Jonas Daniël Meijer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Jonas Daniël was de oudste zoon van Marianne Cohen, een dochter van de beroemde Amersfoortse tabakshandelaar, geleerde en [[rabbijn]] [[Benjamin Cohen]], die in april [[1787]] [[stadhouder Willem V]] onderdak verleende. In 1790 verhuisde zijn moeder naar Amsterdam, te weten [[Nieuwe Herengracht]] 103, een van de fraaiste panden in de Jodenbuurt. Meijer gepromoveerde op zijn 15de jaar te [[Leiden]] en werd, nauwelijks 16 jaar oud, op 17 januari 1797 advocaat te Amsterdam. Noch het rijke Amsterdamse koopmansgilde noch andere klanten van christelijke huize klopten bij hem aan. Hij kreeg daardoor de tijd zich te bekwamen in de geschiedenis van het recht van andere landen, resulterend in belangwekkende publicaties, die hem naast internationale roem ook lidmaatschappen van vele Europese universiteiten en academies opleverde.
 
In 1806 werd hij directeur van de Bataafse Courant, een voorloper van de [[staatscourant]], en in 1810 vredestichter tussen de beide joodse gemeenten, de Hoogduitse en de Portugese. Het spreken van [[Jiddisch]] moest ontmoedigd worden, er kwam een leerplicht en een Nederlandse bijbelvertaling die ook aanvaardbaar zou moeten zijn voor Joden. In april 1809 kwam koning [[Lodewijk Napoleon]] met het voorstel een Joods legerkorps op te richten, zodat Joodse burgers de gelegenheid kregen hun land te dienen. De aanmelding en enthousiasme viel tegen. Op [[11 april]] 1811 kwam het tot rellen in de [[Jodenbreestraat]] toen een honderdtal dienstplichtigen of ''conscripts'', waaronder ook Joden, van de kazerne in de [[Plantage]] naar de [[Haarlemmerpoort]] marcheerde. De hele middag was het onrustig in de Joodse buurt: er viel een dode en zeven gewonden. Slechts een twintigtal dienstplichtigen bereikte de trekschuit naar Haarlem. De rest was weggelopen en ondergedoken. Meyer en Carel Asser stelden een onderzoeksrapport op voor de Prins-stadhouder [[Charles FerdinandFrançois Lebrun]]. Ze gaven als verklaring dat 20.000 Joden (60 à 70%) in armoede leefde. In 1813 werd hij secretaris van de commissie tot samenstelling van de [[grondwet]]. Misschien moet hij ook beschouwd worden als de grondlegger van de moderne organisatie van huiseigenaren.
 
==Externe links==