Biostratigrafie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tom Meijer (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Tom Meijer (overleg | bijdragen)
aanvullende info
Regel 2:
'''Biostratigrafie''' is een manier om [[gesteente]]n te [[datering|dateren]] door gebruik te maken van [[fossiel]]en. Biostratigrafie gaat ervan uit dat bepaalde (combinaties van) fossielen karakteristiek zijn voor een bepaald tijdvak, en stelt aan de hand daarvan biostratigrafische eenheden op. Dit zijn tijdvakken (eigenlijk het ruimtelijk voorkomen van een bepaald gesteente) waarvoor een bepaald fossiel of een combinatie van fossielen karakteristiek is.
 
Door ervan uit te gaan dat de opeenvolging van fossielinhoud lateraal gelijk is kunnen lateraal [[correlatie (- geologie)|correlaties]] tussen gesteenten of sedimenten gemaakt worden. Dit is belangrijk, omdat over grote afstanden sediment van dezelfde ouderdom sterk kan verschillen door het principe van [[sedimentaire facies]] (op de ene plek kan bijvoorbeeld [[klei]] worden afgezet, tegelijkertijd op de andere plek [[zand]]). Als op twee plekken gesteente met hetzelfde gidsfossiel wordt gevonden, laat dit zien dat de lagen even oud zijn.
 
Omdat biostratigrafie geen [[absolute datering|absolute ouderdom]] aan een gesteente geeft, is het een manier van [[relatieve datering]].
Regel 9:
{{hoofdartikel|gidsfossiel}}
 
[[Afbeelding:Harting_1852 - Bittium_reticulatum1.jpg|thumb|''Bittium reticulatum'' Afbeelding door [[Pieter Harting (bioloog)|Pieteruit Harting]] (1886) door hem aangeduid als 'gidsfossiel' voor het Nederlandse [[Eemien]]]]
Met gidsfossielen kunnen aardlagen van een bepaalde ouderdom herkend worden. Het is een in de biostratigrafie verouderd begrip wat desondanks nog veel wordt gebruikt.<BR>
De beste gidsfossielen zijn soorten die niet lang bestaan hebben, zodat ze slechts in een korte periode voorkomen, soorten die gemakkelijk bewaard blijven (bijvoorbeeld omdat ze een hard [[skelet]] hebben) en soorten die een relatief snelle evolutie hebben gehad zodat er een duidelijke opeenvolging in de fossielen te zien is. Belangrijk is ook dat de soort een grote populatie had, zodat fossielen niet zeldzaam zijn, en dat de soort in meerdere verschillende [[afzettingsmilieu]]’s voorkwam. Bovendien moet een soort om een goed gidsfossiel te zijn geografisch een redelijke verspreiding hebben gehad.<BR>
Regel 15:
Als men zich met kleine grondmonsters moet behelpen, zoals het geval kan zijn bij tijdens veldwerk verzamelde grondmonsters of monsters uit [[grondboring]]en dan lenen [[micropaleontologie|microfossielen]] waarvoor vaak maar weinig monstermateriaal nodig is zich daartoe uitstekend. Voorbeelden van als gidsfossiel geschikte microfossielen zijn [[acritarcha]], [[chitinozoa]], [[conodonta]], [[dinoflagellaten]], [[pollen]], [[spore]]n en [[foraminifera]].<BR>
Bepaalde groepen fossiele zoogdieren leveren door een snelle evolutie zeer goede gidsfossielen voor gebruik in aardlagen die op het land zijn afgezet. Een belangrijk voorbeeld zijn de opvolgende soorten uit de evolutielijn(en) van de [[woelmuis|woelmuizen]] tijdens het [[Kwartair]].
 
=='International Stratigraphic Guide'==
Biostratigrafische eenheden zijn, evenals andere stratigrafische eenheden, internationaal gestandaardiseerd. Dit werk wordt gecoördineerd door de 'International Commission on Stratigraphy' (ICS). Dit is een commissie van de 'International Union of Geological Sciences' (IUGS). De commissie geeft een 'International Stratigraphic Guide' uit waarin regels voor stratigrafisch werk en definities voor stratigrafische eenheden worden gegeven.
 
==Biostratigrafische eenheden==
Regel 21 ⟶ 24:
Een [[biozone]] is een interval (eigenlijk al het gesteente!) dat wordt gekenmerkt door een bepaalde fossielinhoud. Biozones zijn altijd gebaseerd op één fossielgroep, bv Ammonieten. Een reeks van dergelijke zones die elkaar in de tijd opvolgen heet een ''biozonering''. Er kunnen verschillende biozoneringen, elk gebaseerd op een eigen fossielgroep, op dezelfde plek naast elkaar bestaan. De grenzen tussen zones uit de ene biozonering hoeven niet overeen te komen met grenzen uit een biozonering die op een andere fossielgroep gebaseerd is. Aangezien iedere plant- of diergroep zijn eigen ontwikkeling doormaakt, is dat ook niet waarschijnlijk. Als dat bij één of meer verschillende biozoneringen wel het geval is, dan is de kans groot dat er op die overeenkomende grens een [[hiaat]] aanwezig is, of dat er sprake is van een allesbepalende gebeurtenis (zoals bv wordt aangenomen voor de [[K-T-overgang|Krijt-Tertiair grens]]).
 
Er worden in de biostratigrafie een aantal typen van biozones onderscheiden (de terminologienaamgeving is in het Engels):
 
* ''Acme Zone'', ookandere welnamen ''Abundance Zone'', ''Peak Zone'', of kortweg ''Acme'' - Dat deel van de ''range zone'' (zie hier onder) van een soort waarin deze zeer algemeen is of een associatie zelfs volledig domineert. Omvat vaak een relatief korte periode.
 
* ''Assemblage Zone'', ook wel ''Cenozone'' - Een ''biozone'' gekenmerkt door een natuurlijk gezelschap (assemblage) van soorten dat zich onderscheid van het soortengezelschap van aangrenzende [[stratum|strata]]. Een ''assemblage zone'' wordt vernoemd naar tweedrie soorten (meestal de algemeenst voorkomende) uit het gezelschap. Het is echter niet noodzakelijk dat die twee naamgevende soorten ook daadwerkelijk aanwezig zijn: als de kenmerkende assemblage er maar is. Een voorbeeld is de [[Zone_van_Mya_arenaria_en_Hydrobia_ulvae|Zone van Mya arenaria en Hydrobia ulvae]].
 
* ''Concurrent Range Zone'', ook wel: ''Overlap Zone'' of ''Range Overlap Zone'' - Een ''biozone'' waarin het laatste deel van de range van een soort samenvalt met het eerste deel van de range van een andere soort. De basis van de zone wordt dus gedefinieerd door het eerste voorkomen van de ene soort en de top door het laatste voorkomen van de andere soort. De zone wordt naar deze beide soorten vernoemd. Een ''Concurrent Range Zone'' lijkt veel op een ''Oppel Zone'' en wordt door sommige biostratigrafen wel als synoniem beschouwd.
Regel 39 ⟶ 42:
* ''Range Zone'', ook wel: ''Total Range Zone'' - De volledige periode waarin een soort aanwezig is. Het gaat hier om de optelsom van alle ''local range zones'' en het betreft zowel de verticale (de tijd) als de horizontale (de geografie) aanwezigheid.
 
De genoemde biozones staan niet in een <U>hierarchische</U> positie ten opzichte van elkaar, behalve als er sprake is van een 'supra'- of 'sub'-zone. Deze prefixen moeten wel vermeld worden. Een supra-zone bevat minstens twee zones. Als binnen een zone sprake is van zones met lagere rangorde dan zijn dat sub-zones. Een voorbeeld hiervan is de [[Zone_van_Turritella_triplicata_en_Yoldia_semistriata|Zone van Turritella triplicata en Yoldia semistriata]] die onderverdeeld is in twee subzones.
Binnen een biozonering kan sprake zijn van een hiërarchische indeling. Binnen een zone kunnen subzones van het zelfde type maar met een lagere rangorde onderscheiden worden. Hiernaast is er ook nog de zonule die op het laagste niveau van deze hiërarchie staat. Het gebruik hiervan wordt door de ICS echter afgeraden.
Sommige van deze zones (uit dezelfde fossielgroep) kunnen ook naast elkaar voorkomen. Zo kan bv de ''acme zone'' van soort Y optreden in de ''assemblage zone'' van soorten A en B.
 
Regel 47 ⟶ 51:
* ''Eerste algemene aanwezigheid'' - Het punt in een geologische sectie waarop een soort voor het eerst algemeen aanwezig is. Vaak afgekort tot: FCAD (First Common Appearance Datum)
* ''Laatste algemene aanwezigheid'' - Het punt in een geologische sectie waarop een soort voor het laatst algemeen aanwezig is. Vaak afgekort tot: LCAD (Last Common Appearance Datum)
 
=='Gereedschap'==
[[Afbeelding:25G132 Diemerbrug Range Chart.jpg|thumb|350px|Boring Diemerbrug: voorbeeld van een eenvoudige 'range chart']]Soorten die in een geologische sectie zijn aangetroffen kunnen in een bepaalde volgorde gerangschikt in een tabel geplaatst worden. Alle onderzochte grondmonsters worden in een vertikale dieptekolom geplaatst. Op de horizontaal worden voor ieder monster de aangetroffen soorten geplaatst. Eén van de gebruikelijke methoden is om de soorten in volgorde van het binnenkomst, dwz hun 'eerste optreden in de sectie' (FAD) te rangschikken. Dat is in het hier geplaatste voorbeeld gedaan. Een dergelijke tabel heet een verspreidingstabel of 'range chart'. Uit een dergelijk tabellarisch overzicht kunnen eventuele biostratigrafische eenheden of ecologische veranderingen afgeleid worden.
 
==Geschiedenis==
Regel 58 ⟶ 65:
In 1852 ontwikkelde [[Alcide d’Orbigny]] het concept van een [[etage (geologie)|etage]], een deel van een lithologische kolom dat wordt gekenmerkt door bepaalde fossielen. In 1856 zou hier door [[Albert Oppel]] de [[biozone]] aan toe worden gevoegd. Tegenwoordig wordt met een biozone meestal de tijdspanne bedoeld waarin een bepaalde soort leefde, vroeger werden vaker ook hogere taxonomische eenheden gebruikt.
 
Sinds de tweede helft van de 20e eeuw wordt ernaar gestreefd de complete evolutie van [[stam (biologie)|stammen]] ([[Fylogenetica|fylogenese]]) in kaart te brengen en hiermee opeenvolgingen van gesteenten onder te verdelen. Een andere nieuwe methode is alle gedetermineerde fossielen in een gesteente in percentages uit te drukken en aan de hand hiervan onderverdelingen te maken.<ref>{{en}}Sadler, P.M. & Cooper, R.A.; 2003: ''Best-Fit Intervals and Consensus Sequences'', in: Harries, P.J. (redactie): ''High-Resolution Approaches in Stratigraphic Paleontology'', Topics in Geobiology '''21''', Kluwer, [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]], ISBN 1-4020-1443-0</ref> Dit gebeurt bijvoorbeeld veel in de [[palynologie]].
 
==Zie ook==
Regel 79 ⟶ 86:
* {{en}} {{Aut|Visser, W.A. (ed.)}}, 1980. ''Geological nomenclature.'' Royal Geological and Mining Society of the Netherlands. Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht, 540 pp. ISBN 90-313-0407-7.
}}
 
==Externe links==
* [http://www.stratigraphy.org/guide.htm International Stratigraphic Guide] NB. De website geeft minder infromatie dan de gedrukte versie van de 'guide'. Dit geldt eveneens voor het hoofdstuk over biostratigrafische eenheden.
 
[[Categorie:Paleontologie]]