Zesdaagse Oorlog: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 1:
De '''Zesdaagse Oorlog''' ([[Hebreeuws]]: מלחמת ששת הימים) was een [[oorlog]] die tussen 5-10 juni [[1967]] werd uitgevochten tussen [[Israël]] en de Arabische buurlanden [[Egypte (land)|Egypte]], [[Jordanië]] en [[Syrië]].
De nieuwe situatie die bij deze oorlog ontstond, zou de [[geopolitiek]] van dit gebied blijvend veranderen.
Aan de leiding van de Israëlische strijdkrachten stonden minister van Defensie [[Moshe Dayan]] en legerbevelhebber [[Yitzhak Rabin]]. Aan
==Achtergrond==
Tot op dat moment had niet één [[Arabië|Arabische]] staat het bestaansrecht van Israël erkend, en velen verwachtten niet dat Israël nog erg lang zou blijven bestaan.▼
Na de oorlog van 1956 ontstond opnieuw een labiel evenwicht, in stand gehouden door de concurrentie tussen Egypte, [[Syrië]] en [[Jordanië]], meer dan door een oplossing van de regionale problemen.▼
Egypte en Syrië, gesteund door de [[Sovjet-Unie]], en Jordanië, gesteund door Groot-Brittannië, hielden met guerrilla-aanvallen op Israëlische burgers de druk op de ketel.▼
De Israëlische strijdkrachten waren gedisciplineerd en konden beschikken over een geweldige overmacht in de lucht.▼
▲In 1956, toen de Verenigde Staten weigerden Egypte te helpen met de bouw van de [[Aswandam]], besloot Nasser het [[Suez-kanaal]] te nationaliseren, waarmee hij zich de woede van Engeland en Frankrijk op de hals haalde.
De twee voormalige koloniale machten verbonden zich met Israël, dat zich met succes van de situatie meester maakte.
Toch kwam er aan deze alliantie snel een eind door de overstelpende internationale veroordeling.
De Verenigde Staten, Sovjet-Unie en de Verenigde Naties waren het in ongebruikelijke mate met elkaar eens
Israël kreeg het voor elkaar een VN-[[vredesmacht]] in de Sinaï te laten stationeren,
de UNEF (United Nations Emergency Force).
Deze zou de grensregio gedemilitariseerd moeten houden, en daarmee de veiligheid van Israël garanderen.
Vóór 1956 had Egypte permanent een aanzienlijke legermacht aan de Egyptisch-Israëlische grens.
▲Tot op dat moment had niet één [[Arabië|Arabische]] staat het bestaansrecht van Israël erkend, en velen verwachtten niet dat Israël nog erg lang zou blijven bestaan.
▲Na de oorlog van 1956 ontstond opnieuw een labiel evenwicht, in stand gehouden door de concurrentie tussen Egypte, [[Syrië]] en [[Jordanië]], meer dan door een oplossing van de regionale problemen.
▲Egypte en Syrië, gesteund door de [[Sovjet-Unie]], en Jordanië, gesteund door Groot-Brittannië, hielden met guerrilla-aanvallen op Israëlische burgers de druk op de ketel.
▲De Israëlische strijdkrachten waren gedisciplineerd en konden beschikken over een geweldige overmacht in de lucht.
Een aantal jaren later, in antwoord op de bouw van het Israëlische [[Nationaal Waterkanaal]], begon Syrië met het omleiden van de Dan ([[Banias (rivier)|Banias]]) zodanig dat het water niet meer direct naar Israël (in het [[Meer van Tiberias]]) zou stromen maar via Syrië en Jordanië in de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]] zou uitmonden.
Regel 30 ⟶ 26:
Israël verwoestte in [[1964]] weliswaar de wateromleiding, maar het grensgebied bleef onrustig, en het Noorden van Israël bleef voortdurend onder de dreiging van Syrisch vuur.
Op [[7 april]] [[1967]] ontwikkelde een verhoudingsgewijs klein grensincident zich in duizelingwekkende vaart tot een luchtgevecht op volle schaal boven de Golan, met als resultaat het verlies van 7 Syrische [[Mikojan-Goerevitsj MiG-21|MIGs]] en een vlucht van een Israëlisch vliegtuig
Het aantal grensincidenten nam toe, en een groot aantal Arabische leiders, zowel van politieke als militaire zijde,
Egypte, dat toen al onder Nasser de ambitie had een centrale rol in de Arabische wereld te spelen, liet deze oproepen gepaard gaan met plannen zijn legers opnieuw in de Sinaï te stationeren, wat een gunstig uitgangspunt zou zijn om Israël binnen te vallen.
Ook Syrië zag daar wel wat in, hoewel dat land zich niet voorbereidde op een invasie op korte termijn.
De [[Sovjet-Unie]] steunde de Arabische militaire aspiraties.
Op [[16 mei]] eiste Nasser het vertrek van de UNEF stabilisatiemacht uit de [[Sinaï (schiereiland)|Sinaï]]. Deze eerste VN-vredesmacht bevond zich in zowel Gaza als de Egyptische woestijn Sinaï, maar niet op Israëlisch grondgebied. Deze eis werd door
Nasser dirigeerde zijn legers naar de Sinaï, waar deze zich ingroeven om zo de UNEF-troepen te vervangen.
Op [[23 mei]] sloot Egypte de [[Straat van Tiran]] voor Israëlische vaartuigen,
Regel 42 ⟶ 38:
Deze blokkade was een algemeen bekende [[casus belli]].
Nasser probeerde hiermee, onder druk van Syrië, haar status als leider van de Arbische wereld op te houden:
Nasser
Ondanks de bedenkingen van [[Koning Hoessein]] van Jordanië, die in de pan-Arabische plannen van Nasser een bedreiging van zijn eigen positie zag, was de steun van, onder andere, de Jordaanse bevolking voor Nassers plannen groot. Op [[30 mei]] tekenden Egypte en Jordanië een tweezijdig defensieverdrag.
|