Karwendel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
A Duck (overleg | bijdragen)
Regel 23:
Het Karwendel heeft een oorspronkelijker en wilder karakter dan de omliggende bergketens van de Noordelijke Kalkalpen. Beklimming van het gebergte, met name van de middelste twee ketens, geeft uitzicht over een kalksteenlandschap, waarbij de begroeide wereld en de bewoonde wereld ver verwijderd lijken. Slechts weinig bergtoppen in het gebied zijn door goede wegen ontsloten. Beklimming van de meeste andere bergtoppen vereist echter geen grote klimtechnische ervaring, indien de toppen vanuit het zuiden worden beklommen. Een goede conditie is wel vereist, omdat de gang naar de toppen zwaar is, mede omdat het gesteente in het gebied erg broos is.
 
Door de steile wanden in het Karwendel zijn er maar twee noord-zuid overgangen in de hoofdketen van het Karwendel. Eén bij de Lamsenjoch hutten-hutte en één bij het Karwendelhaus. Beiden zijn tevens geen gemakkelijke overgangen en met regelmaat hangen er staalkabel.
 
De paden in de dalen zijn meestal brede onverharde wegen, die makkelijk begaanbaar zijn en waar men af en toe een auto kan tegen komen van de Almen of hutten. Zodra men echter hogere paden gaat kiezen wordt men snel geconfronteerd met smalle paden langs steile afgronden. Voor sommige paden is ervaring gewenst. Ook kan men zich door de hoogteverschillen makkelijk vergissen in de duur van een gekozen route. Een goede planning vooraf is dus van belang.