Kritik der Urteilskraft: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Grayburn (overleg | bijdragen)
k Nieuw artikel.
 
Grayburn (overleg | bijdragen)
Tabel hogere zielsvermogens toegevoegd.
Regel 1:
De '''Kritik der Urteilskraft''', verschenen in 1790, is het sluitstuk van de trilogie van de Kritieken van '''[[Immanuel Kant]]'''. Na de theoretische rede (in de [[Kritik der reinen Vernunft]]) en de praktische rede (in de [[Kritik der praktischen Vernunft]]), waartussen Kant een onoverzienbare 'kloof' constateert, is in dit werk het woord aan de [[oordeel | oordeelskracht]]; dat is het ''gezonde verstand''. Het is deze oordeelskracht die een brugfunctie vervuld tussen de theoretische en praktische rede.
 
 
 
==De kloof==
Tussen het gebied van het [[natuur | natuurbegrip]], d.i. de waarneembare, zinnelijke wereld (het terrein van de theoretische filosofie, hier door Kant de filosofie van de natuur genoemd) en het gebied van het [[vrijheid | vrijheidsbegrip]], d.i. de bovenzinnelijke wereld (het terrein van de praktische of moraalfilosofie) bestaat een onoverzienbare kloof. Kant brengt de tegenstellingen tussen deze beide gebieden en de brug ertussen schematisch in beeld in de "tweede" inleiding van zijn boek in een
'Tafel der oberen Seelenvermögen'.
 
(Tabel van de hogere vermogens van de ziel).
{| class="wikitable" border:1px;"}}
! '''Geestesvermogens'''
! '''Kenvermogens'''
! ''' A priori principes'''
! '''Toegepassingsgebied'''
|-
| Kenvermogen
| Verstand
| Wetmatigheid
| Natuur
|-
| Gevoel van lust en onlust
| Oordeelskracht
| Doelmatigheid
| Kunst
|-
| Begeervermogen
| Rede
| Einddoel
| Vrijheid (= morele wet)
|-
|}
 
Hierna wordt eerst kort stilgestaan bij de in dit schema genoemde tegengestelde aspecten, door Kant besproken in paragraaf IX van zijn Inleiding ; vervolgens bij de volgens Kant bestaande noodzaak om de kloof tussen beide te overbruggen en de brug die hij heeft ontdekt.