Exercitiegenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jeroenbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Katholieke Kerk
Regel 10:
Een incident met de Oostenrijkse keizer [[Jozef II]] omtrent de [[Schelde (rivier)|Schelde]] - al tweehonderd jaar door de Hollanders en Zeeuwen afgesloten - werd in januari [[1785]] aangegrepen om opnieuw provinciale legers in het leven te roepen. Dat leidde in het voorjaar tot een golf van nieuwe exercitiegenootschappen en vrijcorpsen.
 
Iedereen kon lid worden, [[katholiekRooms-katholieke Kerk|katholieken]]en en [[doopsgezind]]en werden niet langer uitgesloten. Niet alleen veel winkeliers, ook dominees meldden zich aan. Er werd minstens een keer in de week geoefend, meestal op zondag na de kerkdienst en bij slecht weer in de kerk. Niet altijd hoefden de leden zelf een wapen of uniform te bekostigen. Op het niet verschijnen stond een boete van een aantal stuivers.
 
Exercitiegenootschappen hadden provinciale goedkeuring nodig. De aanvankelijke steun sloeg in de zomer van 1785 echter om in een ontmoedigingsbeleid, toen steeds meer duidelijk werd dat de Republiek afstevende op een burgeroorlog. Begin augustus [[1786]] waren de exercitiegenootschappen verzameld in Utrecht om de slag bij Doggersbank te herdenken. Op die bijeenkomst werd een radicale beslissing genomen: zestien democratisch gekozen patriotten werden in de raad opgenomen. Dat was een unieke gebeurtenis in Europa. Enkele weken later liet [[H.W. Daendels]] zich inspireren tot actie in [[Hattem]], waarop in Friesland en Gelderland alle bijeenkomsten en onderlinge steun van exercitiegenootschappen werd verboden.