Inhibitie (scheikunde): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k robot Erbij: no:Inhibitor |
volledig herschreven |
||
Regel 1:
Een '''inhibitor''' is een
Door het voorkomen van een inhibitor in een reactie mengsel zal de geïnhibeerde reactie traag verlopen. In sommige gevallen kan de chemische reactie echter volledig stilvallen. Voor de bespreking van inhibitoren kan men een opdeling maken tussen [[katalysator|gekatalyseerde]] en niet gekatalyseerde reacties.
Inhibitie kan optreden op verschillende manieren:
*Initiator van een reactie wordt afgevangen door de inhibitor
*Actief centrum van een reactie reageert met een inhibitor, bijvoorbeeld bij [[radicaalreactie]]s.
*Werking van een katalysator wordt teniet gedaan door de inhibitor, al dan niet tijdelijk
== Inhibitie van niet-gekatalyseerde reacties ==
Deze vorm van inhibitie komt zelden voor. Deze vorm wordt teruggevonden bij radicaalreacties waarbij de initiator of het actieve radicaalcentrum reageert met een inhibitor. Deze inhibitor kan eveneens een overmaat aan terminator zijn, waardoor de reacties te vroeg stoppen. Inhibitoren bij radicaalreacties zijn producten die vrij gemakkelijk een stabiel radicaal vormen.
== Inhibitie van gekatalyseerde reacties ==
=== Algemeen ===
Inhibitie zorgt ervoor dat het actief centrum van de katalysator niet meer toegankelijk is voor het substraat. Meestal is inhibitie van katalysatoren onomkeerbaar, bijvoorbeeld bij autokatalysatoren die vergiftigd worden door [[lood]].
=== Inhibitie van biochemische reacties ===
Sterk vereenvoudigt kan men stellen dat een enzym en het [[Substraat (biochemie)|substraat]] binden volgens het [[sleutel-slot principe]] om een tijdelijk [[enzym-substraat complex]] te vormen. Het substraat heeft precies de juiste ruimtelijke vorm om aan de actieve plaats van het enzym te binden. In werkelijkheid heeft het substraat van een enzyme een goede [[affiniteit]] met het [[actief centrum]]. Bij adsorptie op het actief centrum zal de eiwitketen zodanig in een vorm gedwongen worden dat er een biochemische reactie optreedt. Bij [[biochemie|biochemische]] reacties kan men hierbij twee soorten inhibitie onderscheiden:
*competitieve inhibitie
*niet competitieve inhibitie
Een '''competitieve inhibitor''' [[adsorptie|adsorbeert]] op de actieve plaats van het enzym waar het substraat had moeten reageren. Een goede competitieve inhibitor heeft een hogere afiniteit voor het actief centrum, waardoor het subtraat volledig wordt verdrongen. Een minder goede inhibitor heeft veelal een lagere affiniteit voor het actief centrum en kan relatief gemakkelijk van het actief centrum weggehouden worden door een overmaat aan substraat.
<!-- is wel een goed voorbeeld, maar niet van een reactie: Een voorbeeld hiervan is de binding van [[cyanide]] op het heemcomplex van [[hemoglobine]] waardoor dit eiwit in de rode bloedcellen geen zuurstof meer kan vervoeren (CN<sup>-</sup> heeft een veel hogere affiniteit voor het heemcomplex dan O<sub>2</sub>). -->
[[Afbeelding:Competatieve_inhibitor.png|thumb|550px|center|(a) Reaction: Het substraat bindt met de actieve plaats van het enzym. De reactie vindt plaats en de reactieproducten worden gevormd. (b) Inhibition: De inhibitor bindt met de actieve plaats van het enzym. De inhibitor voorkomt nu de binding van het substraat aan de actieve plaats.]]
Een '''
[[Afbeelding:Noncompetatieve_inhibitor.png|thumb|550px|center||(a) Reaction: Het substraat bindt met de actieve plaats van het enzym. De reactie vindt plaats en de reactieproducten worden gevormd. (b) Inhibition: De inhibitor bindt met de inhibitorplaats van het enzym en vervormt de structuur van de actieve plaats. Het substraat zou nog kunnen binden met het enzym, maar de reactie is gehinderd.]]
|