Beneluxtunnel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+onderschrift
Bokkie (overleg | bijdragen)
k niet relevant en deels subjectief
Regel 18:
Vanaf de opening in [[1967]] tot eind [[1980]] was de Beneluxtunnel een [[tolweg|toltunnel]]. Er was destijds een tolplein aan de zuidzijde van de tunnel. Per passage moesten automobilisten een [[Nederlandse gulden|gulden]] betalen; voor vrachtwagens moest een [[rijksdaalder]] worden betaald.
 
In de ‘ruit om Rotterdam’ ligt aan de westzijde de [[Rijksweg 4|A4]] met daarin opgenomen de Beneluxtunnels. De A4 is tevens een belangrijke verbinding tussen Amsterdam - Antwerpen en verder. In Nederland is dit weggedeelte de laatste jaren ook bekend als knelpunt bij de meldingen van de dagelijkse files.
 
Deze files zijn niet alleen hinderlijk, ze betekenen ook een aanzienlijke schadepost. In deze file staat vooral in deze regio veel verkeer dat belangrijk is voor de Nederlandse economie.
In de jaren ’60 was de behoefte groot aan meer oeververbindingen dan de [[Maastunnel]] en de diverse pontveren. Om onder andere deze reden is de opzet van de “ruit om Rotterdam” tot stand gekomen. Aan de oostzijde verzorgt sinds 1964 de [[van Brienenoordbrug]] de gewenste noord-zuidverbinding, terwijl de eerste Beneluxtunnel sinds 1967 de westelijke zijde voor de rekening neemt.
 
=== Nieuwe tunnel ===
De toename van alle wegverkeer maakten de aanleg van een tweede Brienenoordbrug noodzakelijk. Uiteindelijk werd deze in 1989 vrijgegeven voor het wegverkeer. De pijnfiles aan de oostzijde van Rotterdam was hiermee opgelost. De problemen aan de westzijde werden hiermee niet voldoende opgelost. In 1993 is daarom door het kabinet besloten tot aanleg van de 2e Beneluxtunnel. Om tot uitvoering over te kunnen gaan werden wel eisen gesteld aan de vormen van vervoer.
Opdracht voor het project 2e Beneluxtunnel werd: fileoplossend en diverse vervoersvormen in één tunnel combineren, een snelle bouwtijd en de bestaande vervoersstromen zowel over het water (Nieuwe Maas) als de weg (A4) zo min mogelijk hinderen.
Bij de aanpak van bovengenoemde opdracht is gekozen voor oplossingen waarmee zowel de economische ontwikkeling van de Rotterdamse haven als ook het milieu gediend zijn. Dat betekent het mogelijk maken van het scheiden van niet strikt noodzakelijk autoverkeer van het economisch belangrijke verkeer en uiteraard het bieden van goede vervoersalternatieven. Dit is bereikt door niet alleen extra rijstroken aan te leggen maar vooral ook de realisatie van een goede fietsverbinding, een betere [[Rotterdamse metro|metroverbinding]] voor deze regio. De nieuwe tunnel bestaat uit twee buizen voor het autoverkeer in noordelijke richting (buizen D en E), een servicetunnel (buis C), een fietstunnel en een metrotunnel. De oude tunnelbuizen A en B worden beiden gebruikt voor het autoverkeer in zuidelijke richting. Alle tunnelbuizen voor autoverkeer hebben twee rijstroken, bij de uitgang van tunnelbuis A komt er meteen een derde strook bij.