Eerste Wereldoorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
.Koen (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 82.92.139.45 hersteld tot de versie na de laatste wijziging door 84.198.255.122
Regel 216:
 
=== De loopgraven ===
[[Afbeelding:Royal Irish Rifles ration party Somme July 1916.jpg|thumb|250px|Soldaten in een [[loopgraaf]]]]
[[
Verdedigingslinies werden gevormd door:
* De eerste linie, gevormd door voorposten, mitrailleursnesten e.d. Zij waren door kleine loopgraafjes met de hoofdlinie verbonden;
* De hoofdlinie, die de eigenlijke loopgraaf vormde. Hier verbleven de soldaten, en konden ze zich verplaatsen;
* Het achterland. Dit was via kleine loopgraafjes en spoorwegen met de hoofdlinie verbonden.
Tussen de Duitse en geallieerde loopgraven lag een strook modder, omgeploegd door granaatexplosies en infanterie, en bezaaid met [[landmijn]]en en [[prikkeldraad]]. Dit was het [[niemandsland]].
Het enige wat groeide op het niemandsland en in de loopgraven was de klaproos (of papaver). Daarom staat deze rode bloem symbool voor de eerste wereldoorlog.
 
Het leven in de loopgraaf was een nachtmerrie. Loopgraven vormden, met name in het voorjaar, de winter en de herfst, modderige geulen waarin men tot de knieën in de drek zakte. Alles werd vochtig en smerig, en het water drong door kleren en laarzen heen. Dit leidde tot "[[loopgravenvoeten]]", het opzwellen, infecteren en afsterven van de voet door de vochtige en onhygiënische omstandigheden. Lijken lagen her en der en vormden een bron van infecties. Op etensresten kwamen ratten af, die zich in hoog tempo vermenigvuldigden. Slechts als het front langere tijd vastlag trad er enige verbetering in de leefomstandigheden op.
 
[[Afbeelding:WWI4.jpg|thumb|250px|Soldaten in een [[loopgraaf]]]]
 
Bij offensieven was het nog erger. De verdedigers werden aan artilleriebombardementen blootgesteld, soms dagenlang. Vervolgens trokken de aanvallers troepen samen en richtten de artillerie op de vijandelijke loopgraaf. Als (men dacht dat) alle vijandelijke artillerie en mitrailleursnesten uitgeschakeld waren viel de infanterie aan, onder dekking van granaatvuur. Soms was de coördinatie niet goed: dan verloren de soldaten hun dekking of werden door de eigen artillerie beschoten. Dit werd overigens ook opzettelijk gedaan als de infanterie niet snel genoeg opschoot. Zo maakten de soldaten de oversteek over het niemandsland naar de vijandelijke loopgraaf.
 
De verdedigers wisten echter meestal al door de dagenlange bombardementen wat er zou gaan gebeuren en trokken zich deels terug of groeven zich diep in. Hierdoor ontstond een [[saillant (krijgskunde)|saillant]], waarin de aanvallende infanterie klem kwam te zitten. Mitrailleursnesten aan de flanken openden het vuur en verdedigende infanterie rukte op terwijl de eigen artillerie vaak te traag was omdat deze vast kwam te zitten in de modder in het niemandsland. Nu geheel zonder dekking werd de aanvallende infanterie vrijwel geheel afgeslacht, in veel gevallen tot en met de laatste man. In 1915 vonden dergelijke kleinere aanvallen regelmatig plaats.
 
Duitsers hadden over het algemeen beter leefbare loopgraven dan de geallieerden. De geallieerden rukten vaker op dan de Duitsers en konden zo niet lang op dezelfde plaats blijven. Naast alle smerigheid die ook veel ziektes met zich mee brachten waren ook zaken als continue angst, eenzaamheid en eentonigheid een hel voor de soldaten.
 
Tijdens dagenlange beschietingen of ten tijde van code rood moet de angst om te [[sterven]] ondraaglijk zijn geweest. Verhalen vertellen over soldaten die een sigaret op staken en door het oplichten hiervan een doelwit voor sluipschutters werden.
 
Eenzaamheid kwam veel voor. [[Vriendschap]]pen tussen mannen hielden zelden langer dan één maand stand, mede door de enorme aantallen slachtoffers. Eenzaamheid resulteerde in allerlei vreemde symptomen. Sommige mannen sloten vriendschappen met ratten of voorwerpen en beschouwden hen als familie, anderen praatten voortdurend in zichzelf of tegen dode lichamen. Het ontbreken van vrouwen resulteerde in seksuele relaties tussen de mannen.
 
De eentonigheid van een soldatenbestaan in combinatie met bovenstaande zorgde na de oorlog bij overlevenden voor het zogenaamde 'loopgravensyndroom' Veel mannen konden hun oude leven niet meer oppakken en bleven leven met dezelfde eigenaardigheden als in de loopgraven.
 
=== De kerstbestanden ===
 
Rond Kerstmis 1914 hadden de weersomstandigheden oorlogshandelingen onmogelijk gemaakt en lagen beide legers tegenover elkaar in de loopgraven. Een sfeer van "leven en laten leven" ontstond. Rond Kerstmis gingen soldaten zelfs bij de vijand Kerstmis vieren in de loopgraaf, rondom een kerstboom, en werden cadeaus uitgewisseld. De dag erna volgde een voetbalwedstrijd in het niemandsland, die de Duitsers overigens wonnen. De merkwaardige situatie aan deze fronten duurden slechts enkele dagen. Men waarschuwde elkaar zelfs als er een aanval zou komen. Als er in de loopgraven bezoek kwam van de legerleiding werd de tegenstander hiervan verwittigd en werd er duchtig heen en weer geschoten, over de hoofden heen.
Het initiatief voor dit bestand werd aanvankelijk op Kerstavond door de Duitse troepen genomen. De dag nadien werden alle lijken die nog in het niemandsland lagen geruimd.
 
De eerste kerstbestanden ontstonden in Vlaanderen op initiatief van Duitse soldaten en dan nog vooral Saksische en Beierse troepen. De Pruisische troepen namen nooit deel aan deze bestanden. Langs de andere zijde waren het vooral Britse troepen die deelnamen aan deze verbroederingen. In mindere mate participeerden Belgen en Fransen.
 
Een van de merkwaardigste voorvallen deed zich voor in Diksmuide waar op tweede Kerstdag de Duitse soldaten (een regiment uit Beieren) aan de Belgische soldaten aan de overkant vroegen of er een priester aanwezig was.
 
Even later kwam de Belgische commandant Lemaire ter plaatse met de regimentspriester, Sabin Vandermeiren. Zij werden aangesproken door een Beierse commandant met een Engelse naam: majoor John William Anderson. Deze laatste had in de kolenkelder van een veldhospitaal een gouden [[monstrans]] gevonden en wenste deze terug te geven aan de Belgen. De overdracht gebeurde op de dichtgevroren [[IJzer (rivier)|IJzer]]. De monstrans staat nu tentoongesteld in de [[IJzertoren]] te [[Diksmuide]].
 
De Geallieerde en Duitse opperbevelhebbers raakten echter in paniek. Men zag dit als [[muiterij]] en [[hoogverraad]]. De vaderlandstrouw van de soldaten was echter sterker: de Kerstbestanden waren slechts een poging geweest er het beste van te maken, omdat er wegens de weersomstandigheden toch geen offensieven te verwachten waren. Toen het voorjaar eenmaal begonnen was, gingen dezelfde soldaten elkaar weer te lijf. Desalniettemin nodigden de Duitse soldaten de Geallieerde manschappen opnieuw uit voor een kerstbestand toen Kerstmis 1915 naderde. Ondanks dreigementen van officieren gingen de soldaten hierop in, en opnieuw vonden taferelen van verbroedering plaats.
 
De legerleiding was furieus: dit moest afgelopen zijn! In de herfst van 1916 dreigde de legerleiding de artillerie op de infanterie te richten als die zich op vriendschappelijke wijze met de vijand inliet. Lagere officieren en soldaten zouden standrechtelijk worden geëxecuteerd. Duitse of geallieerde soldaten die met Kerst 1916 het niemandsland betraden of contact zochten met de vijand vlogen de kogels nu om de oren. Er kwam geen kerstbestand dit jaar, en in 1917 evenmin.
 
=== Chemische en biologische oorlogvoering ===