Oostermeer Interglaciaal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tom Meijer (overleg | bijdragen)
voorgeschiedenis herstellen
Regel 1:
{{Kwartair korte indeling}}
#REDIRECT [[Oostermeer Interglaciaal]]
Het [[geologisch tijdperk]] '''Oostermeer Interglaciaal''' is een [[etage (stratigrafie)|etage]] van de [[serie (stratigrafie)|serie]] [[Pleistoceen]]. Het Oostermeer [[Interglaciaal]] duurde van 0,238 tot 0,243 [[Ma (tijd)|Ma]]. Het werd voorafgegaan door een onbenoemd [[glaciaal]] en gevolgd door het [[Saalien]]. Het Oostermeer Interglaciaal is het jongste interglaciaal van het [[Midden Pleistoceen]].
 
==Ontdekking en naamgeving==
In Noord Nederland zijn sinds de tweede helft van de twintigste eeuw in het jongste deel van de [[Formatie van Urk]] (ook wel Formatie van Urk-2) genoemd, [[afzetting]]en bekend waarin een arme mariene [[mollusk]]enfauna werd aangetroffen die op 'interglaciale' omstandigheden wees. De fauna bevat slechts weinig soorten, de belangrijkste zijn: [[Ostrea edulis]] en [[Spisula subtruncata]]. Daarnaast treden af en toe [[Macoma balthica]], [[Scrobicularia plana]], [[Littorina littorea]] en [[Peringia ulvae]] op. In een aantal [[boring]]en werd ook op grond van [[palynologie|palynologisch]] onderzoek duidelijk dat in deze afzettingen een interglaciaal aanwezig was. Het [[pollen]] gaf, evenmin als de molluskenfauna's, uitsluitsel over de ouderdom van dit interlaciaal. In een boring bij het dorp [[Zwartkruis (Friesland)|Zwartkruis]] in de provincie [[Friesland]], [[Nederland]] (Zie figuur met geologisch profiel door het [[tunneldal]] bij [[Noordbergum]]), werd zowel pollen als mollusken onderzoek verricht. Op grond van de [[stratigrafie|stratigrafische]] positie, nl onder de uit het [[Saalien]] daterende [[keileem]] en boven de [[potklei]] uit het [[Elsterien]] werd aangenomen dat het hier het [[Holsteinien]] betrof. Dit gebeurde op grond van de aanname dat tussen de glacialen [[Elsterien]] en [[Saalien]] slechts één interglaciaal aanwezig zou zijn (het Holsteinien). Gedurende de laatste twee decennia van de twintigste eeuw bleek dat dit een onjuiste aanname was: binnen dit tijdsbestek waren minimaal 2 en mogelijk 3 interglacialen aanwezig.
 
Uit onderzoek met behulp van [[aminozuur racemisatie]] ouderdoms bepalingen aan de aanwezige mollusken is gebleken dat deze mariene afzetting niet uit het Holsteinien dateert maar uit een veel jonger interglaciaal. Omdat het interglaciaal nog geen naam had, is het genoemd naar de boring waaruit bleek dat het om een zelfstandige nog onbenoemde [[stratigrafie|stratigrafische]] eenheid ging, een boring in de omgeving van het dorp [[Oostermeer]] in de provincie Friesland. Boring Oostermeer is dus het [[stratotype]] van dit interglaciaal. De locatie ligt iets ten Zuiden van het [[profiel (geologie)|profiel]] door het tunneldal bij Noordbergum. De boring ligt in het tunneldal en eindigt enkele meters onder de top van de potklei. De overige [[lithologie|lithologische]] opeenvolging is vrijwel gelijk aan die van boring Zwartkruis die in het centrum van het zelfde tunneldal staat (zie figuur van het tunneldal bij Noordbergum).
 
== Correlatie ==
Uit aminozuur racemisatie onderzoek blijkt dat dit interglaciaal [[correlatie (geologie)|correleert]] met [[Marine Isotope Stage|M.I.S.]] 7. Elders in Nederland zijn meer plekken waar afzettingen uit dit interglaciaal zijn aangetroffen. In een boring bij de Noorderhoeve in de [[Beemster]] (Provincie [[Noord Holland]] is een keileem aangetroffen waarop mariene afzettingen uit het [[Eemien]] liggen. De keileem zelf dateert uit het Saalien. Onder de keileem liggen [[fluviatiel]]e zanden met een riviermollusken fauna. Karakteristieke soorten zijn [[Borysthenia naticina]], [[Pisidium clessini]] en [[Corbicula fluminalis auct.]]. Ook hier wijst aminozuur racemisatie onderzoek op het Oostermeer Interglaciaal als ouderdom voor de fluviatiele fauna onder de keileem. In het gebied van de [[Het Gooi|Gooise]] [[stuwwal]] bij [[Rhenen]] is in de voormalige zand- en grindgroeve 'Leccius de Ridder' (die inmiddels gesloten is) in de [[glaciale stuwing|gestuwde]] afzettingen een molluskenfauna uit het Oostermeer Interglaciaal aanwezig. De begeleidende [[fossiel]]e kleine [[zoogdier]]fauna is belangrijk omdat het [[evolutie|evolutiestadium]] van ''[[Arvicola terrestris|Arvicola terrestris terrestris]]'' wijst op een ouderdom die ligt tussen het jongere Eemien en het oudere [[Belvédère Interglaciaal]]. De afzettingen zijn gestuwd door de [[gletsjer]]s uit het Saalien.
 
In totaal is het Oostermeer Interglaciaal op een dertigtal plaatsen in Nederland aangetroffen.
 
Buiten Nederland kunnen de meeste locaties waar de afzettingen in M.I.S. 7 geplaatst zijn met het Oostermeer Interglaciaal gecorreleerd worden. Een belangrijke plaats in Noord [[Duitsland]] is een groeve bij [[Wacken]] ten Noorden van [[Hamburg]]. Hier komen mariene en lacustriene afzettingen voor die beide met het Oostermeer Interglaciaal correleren.
 
[[Image:Tunneldal Noordbergum.jpg|thumb|right|450px|Geologisch profiel door het tunneldal bij Noordbergum<BR>Let op: hier is de oude lithostratigrafie gebruikt]]
 
{| class="infobox"
==Bronnen, noten en/of referenties==
|-
|valign="top" width="50%"|
* {{en}} {{Aut|Beets, D.J., Meijer, T., Beets, C.J., Cleveringa, P., Laban, C., Spek, A.J.F. van der}}, 2005. ''Evidence for a Middle Pleistocene glaciation of MIS 8 age in the southern North Sea.'' Quaternary International, 133-134: 7-19.
* {{en}} {{Aut|Grube, F.}}, 1983. ''Tunnel valleys''. pp 257-258. ''In:'' Ehlers, J. (ed.), Glacial deposits in North-West Europe. Balkema, Rotterdam, 470 pp.; ISBN 906191 2237.
* {{en}} {{Aut|Meijer, T.}}, 1991. ''Molluscan investigation of ice-pushed Pleistocene deposits near Wageningen, The Netherlands.'' Mededelingen Rijks Geologische Dienst 46: 55-64.
* {{en}} {{Aut|Meijer, T.}}, 2003. ''The late Middle Pleistocene non-marine molluscan fauna of borehole Noorderhoeve-19E117 (province of Noord-Holland, the Netherlands).'' Cainozoic Research 2(2002), 129-134.
* {{en}} {{Aut|Meijer, T. & Cleveringa, P.}}, 2003. ''Aminostratigraphy of the Netherlands. Correlations & Implications.'' Early/Middle Pleistocene transitions: the land-ocean evidence. International Conference, University of Cambridge, april 4th 2003. Abstracts pp. 11-13. (Also in: Extended Abstracts of the International Workshop "Integrated Land-Sea stratigraphy" 9-11 april 2003, pp. 41-43.)
 
|valign="top" width="50%"|
* {{en}} {{Aut|Meijer, T., Preece, R.C.}}, 1995. ''Malacological evidence relating to the insularity of the British Isles during the Quaternary.'' In Island Britain: a Quaternary perspective. Preece, R.C. (ed.) Geological Society Special Publication No. 96: 89-110.
* {{en}} {{Aut|Meijer, T., Preece, R.C.}}, 2000. ''A review of the occurrence of Corbicula in the Pleistocene of North-west Europe.'' Geologie & Mijnbouw/Netherlands Journal of Geosciences 79: 241-255.
* {{en}} {{Aut|Miller, G.H., Mangerud, J.}}, 1985. ''Aminostratigraphy of European marine interglacial deposits.'' Quaternary Science Reviews, 4: 215-278.
* {{nl}} {{Aut|Staalduinen, C.J. van, ed.}}, 1977. ''Geologisch onderzoek van het Nederlandse Waddengebied.'' Rijks Geologische Dienst, Haarlem, 77 pp.
* {{nl}} {{Aut|Zagwijn, W.H., Van Staalduinen, C.J. (eds)}}, 1975. ''Toelichtingen bij Geologische overzichtskaarten van Nederland.'' Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 134 pp.
* {{nl}} {{Aut|Zandstra, J.G.}}, 1977. ''Geologische opbouw van het Pleistoceen.'' In: Staalduinen, C.J. van, (ed.), Geologisch onderzoek van het Nederlandse Waddengebied. Rijks Geologische Dienst: 37-58.
|}
 
{{TijdvakGeologie}}
 
[[Categorie:Tijdvak in de geologie]]
[[Categorie:Pleistoceen]]