaats op de [[lichte filamenten]] oftewel [[actinefilament]]en. ADP en de fosfaatgroep worden daar losgelaten, zodat de myosinekop weer naar zijn rustpositie gaat. Hierdoor schuiven de lichte en zware filamenten in elkaar, wordt de spier korter en spant zich dus aan.
 
== De rol van calcium ==
Bij een spier in rust zijn de myosine-bindingsplaatsen op de lichte filamenten bedekt door een draad van [[tropomyosine]]. Op deze draad zitten weer bindingsplaatsen voor [[calcium]], de zogeheten [[troponine-complexen]]. Als een spier wil samentrekken, zullen de bindingsplaatsen voor de myosinekoppen vrij moeten komen te liggen.
 
Een spier trekt samen onder invloed van een [[motorisch neuron]]. Een motorisch neuron laat [[acetylcholine]] los in de [[synaptische spleet]] tussen het [[neuron]] en [[spiercel]]. Dit veroorzaakt een [[actiepotentiaal]], welke door de [[T-tubuli]] (buizen door het [[sarcoplasmatisch reticulum]]) van de spiercel naar binnen gaat. Het actiepotential stimuleert de afgifte van calcium door het sarcoplasmatisch reticulum. De calcium-ionen binden aan de troponine-complexen op de tropomyosine-draden, waardoor deze draden van de myosine-bindingsplaatsen verschuiven. De myosinekoppen kunnen nu binden, waardoor [[contractie]] (spiersamentrekking) mogelijk is. Na de contractie (als er geen actiepotentiaal meer is) gaan de calcium-ionen terug naar het sarcoplasmatisch reticulum, dat de ionen bewaart tot het volgende actiepotentiaal. De tropomyosinedraden gaan door het tekort aan calcium weer over de myosine-bindingsplaatsen liggen.
 
[[categorie:Histologie]]
[[Categorie:Spier| ]]
 
[[fr:Muscle strié]]