Magistratus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Napoleon Vier (overleg | bijdragen)
k lay out op punt gesteld
Napoleon Vier (overleg | bijdragen)
aanvulling
Regel 20:
* ''magistratus maiores'' of ''minores'', in zover ze al dan niet het recht bezaten om de [[auspiciën|auspicia]] te raadplegen
* ''magistratus curules'' of niet-curulische magistraten, naargelang er aan hun ambt bepaalde ererechten verbonden waren (vb. het voorrecht om in de [[senaat (Rome)|senaat]] op een [[sella curulis]] plaats te nemen)
==Modaliteiten, procedures en afspraken==
Een magistratuur bekleden te Rome werd beschouwd als een eer op zichzelf, en was niet bezoldigd. Alleen de uitgaven verbonden aan het uitoefenen van de functie werden onder bepaalde omstandigheden vergoed. <br>Alle magistraten konden beschikken over ''viatores'', staatsboden die berichten moesten overbrengen of oproepen doen. <br> Bij openbare feestelijkheden werd hun een ereplaats voorbehouden overeenkomstig hun rang of waardigheid.
 
Betreffende het kandideren voor, het aanvaarden van en het aftreden van een magistratuur golden volgende regels:
* ''professio nominis'': kandidaten voor een ambt dienden zich uiterlijk zeventien dagen (d.i. drie marktdagen) voor de verkiezingen persoonlijk aan te melden bij de verantwoordelijke magistraat
* ''ambitus'': indien zijn kandidatuur werd aanvaard, kleedde hij zich in witte toga (''toga candida'' > kandidaat), bezocht hij het forum (''ambitus'' = ''rondgang'' > ambitie hebben) en trachtte hij links en rechts stemmen te werven (andere vormen van kiespropagande waren bij wet verboden)
* ''renuntiatio'': eenmaal verkozen volgde de plechtige openbare bekendmaking; vanaf dat ogenblik tot aan de officiële aanstelling droeg men de titel ''designatus''
* uiterlijk vijf dagen na het aanvaarden van de magistratuur moest de gekozene bij de [[quaestor]] de eed afleggen (''iurare in leges'') dat hij de wetten zou eerbiedigen
* wie in uitzonderlijke omstandigheden gekozen werd om tot het einde van de ambtstermijn een vacante magistratuur te bezetten (vb. door overlijden of krijgsgevangenschap) heette ''suffectus''
* bij het neerleggen van zijn ambt diende hij de eed af te leggen (''eiurare magistratum'') dat hij heel de tijd de wetten had gerespecteerd; met uitzondering van de dictator kon een magistraat om zijn gevoerde beleid vervolgd worden, maar enkel na het verstrijken van zijn ambtsperiode: <br> overigens kon een magistraat op ieder ogenblik van zijn ambtstermijn vrijwillig aftreden (''abdicare se magistratu'');