Antigonus (Hasmoneeën): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k Bot: automatisch tekst vervangen (- v. Chr. + v.Chr.)
Regel 1:
{{Hasmoneeën
|Naam = Mattatias Antigonus
|Ambtstermijn = 40 - 37 v. Chr.
|Voorganger = [[Hyrcanus II]]
|Opvolger = koning [[Herodes I|Herodes de Grote]]<br>hogepriester [[Ananel]]
Regel 9:
 
==Antigonus' steun aan Aristobulus==
Sinds [[63 v. Chr.]] was [[Judea]] een vazalstaat van de Romeinen geworden en was het koningschap van Aristobulus II (de laatste Hasmoneese koning) een einde gekomen. Antigonus erfde van zijn vader echter het verlangen naar een herstel van de onafhankelijke Hasmoneese staat. In [[56 v. Chr.]] vergezelde hij zijn vader in een poging een staatsgreep te plegen, maar de poging mislukte. Beide werden gevangen genomen en naar Rome gezonden.
 
De periode van gevangenschap duurde tot [[49 v. Chr.]], toen [[Julius Caesar]] in een poging [[Pompeius]] dwars te zitten Aristobulus en Antigonus vrij liet en hen vroeg Judea op Pompeius te veroveren. Ook deze poging tot herstel van de Hasmoneese staat mislukte echter. Pompeius had lucht gekregen van de plannen en liet Aristobulus vergiftigen nog voor hij Rome verlaten had. Antigonus bleef echter op vrije voeten en zinde op mogelijkheden de droom van zijn vader alsnog te verwezenlijken.
 
==De staatsgreep van Antigonus==
Een paar jaar later zag hij zijn kans schoon. In [[43 v. Chr.]] werd [[Antipater (Idumea)|Antipater]], de [[procurator]] van Judea, vermoord toen hij probeerde belastingen te innen voor de Romeinen. Antigonus probeerde te profiteren van het anti-Romeinse sentiment en probeerde de macht te grijpen. Hij werd echter verslagen door Antipaters zoon [[Herodes I|Herodes]]. Hij liet zich echter niet uit het veld slaan en zocht steun bij de [[Parthen]].
 
Met hulp van de Parthische troepen, onder aanvoering van [[Pacorus I]], nam Antigonus in [[40 v. Chr.]] Jeruzalem in. Pacorus en Antigonus namen [[Hyrcanus II]] gevangen, die op dat moment [[hogepriester]] en [[ethnarch]] was en de hoogste gezagsdrager in de Romeinse vazalstaat was. Nadat hem de oren werden afgesneden, waardoor hij voorgoed ongeschikt werd voor het hogepriesterschap, werd hij naar [[Babylonië]] in Parthië gezonden om daar in ballingschap te verblijven. Pacorus en Antigonus namen ook Herodes' broer [[Phasaël (persoon)|Phasaël]] gevangen. Deze wachtte de loop der gebeurtenissen echter niet af en pleegde zelfmoord. Herodes zelf wist Judea op tijd te verlaten en reisde naar Rome.
 
In Jeruzalem liet Antigonus zich naar het voorbeeld van de eerdere Hasmoneese heersers uitroepen tot koning en hogepriester. Hij liet daarbij ook zijn eigen munten slaan, wat in de Oudheid als politiek statement gezien werd.
 
Lang duurde Antigonus' koningschap niet. Met hulp van Romeinse troepen maakte Herodes in [[37 v. Chr.]] een einde aan Antigonus' heerschappij. De Parthen konden Antigonus niet te hulp komen, omdat zij zelf door [[Marcus Antonius]] in het nauw gedreven werden. Antigonus werd gevangen genomen en vervolgens gedood. Herodes zelf kreeg als dank voor zijn ingrijpen van de Romeinse [[Senaat (Rome)|Senaat]] het koningschap over het Joodse land.
 
==Externe link==