Rattanakosin (periode): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k Bot: automatisch tekst vervangen (-troonsopvolg +troonopvolg)
Regel 17:
==Rama II (1809-1824)==
 
De regering van Rama I's zoon Phuttaloetla Naphalai (nu bekend als [[Rama II]]) was relatief rustig. De Chakri-familie controleerde nu alle onderdelen van de Siamese regering: Omdat Rama I 42 kinderen had, zijn broer de Uparat 43 en Rama II zelf 73, was er geen tekort aan prinsen om leiding te geven aan de bureaucratie, het leger, de monnikenorders en de provinciale besturen (de meeste prinsen waren kinderen van [[concubine|bijvrouwen]] en kwamen als zodanig niet in aanmerking voor de troonsopvolgingtroonopvolging).
 
In [[1813]] was er een confrontatie met [[Vietnam]], dat een invloedrijke mogendheid in de regio begon te worden, over Cambodja, die uiteindelijk geen verandering bracht in de ''status quo''. De invloed van het Westen begon steeds meer voelbaar te worden: in [[1785]] hadden de Britten [[Penang (staat)|Penang]] bezet en in [[1819]] stichtten ze [[Singapore]]. Spoedig vervingen de Britten de Nederlanders en Portugezen als belangrijkste westerse economische en politieke speler in Siam. De Britten maakten bezwaar tegen het Siamese economische systeem, waarin prinsen handelsmonopolies bezaten en waarin de handel onderworpen kon worden aan willekeurige belastingen. In [[1821]] stuurde de regering van [[Brits Indië]] een missie die eiste dat Siam de beperkingen op vrije handel moest opheffen: het eerste teken van een thema dat de [[19e eeuw]]se Siamese politiek zou beheersen.
Regel 23:
==Rama III (1824-1851)==
 
Rama II werd na zijn dood in [[1824]] opgevolgd door zijn zoon Chetsadabodin, die regeerde als koning Nangklao en nu bekend staat als [[Rama III]]. In een typisch voorbeeld van [[Thaise troonsopvolgingtroonopvolging]] werd Rama II's jongere zoon Mongkut overgeslagen omdat hij te jong en onervaren gevonden werd. Mongkut trok zich terug uit de politiek, werd [[monnik]] en ging studeren.
 
In [[1825]] stuurden de Britten weer een missie naar Bangkok. Ze hadden ondertussen zuidelijk Burma geannexeerd en waren dus rechtstreekse buren van Siam geworden, terwijl ze ook hun controle over het [[Maleisisch schiereiland]] uitbreidden. De koning wilde eigenlijk niet toegeven aan de Britse eisen, maar zijn adviseurs waarschuwden hem dat Siam hetzelfde lot zou treffen als Burma, tenzij de Britten tevreden gesteld werden. In [[1826]] sloot Siam daarom een eerste handelsverdrag met een westerse mogendheid. In het verdrag zegde Siam toe een uniform belastingstelsel in te voeren, om de belastingen op buitenlandse handel te verlagen, en om sommige koninklijke monopolies op te heffen. Als gevolg hiervan groeide Siam's handel snel, vestigden zich meer buitenlanders in Bangkok en nam de westerse culturele invloed toe. Het koninkrijk werd rijker en het leger beter bewapend.
Regel 61:
==Rama VI (1910-1925)==
 
Eén van Rama V's hervormingen was de invoering van een wet in westerse stijl voor de troonsopvolgingtroonopvolging, zodat hij in [[1910]] vreedzaam werd opgevolgd door zijn Vajiruvadh ([[Rama VI]]). Hij was opgeleid op de Britse militaire academie [[Koninklijke Militaire Academie Sandhurst|Sandhurst]] en in [[Oxford]]; hij was een door en door verengelste ''gentleman''. Eén van Siam's problemen in deze periode was de breder wordende kloof tussen de westers-opgeleide koninklijke familie en hogere adel en de rest van het land. Het zou nog twintig jaar duren voordat westers onderwijs zou doordringen tot de bureaucratie en het leger, wat een potentiële bron van conflict was.
 
Er had in de kern geen politieke hervorming plaatsgevonden onder Rama V: de koning was nog steeds een absoluut vorst, die optrad als zijn eigen [[minister-president]] en die alle hoge ambten van de staat vulde met zijn familieleden. Rama VI had in Engeland geleerd dat de rest van het land niet blijvend uitgesloten kon worden van het landsbestuur, maar hij was geen democraat. Zijn "oplossing" was de oprichting van een koningsgezinde politieke en paramilitaire volksbeweging genaamd "Sua Pa" (''[[Wilde Tijgers]]'') om een gevoel van deelname te creëren zonder wezenlijk de koninklijke greep op de macht te verzwakken. In navolging van de Britse monarchie verscheen hij meer in het openbaar en stelde meer koninklijke ceremonies in.